Vrije Tribune

‘Je kinderen te voet of per fiets naar school laten gaan is in Brussel een daad van verzet’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Tien jaar geleden beloofde het Brussels Gewest dat er geen doden of zwaargewonden meer zouden vallen in het verkeer. Van de nodige maatregelen is bedroevend weinig in huis gekomen, zegt het burgercollectief BRU/0.

De emmer is vol: de verkeerssituatie in Brussel is uit de hand gelopen, het roer moet radicaal om. Iedereen weet dat het al jarenlang slecht gesteld is met de verkeersveiligheid in Brussel. Voetgangers en fietsers krijgen te maken met de meest onoverzichtelijke, inconsequente en ronduit gevaarlijke verkeersknopen. Op sommige kruispunten – het Jules De Troozplein, het Saincteletteplein, het rond punt Louisa, het viaduct van Midi – heeft oversteken meer weg van een spelletje Russische roulette. Je kinderen te voet of per fiets naar school laten gaan is in deze stad een daad van verzet. Hen veilig langs openslaande deuren, toeterende wegpiraten en voorbijrazende brokkenpiloten op bestemming krijgen kost elke dag opnieuw een paar grijze haren.

Het burgercollectief 1030/0 ontstond eind vorig jaar in Schaarbeek na een serie zware ongevallen waarbij drie voetgangers gedood werden en verschillende anderen zwaargewond. Sinds kort zijn ook in andere Brusselse gemeentes actiegroepen actief. Als burgers hebben wij ons verenigd achter een eenvoudig ideaal: nul doden en zwaargewonden op de baan, niet als verre droom maar als concreet doel. Dat ideaal delen we met het Gewest Brussel, dat tien jaar geleden Vision Zero adopteerde als officiële politiek. Maar wat is hiervan gerealiseerd?

Je kinderen te voet of per fiets naar school laten gaan is in Brussel een daad van verzet

In 2017 lag het aantal verkeersdoden in het Brussels Gewest tussen de twintig en de dertig. Hoewel het aantal doden en zwaargewonden een licht dalende tendens vertoont, blijf dat cijfer onaanvaardbaar hoog. Op vele andere gebieden is er geen enkele vooruitgang geboekt. Tien jaar terug werden duizend voetgangers per jaar aangereden: bijna drie per dag. De Staten-Generaal voor Verkeersveiligheid van 2011 stelde als doelstelling een halvering van dat cijfer tegen 2020. De situatie nu: nog steeds rond de duizend. Ongevallen met fietsers vertonen zelfs een stijgende lijn. Toegegeven, ook het aantal fietsers neemt snel toe. Maar die groei was te voorzien: ze ligt in de lijn van wat eerder gebeurde in andere steden in België en Europa. De infrastructuur om fietsers veilig door het verkeer te loodsen had tien jaar geleden klaar moeten liggen: dan was deze opstoot van slachtoffers perfect te vermijden geweest.

De aanbevelingen en doelstellingen van de vorige Staten-Generaal waren goed, maar werden niet nageleefd. In 2000 al werd gesteld dat alle Brusselse gemeentewegen zone 30 zouden worden. Pas tijdens de laatste maanden zijn sommige gemeentes – onder druk van burgercollectieven als de onze – overgegaan tot het instellen van een algemene zone 30. De zones met een concentratie aan ongevallen zouden aangepakt worden: daar is amper iets van in huis gekomen. Zelfs iets eenvoudigs als de wetgeving rond het aanleggen van zebrapaden wordt vaak niet nageleefd. Voor elk zebrapad moet vijf meter vrijgehouden worden, om de zichtbaarheid van de voetganger te garanderen. Overal in Brussel wordt die regel met de voeten getreden, want vijf meter is een parkeerplaats, de heilige graal voor vele Brusselse burgemeesters. Deze afweging tussen parkeerplaatsen en mensenlevens is niet alleen cynisch, maar ronduit crimineel.

Voor de actieve weggebruiker, die helaas ook de meest kwetsbare is, wordt in deze stad nauwelijks plaats gemaakt

Voor ons is het duidelijk dat de nul nooit gehaald zal worden zolang de kern van het probleem niet aangepakt wordt. Niemand kan ontkennen dat het gros van de verkeersproblemen in Brussel veroorzaakt wordt door één vervoersmiddel: de auto. Behalve de verkeersslachtoffers eist deze dominantie van de auto ook een grote sociale tol. Luchtvervuiling, eindeloze files, kinderen die nauwelijks nog zelfstandig op straat durven. Wij spraken de voorbije weken met kinderen die niet naar de jeugdbeweging mogen omdat ze een gevaarlijk plein over moeten, met jongeren die na zonsondergang binnen blijven vanwege het verkeersgeweld, met ouderen die de straat niet over durven om naar de groentewinkel of moskee te gaan. Voor de actieve weggebruiker, die helaas ook de meest kwetsbare is, wordt in deze stad nauwelijks plaats gemaakt.

De opstellers van de nieuwe Staten-Generaal kunnen zich niet tevredenstellen met het verderzetten van het huidige beleid: de mobiliteit in Brussel moet radicaal herdacht worden. Verkeersveiligheid moet voorrang krijgen op alle andere afwegingen. Een algemene zone 30, vijf à tien keer meer snelheidscontroles, en een consequent uitgevoerde en leesbare infrastructuur zijn logische stappen in een beleid dat daadwerkelijk Vision Zero nastreeft. Speciale aandacht is nodig voor de meest kwetsbaren: onze kinderen, onze ouderen, mensen met een beperking. Zij moeten in staat zijn om zich vrij en zonder zorgen doorheen de stad te bewegen. Daarnaast telt ook de verkeersleefbaarheid: de autodruk moet naar beneden, de sense of entitlement waarmee veel chauffeurs zich de weg hebben toegeëigend moet eruit. Zeventig procent van onze openbare ruimte wordt ingepalmd door de auto. Een netwerk van wandel-, speel- en leefstraten is nodig om deze scheefgetrokken balans tussen terug recht te krijgen. Tenslotte mag ook onze gezondheid niet genegeerd worden. Het is zinloos om aan verkeersveiligheid te werken zonder de vele doden in acht te nemen die sterven door luchtvervuiling of onze sedentaire levensstijl. In Zweden spreken ze niet langer over Vision Zero, maar over Moving Beyond Zero, met nadruk op het zelf bewegen. Dat is het voorbeeld dat we moeten volgen. De meest efficiënte en toekomstgerichte manieren om zich te verplaatsen in een stad zijn de actieve: wandelen, fietsen, en zelfs steppen, rolschaatsen of skaten. Het zijn deze die met alle middelen aangemoedigd moeten worden. Nul doden, nul zwaargewonden, en nooit meer een voetganger of fietser die zich onveilig hoeft te voelen in het verkeer. Dat, en niet minder, moet het concrete resultaat zijn van deze Staten-Generaal.

In naam van het collectief BRU/0 (1030/0, 1000/0, 1020/0, 1080/0, 1060/0, 1082/0, 1090/0).

Pieter Fannes, Erika Sprey, Jan Potters, Frédéric Fiévé, Eva Kongs, Miek Stevens, Sara Maissin, Lore Vantomme, Pieter Dudal, Jens De Schutter


Deze tekst is een bijgewerkte versie van het pleidooi dat de burgercollectieven 1030/0, 1060/0, 1000/0 en 1020/0 hielden op de Staten-Generaal voor verkeersveiligheid in Brussel, op 5 juni. Staatssecretaris Bianca Debaets stond daarvoor een deel van haar spreektijd af.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content