Islamlanden verdeeld over conflicten in Syrië en Mali

(Belga) Godsdienst is niet geschikt als basis voor een gemeenschappelijke buitenlandse politiek. Dat bleek woensdag tijdens het topoverleg van de Organisatie van de Islamconferentie (OIC) in Kaïro. Over de veroordeling van het Israëlische nederzettingenbeleid is men het zoals altijd wel eens, maar zowel in de crisis in Mali als in het Syrische conflict trekken de islamitische landen niet aan hetzelfde zeel.

President Mohammed Morsi zei in zijn openingstoespraak dat Egypte na zijn “succesvolle revolutie” meer dan vandaag wil netwerken met de islamitische, Arabische en Afrikaanse landen. Morsi klaagde over de “negatieve voorstelling van de islam en de moslims” in vele delen van de wereld. Met duidelijke bewoordingen keurde hij een militaire interventie in Syrië af. In het ontwerp voor de slotverklaring van de tweedaagse top wordt de Syrische oppositie opgeroepen tot een dialoog met de vertegenwoordigers van het regime van president Bashar al-Assad. De Senegalese president Macky Sall prees de militaire interventie van de Fransen in Mali tegen de militante islamisten. Verschillende Arabische landen, waaronder het door islamisten geregeerde Egypte, hadden de Franse interventie eerder streng veroordeeld. Aan de conferentie nam ook president Mahmud Ahmadinejad deel, die als eerste staatsleider van de islamitische republiek Iran, Egypte bezoekt. De Tunesische president Moncef Marzouki meldde zich na de moord op oppositieleider Chokri Belaid onverwacht af. Op de agenda stond ook het Israëlische nederzettingenbeleid in de Palestijnse gebieden. De Palestijnse president Mahmud Abbas klaagde de bouwwoede van de Israëli’s in Jeruzalem aan. Hij riep de Syrische conflictpartijen op de Palestijnse vluchtelingenkampen in Syrië te ontzien. (JDH)