Matthijs De Ridder

‘In het Trumptijdperk gaan zelfs de meest welgemanierde programma’s problematisch lijken’

‘Mogen we in deze tijden alleen nog maar serieus zijn?’, vraagt columnist Matthijs De Ridder zich af.

Ik weet dat het er het weer niet echt voor is, maar aangezien mijn lichaam de afgelopen week besloot dat de unieke ervaring van een maagzweer niet aan me voorbij mocht gaan, lag ik een aantal dagen languit voor een laptop, surfend door de collectie stand-up van Netflix, op zoek naar iets wat me een glimlach zou kunnen bezorgen. Die glimlach verdreef zo nu en dan de pijnlijke grimassen wel, maar het viel me uiteindelijk toch vooral op hoeveel er in korte tijd veranderd is.

Het eerste waarbij ik uitkwam, was het nieuwe seizoen van Jerry Seinfelds Comedians in Cars Getting Coffee. Ik herinnerde me het programma als een onschuldig tussendoortje, waarin Seinfeld steevast een collega-komiek in een passende auto naar een café voert om daar onder het genot van een kop koffie over het vak van grappenmaker te praten. Diepe inzichten komen daar nooit uit naar voren, maar het is altijd interessant om artiesten over de obsessie voor hun vak te horen praten en, ja, zo nu en dan weet het programma de zo verlangde glimlach te produceren.

In het Trumptijdperk gaan zelfs de meest welgemanierde programma’s problematisch lijken.

Maar wat is het toch met het Trumptijdperk dat zelfs de meest welgemanierde programma’s lichtelijk problematisch kunnen gaan lijken? Dat ligt in het geval van Comedians in Cars voor een deel aan Seinfelds liefde voor klassieke, benzineslurpende auto’s, waarover hij praat alsof het een uitstervende diersoort is. Maar voor een minstens even groot deel ligt het aan de gesprekken, waarin de komieken zelf als een bedreigde diersoort worden neergezet. Zeldzaam is de komiek in de ogen van Seinfeld altijd al geweest. Dat hij nu ook opgejaagd wordt, heeft veel te maken met het feit dat het publiek het voor Seinfeld zo typerende je m’en foutisme niet meer slikt. De prangende discussies van deze tijd vereisen dat je kleur bekent, niet dat je je koning waant van een wereld waarin de grap het hoogste goed is.

‘Denk jij weleens na over je eigen relevantie?’ vraagt Dave Chapelle in een van de afleveringen aan Seinfeld. ‘Nee’, is het antwoord. ‘Ik ook niet’, antwoordt Chapelle. En hoe problematisch de superioriteit die van deze gevierde afzijdigheid druipt inmiddels ook mij voorkomt, ik vroeg me tegelijkertijd af of ze helemaal ongelijk hebben. Betekent het feit dat we voor serieuze uitdagingen staan, dat we alleen nog maar serieus mogen zijn? Stel je voor dat we de taal, zoals de criticasters vragen, inderdaad zouden ontdoen van ironie… Maar toen ik dat deed, speelde mijn maag weer op.

In de zomermaanden ontfermt schrijver Matthijs de Ridder zich over de cultuurcolumn. Hij schreef onder meer De eeuw van Charlie Chaplin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content