Hoe een half miljard euro uit de begroting verdween

Steven Vandeput (N-VA). Om geen gezichtsverlies te lijden, zou besloten zijn om de verantwoordelijkheid weg te halen bij de minister van Ambtenarenzaken en ze door te schuiven naar de hele regering. © Belga Image
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Een ‘redesign’ of afslankingskuur van de overheid moest de staatskas 550 miljoen euro in drie jaar opbrengen. Het is er 496 miljoen minder geworden.

Een slankere, efficiëntere overheid die een betere dienstverlening verzekert en vooral meer doet met minder: dat was de inzet van de hervorming van de federale administratie die bij de start van de regering-Michel in 2014 werd aangekondigd. Het ‘redesign’ van de overheid moest het overheidsbeslag terugdringen en de logge administratie moderniseren.

Voor 2016 werd de opbrengst op 100 miljoen euro geraamd, voor 2017 op 200 miljoen en voor 2018 op 250 miljoen euro. In 2019 en 2020 zou telkens 100 miljoen gevonden moeten worden. Alles samen dus een operatie van 750 miljoen euro, die moest dienen om de taxshift van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) budgetneutraal te houden. Het liep anders. Na drie jaar ligt het programma al een half miljard euro achter op schema, blijkt uit begrotingstabellen en rapporten van het Rekenhof.

Dat de N-VA zich niet duidelijker profileerde op dit dossier, onder het oog van Vandeput en Van Overtveldt, is opmerkelijk.

Het eerste jaar werd amper 25 miljoen euro opgehaald: 15 miljoen uit een verbeterd innings- en invorderingsproces, en 10 miljoen euro door de dotatie aan de Regie der Gebouwen te verlagen. Het Rekenhof was kritisch omdat die ‘onderbenutting geen deel uitmaakt van de eigenlijke redesign-oefening, maar een besparingsoperatie inhoudt’. De winst voor 2016 bleef dus steken op 15 miljoen, in plaats van de geraamde 100 miljoen. Bovendien moest er 10 miljoen euro vrijgemaakt worden voor extra consultancy-opdrachten.

In 2017 werd de achterstand nog groter. Bij de begrotingsopmaak werd de verwachte opbrengst bijgesteld tot 53,7 miljoen, of 146,3 miljoen minder dan gepland. Opnieuw moest het gros van het rendement komen uit betere inningen, aangevuld met een besparing bij de Regie der Gebouwen. Het Rekenhof herhaalde zijn bezwaar dat die besparing niet in het redesign past. De verwachte opbrengst werd later door het Rekenhof nog eens met 15 miljoen verlaagd, omdat de regering de opbrengst van 2016 mee had ingeschreven bij de inkomsten van 2017. Dat mag niet: een brood kun je ook maar één keer verkopen.

Tegen 2018 leek het kalf helemaal verdronken. Toen Groen-fractielid Kristof Calvo tijdens een begrotingsdebat in de Kamer naar het redesign-programma vroeg, kon het Rekenhof enkel vaststellen dat het uit de tabellen was verdwenen. ‘Er is dus geen impact voor 2018. ‘

Conclusie: tussen 2016 en 2018 moest het redesign 550 miljoen euro opbrengen. Het is er 53,7 miljoen geworden (exclusief bijkomende consultancykosten), of 496,3 miljoen euro minder dan de regering in het vooruitzicht had gesteld.

‘Hele regering verantwoordelijk’

Bij die conclusie horen enkele kanttekeningen. De precieze opbrengst is niet op de komma na te gaan, omdat aan het eind van het jaar geen definitieve tabellen worden opgemaakt met de opbrengst van elke maatregel. Bovendien is de communicatie over de exacte cijfers al jaren erg gebrekkig. Eind 2015 stipte het Rekenhof aan dat ‘er geen onderliggende ramingen werden verkregen’ van de voor 2016 ingetekende 100 miljoen euro. Dat is vreemd, want het redesign werd opgesplitst in acht uiteenlopende ’trajecten’ over verschillende departementen. Voor een schatting van de opbrengst had de regering dus minstens schattingen van die deeltrajecten nodig. Die werden tot op vandaag nooit overgemaakt.

Toen Kamerlid Hendrik Bogaert minister Vandeput in de zomer van 2016 vroeg naar de voorlopige financiële resultaten van het redesign, zei Vandeput enkel dat de hervorming ‘de gedeelde verantwoordelijkheid van de hele regering is’. Waarop Bogaert over de opbrengst concludeerde: ‘Ik kan alleen maar vaststellen dat het zeer weinig is, want anders zou u bedragen naar voren schuiven.’

Johan Van Overtveldt
Johan Van Overtveldt© belga

Dat de N-VA zich niet duidelijker profileerde op dit onderwerp is opmerkelijk. Het gaat nu eenmaal om een efficiëntieoefening bij de overheid met een afslanking van de ambtenarij ter ondersteuning van de taxshift, en dat onder het toeziend oog van N-VA-ministers Steven Vandeput en Johan Van Overtveldt.

Dat die profilering er nooit kwam, versterkt het beeld dat het met het redesign grondig verkeerd is gelopen. Verscheidene bronnen met kennis van de regeringsonderhandelingen bevestigen dat. In werkelijkheid kón het hervormingsparcours nooit 750 miljoen euro opbrengen.

Wat blijkt? Bij de coalitiegesprekken zwaaide Steven Vandeput met een studie van een consultancybureau, dat berekend had hoeveel er bij de overheid kon worden bespaard door de efficiëntie te verbeteren. De 750 miljoen die uit de bus kwam, was echter een berekening voor álle Belgische overheden samen – niet alleen de federale, maar ook bijvoorbeeld de Vlaamse en Waalse. Toch werd de verwachte opbrengst vollédig in de federale meerjarenplanning ingecalculeerd.

Het dossier was dus van bij het begin vergiftigd. Dat besefte ook Vandeput, die op een bepaald moment binnen zijn partij de alarmbel luidde. Om geen gezichtsverlies te lijden, zou toen zijn besloten om de verantwoordelijkheid bij Vandeput weg te halen en ze door te schuiven naar de hele regering.

‘Slecht beheer’

Op de andere N-VA-kabinetten zou dan gezocht zijn naar zo veel mogelijk begrotingsposten die aan het redesign konden worden gekoppeld, zodat tenminste kon worden gezegd dat de N-VA-ministers hun deel van het werk hadden gedaan. In dat licht hoeft het niet te verbazen dat de grote meerderheid van de opbrengsten werd gehaald bij de inningen en invordering, de bevoegdheid van Van Overtveldt.

Dat er nooit concrete ramingen werden overgemaakt aan het Rekenhof hielp daarbij. Het instituut liet eind 2017 weten dat het in het duister tastte over welke maatregelen bij de FOD Financiën onder het redesign vielen, en welke onder de al lopende fraudebestrijding, ‘waardoor het risico bestaat dat de geraamde opbrengsten overraamd zijn’.

Ook de dotatieverlaging van de Regie der Gebouwen werd door minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) gebruikt om geld te zoeken voor het redesign. Drie jaar na elkaar werd op de dotatie aan de Regie beknibbeld, ook al past zo’n besparingsoperatie volgens het Rekenhof niet in de opzet van het redesign. Niet alleen het Rekenhof was die mening toegedaan, maar ook de regering. Zij had in april 2016 benadrukt dat ‘het voorziene rendement zou worden gehaald zonder bijkomende lineaire besparingen op te leggen aan de departementen’. Vandeput en Jambon wisten dus dat de besparing bij de Regie der Gebouwen niet onder het redesign viel, en toch schreven ze die jaarlijks onder die noemer in de boeken.

Het dossier was dus van bij het begin vergiftigd. Dat besefte ook Vandeput

‘Het rekenwerk in dit dossier is niets minder dan slecht boekhoudkundig beheer’, zeggen begrotingsexperts off the record aan Knack. Zij verbazen zich over het gebrek aan transparantie: niemand lijkt te weten hoe de verwachte opbrengst van 750 miljoen euro werd berekend, en over de gerealiseerde winst is amper concrete informatie te verkrijgen. ‘Het redesign is zeker in de begroting van 2016 en 2017 misbruikt om het gat in de begroting te helpen dichten’, zegt een expert.

Gevraagd naar de precieze opbrengst van het redesign benadrukt het kabinet-Vandeput dat slechts twee van de acht trajecten onder zijn bevoegdheid vallen. Het eerste traject, een gecentraliseerd aankoopbeleid, moet tegen 2020 25 miljoen euro opbrengen. Het tweede traject slaat op het samenvoegen van ondersteunende overheidsdiensten. ‘Er werden geen opbrengsten voorzien voor dit traject.’ Voor de andere trajecten verwijst de woordvoerster van minister Vandeput door naar de andere federale ministers. ‘Het redesign is een project van de voltallige regering, en elke minister is verantwoordelijk voor zijn traject.’

Dit artikel verschijnt woensdag 21/3 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content