Hoe behoed je je kinderen voor de demonen uit je jeugd?

© Getty Images

De kinderen grootbrengen is voor de meeste ouders een bron van geluk, maar geef toe: af en toe moet een mens danig op zijn lip bijten. ‘Straffen werkt niet’, waarschuwt psychologe Katharina Saalfrank.

Bij het begin van dit decennium maakte Vlaanderen op VTM kennis met Wendy Bosmans, een gedragstherapeute die als Supernanny op bezoek ging bij ouders met onhandelbare kinderen – wat vaak betekende: kinderen met onhandelbare ouders. Van een jongetje dat dwangmatig om een rendierhoedje van de kerstmarkt tierde tot een vader die zijn ‘avondje voor zichzelf’ vierde met een bezoek aan de Gentse hoerenbuurt: het was af en toe ademstokkende televisie.

In Duitsland werd het programma gepresenteerd door psychologe Katharina Saalfrank (45). We zochten haar op in haar praktijk in Berlijn. Er liggen muziekinstrumenten en knuffeldieren op de grond. We proberen kalm te blijven.

Uit onderzoek blijkt dat meer dan 80 procent van de ouders weleens schreeuwt tegen hun kinderen. Ook hard op tafel slaan en het kind een poos stevig vasthouden komen vaak voor. Welke straffen krijgt u het meest te horen?

Katharina Saalfrank: Dat loopt erg uiteen. U moet weten dat ik ouders over de vloer krijg die totaal radeloos zijn geworden, en die zich niet langer goed voelen bij de manier waarop ze hun kinderen opvoeden. Ze willen het over een compleet andere boeg gooien. Ze zijn de strijd, het geschreeuw en het onafgebroken gezeur beu.

Levert straffen iets op?

Saalfrank: Straf kan op verschillende manieren een effect hebben. Het brengt vooral schade toe aan de eigenwaarde van je kind en aan het wederzijdse vertrouwen. Het belast de relatie tussen ouder en kind. Stel je voor dat we hetzelfde met volwassenen zouden doen, dat je ’s avonds tegen je partner zou zeggen: ‘Heb je nu nog je belastingaangifte niet ingevuld? Vanavond geen Champions League op tv!’ Dat klinkt toch niet normaal? Maar tegen onze kinderen zeggen we wel zulke dingen. We willen dat conflicten snel opgelost zijn, en gebruiken daarom onbewust onze macht. Oké, we proberen het uit te leggen, in de hoop dat ze het begrijpen, maar dat lukt vaak niet. Helaas. Tegen een kleuter kan ik wel uitleggen dat hij geen ijsje krijgt omdat we straks gaan eten, maar hij zal niet antwoorden: ‘Oh natuurlijk, daar had ik even niet aan gedacht. Dan hoef ik nu natuurlijk geen ijsje.’ En toch is dat wat we verwachten.

Stel je voor dat we hetzelfde met volwassenen zouden doen. “Heb je nu nog je belastingaangifte niet ingevuld? Vanavond geen Champions League.

Uiteindelijk komt het op hetzelfde neer: we verbieden iets. Was dat lange tijd niet verboden?

Saalfrank: Frustraties door iets te verbieden kunnen we niet altijd verhinderen. Het gaat me om de manier waarop we met kinderen omgaan. Ouders proberen hun kinderen meestal te overtuigen op een rationele manier. Dat is goed bedoeld, maar uit onderzoek weten we dat hun hersenen nog niet volgroeid zijn en daar niet de nodige structuur voor hebben. Daardoor voelen kinderen zich helemaal niet aangesproken, ze worden voornamelijk gestuurd door hun emoties. En daar ligt de sleutel. Via gevoelens kunnen we wél contact leggen met kinderen: ‘Tjonge zeg, wat ben jij boos!’ Op die manier beseffen ze dat wat ze voelen woede is, en leren ze daarmee om omgaan.

Veel ouders gebruiken graag de ‘als dan’-formule: Als je je kamer niet opruimt, dan kijk je vandaag geen tv. Is dat chantage, of zijn we dan gewoon een beetje streng?

Saalfrank: Natuurlijk zet je kinderen met zo’n vraag echt onder druk. Maar zulke chantagepogingen hebben vaak snel resultaat, en daarom zijn ze populair. In mijn consultatiebureau bekijken we eerst grondig de relatie tussen ouders en kinderen. We zien vaak dat het kind op dat moment alle medewerking stopzet, en dat ouders op een gevechtsmodus overschakelen. Maar dan moet je beseffen dat kinderen bijna de hele dag meewerken – tot het ineens niet meer gaat. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze niet meer kunnen. Als ze ook nog eens onder druk worden gezet en vernederd, dan heb je ’s avonds het perfecte drama. Veel kinderen hebben een heel strakke dagindeling. Zelfs kleuters vertrekken dikwijls al om halfacht ’s ochtends naar school en zijn ’s avonds pas om halfvijf weer thuis. Hun behoefte aan rust, ontspanning en contact hebben ze vaak uren uitgesteld. Ze hebben hun ouders die dag amper gezien, niet lang genoeg om hun emotionele honger te stillen.

En dan is het niet het moment om nog ultimatums te stellen?

Saalfrank: Precies. Vooral ’s avonds moet het voor ouders allemaal snel gaan: tafel afruimen, babybroertje of -zusje verzorgen, snel nog even telefoneren. En dan zeggen ze: ‘Trek je pyjama aan, poets je tanden, ruim je kamer op.’ Kinderen werken dan al eens tegen, als reactie. Heel wat ouders snappen niet dat hun kinderen die dingen best wel willen doen, maar dan samen met hen. Ze zijn constant op zoek naar contact en interactie. Als we de dagelijkse dingen met hen samen doen en veel met elkaar praten, is het niet nodig om steeds hetzelfde te herhalen.

Gelooft u in het systeem van belonen? Met punten, sterretjes of zelfs geld in ruil voor klusjes?

Saalfrank: Beloningen maken van een relatie iets zakelijks. Liefde wordt dan een kwestie van onderhandeling. Ik stel me iets anders voor bij een warme, liefdevolle omgang. Dat systeem blijft ook niet werken. Kinderen zeggen al snel: ‘Wat krijg ik als ik mijn kamer opruim of de vuilnisbak buitenzet?’ Met een stuk snoep nemen ze op een bepaald moment geen genoegen meer. Voor je ’t weet moet er in ruil voor geslaagde examens een auto voor de deur staan.

Katharina Saalfrank.
Katharina Saalfrank.© .

Hoe kun je kinderen dan wel goed motiveren?

Saalfrank: Straffen of belonen is helemaal niet nodig om hen te motiveren. We weten intussen hoe belangrijk zelfredzaamheid is. De behoefte om iets uit eigen beweging te doen is aangeboren. Een kind dat zelfvertrouwen krijgt omdat het op eigen houtje ergens in geslaagd is, draagt dat voor altijd met zich mee. Straffen en beloningen verstoren die behoefte. Uit een beloning blijkt ook altijd een zeker wantrouwen: je gelooft blijkbaar niet dat je kind uit zichzelf iets zal doen.

Vallen de meeste ouders bij de opvoeding niet gewoon terug op hun intuïtie? Of die nu juist is of fout?

Saalfrank: Onbewust grijpen veel ouders terug naar patronen die ze uit hun eigen kindertijd kennen. Niet zelden betekent dat: vernedering, straf, miskenning. Ons brein valt in stresssituaties terug op zaken die diep geworteld zitten in onze emotionele netwerken. Zo kan het gebeuren dat we onze kinderen verwijten naar het hoofd slingeren die we kennen uit onze eigen kindertijd. Plots klink je als je ouders, hè. Kinderen confronteren ons met onszelf. Bij stress worden bindings- en relatiepatronen uit onze eigen jeugd opgeroepen. Situaties waarin we ons als kind zelf klein en hulpeloos hebben gevoeld. Het is heel belangrijk dat je als ouder het onderscheid maakt tussen je verantwoordelijkheid voor je kind en je eigen verleden.

Dat is niet altijd een makkelijke opdracht.

Saalfrank: Eerst en vooral moet je ervan overtuigd zijn dat je het anders wilt doen. Maar zonder je bewust te zijn van je eigen emoties kun je je houding moeilijk veranderen. Er vloeien vaak tranen in mijn praktijk, als ouders zich dat realiseren. Het heeft te maken met gevoelens van schaamte en schuld, maar ook met woede, pijn en verdriet. Met dingen die ouders als kind zelf hebben meegemaakt. Dat zijn emotioneel heel belangrijke stappen, die leiden tot meer begrip en empathie voor zichzelf en voor het kind. Als je zover bent, kunnen de gedragspatronen langzaam beginnen te veranderen.

Welk advies hebt u voor ouders die zoveel bagage meesleuren en ze ook doorgeven?

Saalfrank: Dat ze diep in hun hart durven te kijken. Als ze dat aandurven, kunnen de patronen in de omgang met hun kinderen vertraagd worden. Er is altijd een punt waarop het afglijden in het bekende patroon gestopt kan worden. In stresssituaties kun je jezelf lichamelijk proberen te beheersen, bewust kalmeren, niet te snel boos worden of roepen. Daar is wat oefening en geduld voor nodig. Je kunt in crisissituaties ook een strategie voor noodgevallen ontwikkelen: een paar keer rustig doorademen, en als het moeilijk wordt even de kamer uitgaan. Dat is beter dan het kind wegsturen, het straffen of ertegen roepen.

© Der Spiegel

Katharina Saalfrank

– 1971: geboren in Bad Kreuznach

– 1995-2000: studeert pedagogie

– 2000-2003: studeert muziektherapie

– 2004-2011: presenteert De Supernanny

– 2017: publiceert Kindheit ohne Strafen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content