HRW: ‘Pensioenleeftijd moet sneller opgetrokken worden’

© belga

De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW) roept minister van Werk Kris Peeters op om niet te wachten tot 2030 om de pensioenleeftijd op te trekken naar 67 jaar, maar dit al een pak vroeger te doen.

Dat is een van de opvallende conclusies uit het jaarverslag van de Hoge Raad, dat donderdag werd voorgesteld.

De Belgische werkgelegenheid doet het goed, zo blijkt uit het jaarverslag van de Raad. Er kwamen vorig jaar 59.000 jobs bij en met 4,8 miljoen werkenden tekende ons land in het eerste kwartaal van 2017 het hoogste aantal ooit op. Toch is er nog werk aan de winkel. Vooral de participatie van jongeren en die van 55-plussers laat te wensen over. Minder dan de helft van die laatste leeftijdscategorie is aan de slag, een stuk minder dan in de belangrijkste referentielanden.

‘Omdat veel van die referentielanden hun pensioenleeftijd vanaf 2020 al optrekken naar 66 of zelfs 68 jaar, pleiten wij ervoor dat er ook in België snel werk van wordt gemaakt’, zegt Marcia De Wachter, ondervoorzitter van de HRW.

Maatschappelijk draagvlak

De verschuiving van de pensioenleeftijd naar 67 tegen 2030, leverde ook al heel wat maatschappelijke reactie op

Kris Peeters, minister van Werk

Momenteel ligt de leeftijdsgrens in België op 65 jaar, pas in 2030 verschuift die naar 67. ‘Wij beseffen dat niet alle mensen daar op zullen ingaan en dat er heel wat zullen zijn die toch vroeger zullen uitstappen. Maar een deel van de mensen zal wél langer werken. En hoe meer, hoe beter natuurlijk’, zegt De Wachter.

Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) neemt ‘akte van het voorstel’, maar twijfelt aan de haalbaarheid. ‘De Hoge Raad heeft natuurlijk de intellectuele vrijheid om daarover na te denken, maar een maatschappelijk draagvlak vinden daarvoor is niet evident. De verschuiving van de pensioenleeftijd naar 67 tegen 2030, leverde ook al heel wat maatschappelijke reactie op’, klinkt het. (

Partner Content