N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft niet de indruk dat zijn partij in problemen verkeert na de berichtgeving over de aanwezigheid van Jan Jambon op een bijeenkomst van het extreem-rechtse Sint-Maartensfonds en enkele ongelukkige uitspraken van Siegfried Bracke.
De partijvoorzitter kwam het sociaal-economische programma van zijn partij toelichten maar werd ook gevraagd naar de recente commotie over de N-VA. Verwijzend naar de politieke peiling van twee weken geleden waarin de partij terugzakt naar het niveau van de vorige verkiezingen, zei De Wever: “Ik heb de indruk dat die peiling het startschot is geweest om van alles en nog wat naar onze kop te slingeren”, zei De Wever in TerZake.
“Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik voorzitter ben van een partij in problemen”, ging hij verder. “Maar als je daar in dat hoekje zit, komt iedereen langs om een klap te geven. Dat hoort erbij als je de grootste bent en dan moet je daar maar tegen kunnen, maar het wordt een beetje potsierlijk op den duur.”
Vod
Over Jan Jambon benadrukte De Wever dat de N-VA-Kamerfractieleider niet als lid bij het Sint-Maartensfonds aanwezig was, maar als spreker. “Toen (in 2001, red.) kwamen ook christendemocraten en liberalen daar nog, vandaag is dat ondenkbaar geworden.” Hij “verbaast” zich erover dat “uiterst rechts”, dat de bewuste foto’s van Jambon uitbracht, “toegang heeft tot de massamedia”.
De Wever verdedigde ook Siegfried Bracke, die een Vlaamse Leeuwenvlag die tijdens Parijs-Roubaix in het wiel van een wielrenner terechtgekomen is een “vod” noemde. “Hij heeft dat zo niet bedoeld. Hij bedoelde het in de context dat als zo’n vlag in een wiel terechtkomt, dat natuurlijk nefast is voor Vlaanderen en voor het symbool van Vlaanderen”, aldus De Wever. “Hij heeft een krachtig woord gebruikt dat natuurlijk heel slecht is gevallen, je moet daar geen doekjes om winden.” (Belga/TE)
