Aviel Verbruggen (UA)

Hoe we het afschakelplan te slim af kunnen zijn: tips van een expert

Aviel Verbruggen (UA) Hoogleraar energie en milieu-economie aan de Universiteit Antwerpen

Om te voorkomen dat de overheid komende winter het afschakelplan moet uitvoeren, kan het er voor de gezinnen op aankomen om op cruciale momenten hun stroomverbruik terug te schroeven. Tips van energiespecialist Aviel Verbruggen, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, om beter om te gaan met stroom en eventuele tekorten.

Het huishoudelijk netwerk is een mini elektrisch netwerk, met veel gebruikers en één voedingspunt (de elektriciteitskast die stroom uit het grote net brengt). Een huishouden kan naast de netvoeding een noodvoeding voorzien, meestal een generator op benzine of diesel. Hier ontstaat echter een groot gevaar van geknutsel en dus ook gevaar op schade tot zelfs dodelijke ongevallen, als de installatie en het gebruik van de noodgenerator niet professioneel gebeurt. Bovendien is de individuele aanpak dikwijls onmogelijk door plaatsgebrek, afvoer van rookgassen, geluidshinder, opslag van brandstoffen. De aanpak is onwenselijk want duur, onveilig, slecht voor het milieu, inferieur ten aanzien van een gezamenlijke oplossing van een betere stroomvoorziening.

Het beste resultaat kan een huishouden bereiken aan de gebruikskant, met toekomstgerichte en uiteindelijk ook goedkopere oplossingen. Alles begint met een beter zicht op het eigen gebruik van elektriciteit en op de mogelijkheden dit gebruik bij te sturen, aan te passen, te verminderen, zonder verlies aan comfort of productiviteit. We gebruiken elektriciteit in het huishouden bij tientallen toepassingen. Het overzicht hieronder beschrijft enkele toepassingen die in praktisch alle huishoudens aanwezig zijn, ingedeeld in vier groepen.

1. Licht (de eerste toepassing van elektriciteit die mensen verlangen)

Circa 10 procent van het huishoudelijk gebruik dient voor verlichting, maar dit kan per huishouden sterk verschillen. De technologie van efficiëntere verlichting is in volle ontwikkeling: eenzelfde hoeveelheid licht van een gloeilamp van 35 watt kan nu een spaarlamp van 9 watt of een LED van 5,5 watt leveren. De levensduur van de efficiënte lichtbronnen is 5 tot 25 keer langer dan van een gloeilamp. Deze laatste produceert veel meer warmte wat dikwijls schadelijk of comfortverstorend is.

Voor een huishouden kan een goed uitgekiende verlichting comfortabel licht verschaffen met een vermogen van ca. 100 à 200 watt. Maar vandaag is de staande lamp van 500 watt die het plafond verlicht en verwarmt, nog schering en inslag. Als dergelijke verspillende lampen de gehele woning door worden gebruikt (met soms nog enkele 500 watt buitenstralers), dan kom je wel aan 5000 watt vermogen.

Licht is een prioritaire toepassing (als het buiten donker is), maar kan vele keren efficiënter dan de gewone praktijk vandaag. Efficiëntere technieken toepassen en vooral ook lichten doven als niemand gebruik maakt van die lichten, kan veel elektriciteit sparen.

Indien er geen stroom uit het net komt, kan men zich behelpen met batterij gevoede lampen (bv. oplaadbare LED-tafellampen zijn erg populair op de terrassen van Italiaanse restaurants).

2. Elektronica (hifi, wifi, radio, tv, pc, laptop, internet, telefonie, …)

Deze toepassingen variëren van vitaal (bv. communicatie) tot banaal (bv. spelprogramma XWZ). De vermogens zijn per toepassing bescheiden en nieuwe technieken hebben die vermogens verminderd (bv. schermen van tv, pc en laptop). Het aantal toepassingen is sterk gestegen, en de gebruikstijden zijn soms lang door onzorgvuldig gebruik (tv-schermen blijven uren aan zonder dat iemand ze een blik gunt). Ook stand-by gebruiken zijn kleine ettertjes die wel het hele jaar door knauwen en daardoor toch ook de rekening aandikken.

Als een huishouden overzicht behoudt over zijn elektronicatoepassingen, efficiënte (is ook veilige) apparatuur aanschaft en vooral ook het gebruik van de apparaten in actieve en in slaapstand bewaakt, is het totaal vermogen van deze toepassingen enkele 100 watt.

Omdat vele apparaten een batterij bezitten (telefoons, laptops), blijft communicatie gedurende enkele uren mogelijk. De plaatselijke wifi is niet beschikbaar als de netstroom wegvalt, tenzij het huishouden daartoe een afzonderlijke batterij zou voorzien. De verschaffer datatransmissie moet dan wel zijn diensten blijven leveren bij een algemene stroomonder­breking.

Als noodapparatuur is het goed nog een (kleine) radio op batterijen te behouden.

3. Drijfkracht (na licht de tweede reden waarom stroomkabels over het gehele land werden getrokken in de vorige eeuw)

Elektriciteit is de voeding voor vele elektromotoren in het huishouden. Dit gaat van micromotoren (enkele watt) in elektronica apparaten (bv. om een cd te draaien), over motoren (enkel tientallen watt) voor de compressor van koelkasten en diepvriezers, ventilatie (dampkap), pompen (centrale verwarming), aandrijven wasmachine of droogkast, of voor werktuigen (boren, zagen), het openen van poorten, tot zwaardere toepassingen (enkele honderden watt) zoals liften, stofzuigers (dikwijls te krachtig en nu door de EU verplicht te beperken tot een normaler vermogen van max. 900 watt), grasmaaiers, etc.

Bij drijfkracht is te besparen door het gepaste vermogen te installeren, door nog efficiëntere motoren, door variabele snelheid, en vooral door nutteloos gebruik uit te schakelen. Toepassingen van drijfkracht zijn soms prioritair (watercirculatie in centrale verwarming), maar kunnen ook vaak uitgesteld worden (bv. stofzuigen).

4. Warmte uit elektriciteit (een grote energie slokop en gewoonlijk betrokken uit brandstoffen zoals aardgas of stookolie. Elektrische warmwater boilers werden in het verleden sterk gepropageerd om stroom in de daluren te kunnen verkopen)

Warmtetoepassingen zoals waterkokers (voor koffie of thee), kookplaten, ovens, vaatwassers, wasmachines, linnendrogers, strijkijzers, stoomopwekking in sauna’s, vereisen al snel vermogens boven 1000 watt, soms tot 5000 watt. Afhankelijk van de frequentie en duur van de toepassingen, zal de rekening van het huishouden hierdoor al dan niet sneller aantikken.

Wie een wasmachine zonder warmwateraanvoer uit bv. een zonneboiler benut, moet rekenen dat 2/3 tot 4/5 van het elektriciteitsgebruik van de wasbeurt gaat naar opwarmen van het waswater; de linnendroger gebruikt meer dan 4/5 van de elektriciteit voor warme lucht.

De meeste warmte toepassingen van elektriciteit zijn gemakkelijk uit te stellen. Als er een tekort dreigt aan stroom op een winterse avond, is het best enkel de meest essentiële diensten in te schakelen. Zodoende zijn warmtetoepassingen de eerste kandidaten om gestuurd te worden om de totale vraagbelasting van het net te verminderen.

Conclusie

Het gebruik van elektriciteit in een huishouden is alomtegenwoordig, maar ook zeer divers. In het organiseren van het aanbod en de vraag naar elektriciteit is de grote nalatigheid tot dusver de ontkenning van de diversiteit: iedere kWh wordt als homogeen behandeld, hoewel ze dit niet is: een kWh verschilt in waarde naargelang het tijdstip en de prioriteit van de toepassing waarvoor ze dient.

Om degelijk rekening te houden met diversiteit, is classificatie nodig: voor het huishouden komt het erop aan de essentieel prioritaire toepassingen (licht, elektronica, bepaalde drijfkracht) te onderscheiden van de tweede rang (niet zo dringende drijfkracht), en derde rang (vooral warmte).

Een goede doorlichting van de eigen toepassingen helpt bij het uitsluiten van nutteloos gebruik van elektriciteit, zoals het verlichten van verlaten ruimtes, het werkloos blinken van beeldschermen, of spinnen van motoren, en dergelijke. Nieuwe woningen zouden hun intern elektriciteit netwerk kunnen structureren zodat classificatie van toepassingen gemakkelijker te doen is.

In de toekomst kan een slimme meter verdere stappen zetten via sturing per afzonderlijke, vooral omvangrijke toepassingen. Maar zoals hierboven gezien: belangrijk en omvangrijk vallen niet geheel samen in deze materie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content