‘Er bestaat nog altijd iets te veel journalistieke arrogantie’, vindt VRT-nieuwsbaas Luc Rademakers. ‘Wij moeten nog meer luisteren naar wat er in de maatschappij gebeurt.’ Een gesprek over constructieve journalistiek, de digitale toekomst van de VRT en de aanhoudende kritiek van Kamervoorzitter Siegfried Bracke. ‘Die hindert mij niet.’

Luc Rademakers laat zich niet gauw van zijn stuk brengen. Als je de VRT-nieuwsbaas confronteert met de verdachtmakingen die de eerste burger van het land graag over hem rondbazuint, dan antwoordt hij kurkdroog, maar met de glimlach. Luister maar.

Volgens oud-journalist en Kamervoorzitter Siegfried Bracke bent u een politieke benoeming. Een prominent socialist zou tegen hem gezegd hebben: ‘We hadden nog een betere kandidaat, maar Rademakers is ook goed.’

LUCRADEMAKERS: Wie de media volgt, ziet dat er een overaanbod is aan informatie en geruchten. Daarom is de kerntaak van de VRT meer dan ooit van belang: gecheckte en betrouwbare informatie brengen. En zeker geen uitspraken doen over dingen waar je niets van weet.

Wat heeft dat met de beschuldiging van Bracke te maken?

RADEMAKERS: Het is daar een antwoord op.

U bedoelt: ‘Bracke roept zomaar iets.’

RADEMAKERS: Ik heb uw vraag net beantwoord.

Maar u antwoordt niet rechtstreeks op Bracke.

RADEMAKERS: Ik ben met belangrijker dingen bezig.

Het is toch niet niets, zo’n beschuldiging door een toppoliticus.

RADEMAKERS: Het hindert mij niet in het correct naleven van mijn verantwoordelijkheden.

Maar hoe gaat u daarmee om?

RADEMAKERS: Zoals een voetballer die op het veld staat terwijl er van alles uit de tribune wordt geroepen.

Het kan soms hard zijn, wat mensen roepen.

RADEMAKERS: Ja, maar tegelijk ben ik blij dat er zo veel toeschouwers zijn.

Eerder dit jaar promoveerde de nu 52-jarige Rademakers tot algemeen directeur Informatie bij de VRT. Drie jaar geleden werd hij algemeen hoofdredacteur van de nieuwsdienst, na een telefoontje van headhunter Korn/Ferry. ‘Eigenlijk kwam die vraag te vroeg’, zegt hij. ‘Ik was nog gedelegeerd bestuurder bij Concentra en mijn werk was niet af. Maar na een paar gesprekken met de VRT dacht ik: waarom niet? Na 25 jaar in de printmedia wilde ik mijzelf wel eens heruitvinden.’

Zijn carrière in de print begon Rademakers bij Het Belang van Limburg. Naam maakte hij door in 2000 met een redactie van vijftien jonge journalisten de gratis krant Metro uit de grond te stampen.

Dat was een succesverhaal.

RADEMAKERS: Het is nog altijd een van de mooiste dingen die ik heb gedaan. Niemand zag ons graag komen en alles moest zo goedkoop mogelijk. Een enorm risico, maar het lukte. Ik ben dan in 2004 door het moederbedrijf Concentra gevraagd om hoofdredacteur te worden van Gazet van Antwerpen.

Wat was daar het probleem?

RADEMAKERS: Ik zag er te veel hangende kopjes. (lacht) Ja, Antwerpenaren zonder zelfvertrouwen, ze bestaan. Gazet van Antwerpen was van een nationaal merk geëvolueerd naar een regionaal medium. En die omslag was nog niet helemaal verteerd. Men zocht nog een eigen koers. We hebben dat merk afgestoft en opnieuw een cruciale rol laten spelen in Antwerpen.

Welke rol?

RADEMAKERS: De krant moest opener worden naar een stad die volop aan het veranderen was. Antwerpen telt meer dan honderdzeventig nationaliteiten. In zo’n cultureel diverse stad krijg je andere problemen dan vroeger. Aan goede journalisten had de krant geen gebrek, ze moesten alleen met een open blik naar de samenleving leren kijken.

Commentaarschrijver Lex Moolenaar formuleerde het ooit zo: ‘Wat goed is voor de stad, is goed voor de krant.’

RADEMAKERS: Dat was inderdaad het devies.

Is dat geen gevaarlijk devies? Dreigt de krant dan niet te dicht aan te schurken tegen het stadsbestuur, in plaats van dat bestuur kritisch te controleren?

RADEMAKERS: Ik vind dat devies niet gevaarlijk. Journalisten en politici moeten elkaars sparring partners zijn, zodat ze elkaar beter maken. Als journalisten alleen maar staan te roepen aan de zijlijn, en er verandert niets, dan raken ze verzuurd.

Op sommige spijkers moet de pers toch blijven kloppen?

RADEMAKERS: Dat is juist. Maar het ene sluit het andere niet uit. Honderd procent kunnen de pers en het bestuur nooit overeenkomen, maar de filosofie moet wel zijn: wat goed is voor de ene, is goed voor de andere.

Meent u dat? Geldt dat ook voor de VRT?

RADEMAKERS: Uiteraard. U kunt toch niet verwachten dat de VRT hoopt dat het slecht gaat met Vlaanderen?

Nee, maar de nieuwsdienst moet wel een waakhond zijn. Een vierde macht.

RADEMAKERS: Dat komt op hetzelfde neer. Journalisten hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De vierde macht vertrekt vanuit een missie: dat het op alle vlakken goed gaat met de samenleving.

Is dat die fameuze constructieve journalistiek, waar Björn Soenens als hoofdredacteur van Het Journaal zo mee schermt?

RADEMAKERS: Precies. We krijgen vandaag te veel informatie. Die overdaad versmacht de mensen. En dus is het belangrijk dat ze ankerpunten hebben die reliëf aanbrengen in die informatie. Wat is belangrijk? Wat is niet belangrijk? Wat is betrouwbaar? Wat niet? Aan goede journalisten is ook hier geen gebrek. Maar ik vind dat de VRT nog opener moet zijn, nog meer moet luisteren naar wat er in de maatschappij gebeurt.

Gebeurt dat al niet te veel?

RADEMAKERS: Nee, er bestaat nog altijd iets te veel journalistieke arrogantie. En dat werkt niet meer. Journalisten moet ervoor uitkijken dat ze de realiteit niet uitsluitend vanuit hun eigen cocon en denkkader benaderen. Zij zijn specialisten in hun vak, maar de kijker en de luisteraar zijn dat niet. Journalisten moeten informatie verduidelijken, zorgen dat mensen mee zijn, zodat Vlaanderen slimmer wordt, beter wordt.

Kunt u dat eens concreet maken?

RADEMAKERS: Neem de taxshift. Die kun je politiek benaderen, en dat is ook nodig: hoe liggen de machtsverhoudingen, hoe verlopen de onderhandelingen? Maar het is ook belangrijk om te weten wat die taxshift betekent voor u en mij. Die tweede laag, dat news you can use, moet er altijd bij.

Maar dat doet iedereen toch al jaren? Is constructieve journalistiek niet nog iets anders, iets meer? Wil de constructieve journalist geen mensen verbinden?

RADEMAKERS: Mensen moeten iets hebben aan wat je als journalist doet. Niets is zo gemakkelijk als twee mensen met een andere opinie tegenover elkaar zetten en een beetje laten bekvechten. Maar wat heb ik daaraan? Het is belangrijk om naar een synthese te gaan, naar een verhaal waar we met z’n allen wat aan hebben. In plaats van de volgende keer opnieuw over diezelfde heilige punten in debat te gaan zonder dat je iets bent opgeschoten. Dat is niet constructief.

Dat blijft vaag.

RADEMAKERS: Een goed voorbeeld van constructieve journalistiek vind ik wat we vorig jaar bij de verkiezingen hebben gedaan met Rekening 14. Samen met de KU Leuven, De Standaard en De Tijd hebben we alle verkiezingsprogramma’s laten analyseren. Dat was een baanbrekend project.

Was het niet ongepast om die informatie alleen met twee commerciële partners te delen en niet met iedereen, ook met onder meer De Morgen en Knack?

RADEMAKERS: Als we het konden overdoen, zou ik daarvoor kiezen, ja. En ik zal meteen uitleggen waarom. De VRT is veranderd en zal in de toekomst nog sterker veranderen. Wij willen dat het economisch goed gaat met Vlaanderen en dus ook met de Vlaamse mediabedrijven. Dat betekent dat we hoe langer hoe meer zullen willen samenwerken. De overheid besteedt geld aan de openbare omroep. Dat geld is van iedereen.

Er moet wel bespaard worden.

RADEMAKERS: Vlaanderen beleeft economisch spannende tijden. En dat zal de komende jaren niet verbeteren. Het is dan ook evident dat de VRT een efficiëntieoefening maakt.

Een efficiëntieoefening, dat is managerstaal voor: besparen.

RADEMAKERS: Nee, dat is niet hetzelfde. Besparen betekent dat je ergens een stuk afsnijdt. Wat wij willen doen, is de hele organisatie kostenbewust maken.

Siegfried Bracke is bang dat de VRT zal besparen op programma’s in plaats van op personeel. Hij beweert dat er een lijst bestaat van een paar honderd werknemers die eigenlijk niets meer doen.

RADEMAKERS: Zo’n lijst heb ik nog nooit gezien. Daar gaat het ook niet over. Het gaat om een cultuurverandering. Vlaanderen heeft het recht om te eisen dat dit bedrijf op een zuinige, bijna gierige manier wordt geleid. Dat kan leiden tot een compactere VRT.

Dat is weer managerstaal voor: ‘We zullen mensen moeten ontslaan.’

RADEMAKERS: Nee, daar zit nog heel wat nuance op. We willen dat intern bespreken in een open en constructief sociaal overleg, niet in de media. Het engagement van de Vlaamse regering dat ze die veranderingen steunt, zal ook belangrijk zijn. Eind dit jaar moet er een nieuwe beheersovereenkomst zijn. De gesprekken zijn aan de gang.

En wat staat er op de verlanglijst van de VRT?

RADEMAKERS: Wij willen dat er een stabiele financiering komt voor de volgende vijf jaar, zodat we een goed strategisch plan kunnen schrijven. Een van de pistes die wij suggereren, is om onze digitale inkomsten niet te plafonneren. Zodat we die markt kunnen versterken.

Maar het geld dat de VRT met digitale advertenties verdient, is verloren voor de commerciële uitgevers, toch?

RADEMAKERS: Toch niet. Vandaag gaat zeventig procent van de budgetten voor digitale advertenties naar de buitenlandse spelers: Facebook, Google, YouTube. De VRT zou een cruciale rol kunnen spelen bij het versterken van de binnenlandse markt. Zo hebben we dat met radioreclame ook gedaan. Daar profiteren de commerciële spelers mee van.

Maar de VRT gaat dus wel door met het ontwikkelen van een gratis digitale nieuwsbron?

RADEMAKERS: Uiteraard. Maar we stellen heel wat video’s al ter beschikking van de commerciële media. Zo helpen wij het algemene digitale aanbod uitbouwen en versterken we onze gezamenlijke positie op de markt.

Maar de nieuwssite van de VRT concurreert wel met die van andere media. En die andere media stoppen hun artikels hoe langer hoe meer achter betaalmuren.

RADEMAKERS: De commerciële mediabedrijven zijn zelf begonnen met gratis nieuws op het internet, allang voor de VRT een website had. Zo is de consument gewoon geraakt aan gratis inhoud. Vandaag zoeken mediabedrijven naar manieren om geld te verdienen aan hun websites, ook via de lezersmarkt. Maar dat zal niet eenvoudig zijn.

Onmogelijk haast, net omdat de VRT-site gratis is.

RADEMAKERS: Nee, onze belangen hoeven niet te botsen. Toen wij met Metro begonnen, was het ook alle hens aan dek bij de concurrentie: een gratis krant, dat zou de ondergang van de klassieke pers betekenen. En het tegendeel is wellicht waar: Metro heeft jongeren waarschijnlijk geleerd om weer wat vaker de krant te lezen. Metro beantwoordde aan een enorme behoefte. En in een vrije markt mag je de vraag nooit dwarsbomen.

Maar de VRT verstoort net de markt, met belastinggeld.

RADEMAKERS: Nogmaals, wij willen de digitale markt niet verstoren, maar versterken. De consument die op zoek is naar gratis informatie, heeft de VRT daarvoor niet nodig. En elke nieuwsorganisatie moet multimediaal en digitaal worden, zeven dagen op zeven.

Wat houdt dat in voor de VRT?

RADEMAKERS: Vandaag verzamelen wij onze beeldinformatie met focus op uitzending in Het Journaal. Dat is niet meer van deze tijd. VRT Nieuws moet op alle momenten van de dag impact en relevantie hebben. Mensen consumeren het nieuws de hele dag door op hun smartphone. Vooral jongeren. En die hebben evenveel recht op een goede service als de wat oudere mensen die nog gewoon naar het televisiejournaal kijken.

Bij jongeren scoort het VTM-Nieuws beter dan het VRT-Journaal.

RADEMAKERS: Ik doe geen uitspraak over andere mediabedrijven.

Waarom niet?

RADEMAKERS: Ik ga nooit in polemiek.

Maar u hoeft toch niet in polemiek te gaan? U zou VTM toch ook kunnen feliciteren met dat succes, en zeggen dat het u aanzet om beter op jongeren te mikken?

RADEMAKERS: Ik vind het belangrijk dat het goed gaat met de collega’s van Medialaan, maar ik heb het al druk genoeg met onze eigen mediaontwikkelingen. En jongeren zijn inderdaad een aandachtspunt voor alle tv-zenders, dus ook voor ons.

Wat gaat u voor hen doen?

RADEMAKERS: Ons aanbod verjongen en permanent toegankelijk maken. Mensen zijn voortdurend mobiel en onderweg. Niet alleen jongeren. En dus moeten wij iedereen voortdurend mobiel en onderweg kunnen bedienen. Het gaat heel erg snel, en dus moeten wij volop experimenteren.

Een van die digitale experimenten is Het Kibbelkabinet: een politiek interview door onder meer Ivan De Vadder en Linda De Win dat kan worden gevolgd op de apps Meerkat en Periscope en op YouTube Live.

RADEMAKERS: U zegt zelf wat het maar is: een digitaal experiment. In de Verenigde Staten maken zulke formats momenteel furore. Daarom willen wij het ook onderzoeken.

En bent u er tevreden over?

RADEMAKERS: De eerste aflevering werd scherp onder vuur genomen. Maar dat is goed, zo kan het model groeien.

De andere afleveringen waren ook zwak. Het zijn brave interviews, terwijl de makers zogenaamde hardtalk beloofden.

RADEMAKERS: De vraag is of je het wel een interview moet noemen. Het is meer een gesprek in een ongedwongen, amateuristische setting. En dat stoort mij niet. Alleen mag het niet studentikoos worden. Zolang het te studentikoos is, blijft er ruimte voor verbetering. We hebben afgesproken dat de proefperiode duurt tot het parlementair reces. Dan zullen we evalueren.

Mogen uw journalisten politici tutoyeren tijdens een interview?

RADEMAKERS: Persoonlijk hou ik er nogal van in interviews met ‘u’ te worden aangesproken.

In Het Kibbelkabinet worden politici getutoyeerd.

RADEMAKERS: Ja, maar het is geen televisieprogramma of interview, het is een aparte format.

Het is wel een format van de openbare omroep.

RADEMAKERS: Maar voor een héle kleine doelgroep.

Is Het Kibbelkabinet geen mooi voorbeeld van wat er schort aan de manier waarop de VRT-nieuwsdienst met politici omgaat? Als ik het een beetje oneerbiedig mag zeggen: de interviewers zitten bijna te kwispelen als puppy’s, in plaats van scherp en alert en kritisch te zijn.

RADEMAKERS: Ik denk wij in politieke interviews verschillende toonaarden moeten bespelen.

Ook de stevige, kritische toon?

RADEMAKERS: Ja, als dat moet gebeuren, zie ik het ook gebeuren. In verschillende programma’s, bij verschillende mensen.

Is die toon aanwezig in De Ochtend op Radio 1?

RADEMAKERS: Ja, maar niet altijd. Er is variatie, en dat is de bedoeling.

Siegfried Bracke zei onlangs dat hij in De Ochtend alleen nog maar de kranten hoort voorlezen, en verder niets.

RADEMAKERS: Ik respecteer ieder zijn mening. Maar ik vind de kwaliteit en de output van onze radioprogramma’s zeer sterk. Vergeet niet dat er heel veel nieuws gemaakt wordt op de VRT. Alleen zit dat nieuws verspreid over verschillende programma’s en netten, waardoor de impact van VRT Nieuws gemakkelijk wordt onderschat. Daar gaan we aan werken: VRT Nieuws zal een bekender merk worden.

Ziet u in De zevende dag weleens een pertinent politiek interview?

RADEMAKERS: Zeker. Ook De zevende dag maakt bijna elke week nieuws.

Dat is niet moeilijk. Op zondag zijn de kranten blij met een dooie mus.

RADEMAKERS:(lacht) Misschien. Maar het betekent ook dat politici weten dat als ze ons op zondag nieuws geven, ze er op maandag sterk uitkomen.

Is De zevende dag niet te voorspelbaar geworden?

RADEMAKERS: We kijken natuurlijk voortdurend hoe we onze programma’s bij de les kunnen houden. En we kunnen niet alles tegelijk. Momenteel zijn we heel erg gefocust op het vernieuwde Canvas, dat in september van start gaat.

Met De afspraak, elke dag om halfnegen met Bart Schols, die overigens wél kan interviewen. Wat mogen we daarvan verwachten?

RADEMAKERS: Bart is inderdaad uitstekend, maar we hebben wel meer sterke mensen, hoor. De afspraak moet een superinteressant programma worden, waar mensen het de volgende dag over hebben. Het moet de essentie van Canvas weerspiegelen, onder meer door informatie te brengen waarvan de kijker denkt: zo had ik het nog niet bekeken, of dat wist ik nog niet.

Reyers laat verdwijnt. Ook dat programma kreeg weleens de kritiek dat het een beetje soft en te badinerend was.

RADEMAKERS: Het was altijd zoeken naar een evenwicht, naar chemie tussen de gasten. Soms werkte dat, soms niet.

Maar er werd nooit gepraat op het scherp van de snee.

RADEMAKERS: Nee. Ruziemaken vlak voor het slapengaan vind ik geen goed idee.

Meent u dat nu?

RADEMAKERS: Ja. Ik vind empathie heel belangrijk. En daar was Reyers laat heel sterk in. Empathische verbindingen maken tussen de verschillende gasten aan tafel. Dat leverde vaak heel mooie gesprekken op.

Moet de openbare omroep het politici niet wat moeilijker maken?

RADEMAKERS: Dat kan nooit een doel op zich zijn. Het doel moet altijd zijn: de waarheid naar boven halen.

Laten we het dan eens over Luc Pauwels en Wim Van den Eynde hebben, de twee journalisten die De keizer van Oostende schreven, het ontluisterende boek over Johan Vande Lanotte, dat weer volop actueel is nu vaststaat dat hij deze zomer burgemeester wordt.

RADEMAKERS: Nu haalt u wel een hele oude koe uit de gracht. Dat is ondertussen drie jaar geleden. Het is achter de rug.

De Tweede Wereldoorlog is ook achter de rug. Maar Canvas komt er nog elke avond op terug.

RADEMAKERS:(lacht) Ik mag hopen dat dit van een iets andere orde is. Kijk, er is naar aanleiding van dat incident heel wat geroepen en geroddeld dat de kerntaak van de VRT weer goed illustreerde: check je informatie voor je ze verspreidt.

Er werd beweerd dat u die twee journalisten toen liet vallen omdat u een telefoontje had gekregen uit socialistische kringen.

RADEMAKERS: En dat was te belachelijk voor woorden. Ik heb die journalisten niet eens geschorst, zoals men toen beweerde. Ze hebben door de commotie gewoon twee weekjes binnendienst gedaan. En dat zogenaamde telefoontje: geloof me, voor mensen die mij een beetje kennen, is dat een totaal absurd verhaal. Dat staat geen honderd, maar duizend procent haaks op hoe ik functioneer. Maar blijkbaar is dat voor journalisten moeilijk te accepteren.

Akkoord. U geniet het vermoeden van onschuld. Maar het is mogelijk dat u geen telefoontje nodig had om te denken: oei, een boek over Vande Lanotte.

RADEMAKERS: En waarom zou ik dat denken?

Omdat Vande Lanotte een machtig man is.

RADEMAKERS: Ik denk dat ik meer macht heb dan Johan Vande Lanotte. Ik sta aan het hoofd van de grootste nieuwsdienst van Vlaanderen. En Vande Lanotte werkt hier niet.

De vraag blijft of u toen niet te streng bent geweest voor die twee journalisten.

RADEMAKERS: Helemaal niet, maar herleid het alstublieft wel tot wat er toen echt is gebeurd, niets minder en niets meer. Ik ben iemand die niet bang is voor zijn overtuiging. Misschien is dat voor sommigen een beetje wennen. En ik neem elke dag tientallen beslissingen, dat was er eentje van.

Klopt het dat u na lezing van het boek aan de auteurs hebt laten weten dat u het ‘sterk werk’ vond?

RADEMAKERS: Hoofdstukken. Ik had een aantal hoofdstukken gelezen.

Maar u hebt hen gefeliciteerd?

RADEMAKERS: Met die hoofdstukken wel, ja.

Waarom hebt u hen dan laten vallen zodra het boek verscheen en Vande Lanotte zijn duivels ontbond?

RADEMAKERS: Het belangrijkste is dat wij dat hoofdstuk hebben afgesloten. Ik weet niet of het zinvol is om daarop door te gaan. In de geschiedenis van deze nieuwsdienst vind ik dat echt…

Een detail?

RADEMAKERS: Een detail, ja.

Het is belangrijk, omdat het misschien iets zegt over de manier waarop de hoofdredacteur van de belangrijkste nieuwsdienst van het land omgaat met iemand die toen een van de machtigste politici van het land was.

RADEMAKERS: U hecht buitensporig veel belang aan deze zaak. Ik denk dat het goed is als de auteurs van het boek in alle kalmte verder hun werk kunnen doen, zonder verdere verdachtmakingen over wat dan ook.

Maar ik wil hen helemaal niet verdacht maken. Integendeel. Ze verdienen eerherstel. Uw eigen deontologische adviesraad is tot het besluit gekomen dat de twee auteurs de geloofwaardigheid van de VRT niet hebben geschaad en gewoon weer aan de slag konden. Ze zijn gerehabiliteerd.

RADEMAKERS:(zucht) U gebruikt allemaal veel te zware woorden. U geeft dit veel meer aandacht dan het verdient. Luc en Wim maken het goed, ze floreren in hun job. Met mij gaat het ook schitterend. Het enige slachtoffer van deze hele affaire waren de media, die allerlei verhalen hebben gebracht die onjuist waren. Mijn kinderen, jonge twintigers, hebben daardoor een afkeer van klassieke media gekregen. Toch iets om over na te denken: hoe media soms iemand door de mallemolen jagen terwijl ze er totaal naast zitten.

Heeft Reyers laat dat ook ooit niet gedaan, door wijlen Jos Ghysen zomaar te laten beschuldigen van seksueel misbruik?

RADEMAKERS: Ja. Maar wij hebben ons daarvoor verontschuldigd. En gelukkig gebeurt zoiets niet te vaak. Die fout viel op, net omdat ze zo zelden wordt gemaakt.

Wat is eigenlijk uw sterkste punt als manager?

RADEMAKERS: Ik ben altijd op een bijna verbeten manier bezig geweest met efficiëntie. En ik denk dat ik sterke persoonlijkheden kan laten samenwerken. Ik werk heel graag met mensen die mij tegenspreken. Wie mij niet tegenspreekt, vind ik niet interessant. Ik werk ook graag met mensen die slimmer zijn dan ik.

U bent nochtans doctor in de filosofie.

RADEMAKERS:(lacht) En dat heeft mij veel geleerd: een doctoraatsverhandeling is het summum van onderzoeksjournalistiek. Je moet heel goed oppassen dat je geen uitspraken doet over dingen waar je niets van weet.

Waarover ging uw verhandeling?

RADEMAKERS: Over vrije tijd, en of dat wel een correct begrip is, of het iets is dat je moet nastreven. Tijdens je vrije tijd ben je veel meer het voorwerp van economie en systematiek dan tijdens je werk, omdat je naar het winkelcentrum moet, en naar het pretpark. De echte vrijheid vind je dan ook in je werk.

Wie was uw promotor?

RADEMAKERS: Hubert Dethier.

Heeft hij u meegenomen naar de vrijmetselaarstempel?

RADEMAKERS: Nee. Ik heb nooit de vraag gekregen om lid te worden. En ik heb die vraag ook nooit gesteld.

Het is nochtans ook iets waarvan u als het ware verdacht wordt.

RADEMAKERS:(lacht) Dat is wéér een gebrek aan onderzoeksjournalistiek. Men zegt maar wat. Als iemand beweert dat ik bij de loge ben, gelooft men hem. Als ik zeg van niet, gelooft men mij niet. Dat is raar, toch? Ach, spoken zijn erg leuk voor de media. En zoals u weet, is het onmogelijk om te bewijzen dat spoken niet bestaan.

DOOR JOËL DE CEULAER, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘Als journalisten alleen maar staan te roepen aan de zijlijn, dan raken ze verzuurd.’

‘De consument die op zoek is naar gratis informatie, heeft de VRT daarvoor niet nodig.’

‘Ik werk graag met mensen die mij tegenspreken. Wie dat niet doet, vind ik niet interessant.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content