‘Het succes van het simplisme van Bart De Wever’

© Danîl Geeraerts

In een groot dubbelinterview laten Louis Tobback en Jean-Luc Dehaene hun licht schijnen over ‘het simplisme van de N-VA’ en ‘de creativiteit van Di Rupo’.

Heren, vindt u ook dat de zeden verruwen? Niet alleen onder politici maar ook bij vakbonden en werkgevers. Zie de uithalen naar ‘de marxist’ Elio Di Rupo.
Dehaene: Dat verontrust me. Ik heb dat voor het eerst ervaren in het milieu van dokters en advocaten. In de jaren zestig al hadden we het over ‘vakidioten’: ze zijn héél sterk in hun professie, maar buiten hun specialiteit komen ze vaak niet verder dan cafépraat. Veel bedrijfsleiders zijn economische cracks, maar ze zijn steeds meer geneigd om het oor te laten hangen naar simplistische boodschappen. Ik sta wat te kijken van het succes van het simplisme van Bart De Wever. Wat heeft De Wever anders gedaan dan de boodschap van Filip Dewinter overnemen, en daarin ‘vreemdelingen’ vervangen door ‘Walen’? En daarbij verengt hij ‘Walen’ nog eens tot ‘de PS’.

Tobback: Vroeger was de rechterzijde redelijker. Neem de kritiek op de begroting, vorige week. Eerst hoorde ik die onnozele Ben Weyts op de radio: ‘We zijn communisten geworden. We mogen ons personeel niet meer betalen wat we willen.’ Is dat Sarah Weyts of is dat Ben Palin?

Meneer Tobback, u omschrijft Bart De Wever de ene keer als ‘de meest begaafde politicus van zijn generatie’, een andere keer citeert u Shakespeare: ‘Pas op voor magere mannen.’
Tobback: Op elke politicus komt ooit sleet, als hij niet eerder ten onder is gegaan aan stommiteiten. De vraag is: wanneer wordt de onmogelijkheid aangetoond van het verhaal van Bart De Wever? En wanneer heffen de media zijn staat van genade op?

U geeft Elio Di Rupo het voordeel van de twijfel. Hij heeft tenminste een regering gevormd, heet het.
Dehaene: Ook ik beoordeel Di Rupo eerder positief. Hij is erg intelligent, maar ik zou niet durven te zeggen dat hij even creatief is. Vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond wil hij eerst elk detail van een tekst doorgronden voordat hij ermee naar buiten komt. In zijn methode herken ik de werkwijze van Wilfried Martens. Maar Martens heeft in de jaren tachtig wel gezorgd voor politieke stabiliteit. Dat is zeer belangrijk. Zelfs André Leysen heeft ooit gezegd: ‘Ik heb liever dat de regering niet doet wat ik wil, als ze maar blijft volhouden wat ze doet en niet om de vijf minuten van gedacht verandert.

Tobback: Je kunt twisten over zijn methode, zelfs over zijn resultaat, maar tot Di Rupo de zaak in handen nam was de politieke situatie uit de hand aan het lopen en dreigde ze zelfs catastrofaal te worden. Want onderschat Di Rupo niet: door wat hem in zijn leven is overkomen, heeft die man een ongelooflijke koppigheid en vastberadenheid ontwikkeld.

In het boek staan ook enkele voorspellingen van Louis Tobback die níét zijn uitgekomen. Zo dacht hij dat Janssens zou winnen van De Wever.
Dehaene: Ik vind het moedig dat een politicus inzage geeft in zijn vergissingen.

Tobback: Ik kon toch niet laten schrappen wat nadien niet juist bleek? Nu gebruik ik voor onze verkiezingsuitslag de fameuze woorden van Yves Desmet over De Morgen: ‘De SP.A kende een stagnatie met een lichte knik naar beneden.’ (bulderlach)

(WP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content