Ann Peuteman

‘Het is niet omdat een toestel een beperkte levensduur heeft, dat we het niet moeten proberen te reanimeren’

Een matras gaat hoogstens tien jaar mee, een wasmachine zeven jaar en een smartphone twee. ‘Maar hoe weten we dat eigenlijk?’ vraagt Knack-redactrice Ann Peuteman zich af. ‘Uit eigen ervaring of omdat marketeers ons dat influisteren?’

Eerst maakte hij maandenlang rotherrie. Vervolgens begon hij te zuchten en te kreunen en deed hij steeds minder wat van hem werd verwacht. Maar pas toen de was na een uur tollen nog altijd kleddernat was, besefte ik dat mijn droogkast professionele bijstand nodig had. Via de site van de fabrikant wou ik zo’n dure onderhoudstechnicus boeken. Tot ik de aankoopbon in handen kreeg en zag dat ik het toestel op 14 mei 2008 had gekocht. Acht jaar geleden! Het had dus geen enkele zin meer om hem nog te laten maken. Dat zei ook de verkoopster van de elektronicazaak waar ik amper een dag later een nagelnieuwe condensatiedroogkast kocht. Energielabel A+, 69 decibel en een korting van 100 euro wegens koopjesperiode.

Straks wordt mijn aankoop geleverd, en het terminale toestel nemen ze gewoon mee terug. De kadukke koffiepadmachine, het verstoten strijkijzer en de afgeleefde wakerkoker, die nu al maanden in de garage staan, zal ik zelf naar het containerpark moeten brengen. Geen van die toestellen is een dag ouder dan vijf jaar. Maar dat zal u niet verbazen.

Het is niet omdat een toestel een beperkte levensduur heeft, dat we het niet moeten proberen te reanimeren

We zijn het ondertussen wel gewend dat de spullen waarmee we ons omringen geen lang leven zijn beschoren. Een matras ligt hoogstens tien jaar lekker, een smartphone doet het een jaar of twee, op een laptop werk je drie, vier jaar zonder problemen en een wasmachine is na acht jaar aan vervanging toe. Ook dat weet iedereen. Maar de vraag is: hoe weten we dat? Uit eigen ervaring, omdat we het van vrienden horen of omdat geslepen marketeers ons dat influisteren? Zo kun je op de site van zo goed als elke slaapwinkel lezen dat je je matras na vijf tot tien jaar moet vervangen. Volgens sommige zelfs ‘op doktersadvies’.

Elektronicafabrikanten schuiven geen houdbaarheidsdatum naar voren, maar het is een publiek geheim dat zij er soms eigenhandig voor zorgen dat hun waren snel stukgaan.

Dan moet je maar geen brol kopen, hoor ik u denken. Echt vakmanschap gaat veel langer mee. Zelfs de Matrassenkoning geeft 25 jaar garantie op matrassen van minstens duizend euro. Dat is natuurlijk het punt: kwaliteit kost geld. Veel geld vaak. Niet evident in tijden dat steeds meer middenklassegezinnen krap bij kas zitten door de alsmaar stijgende energiefactuur en het hoge inschrijvingsgeld van de universiteit – om maar iets te noemen. Is het dan zo vreemd dat zij kiezen voor een schuimrubbermatras die Groupon in de aanbieding zet of een koelkast van het huismerk van hun plaatselijke supermarkt? En wie kan garanderen dat al die prijzige waren van veelgeprezen merken daadwerkelijk langer meegaan?

Vroeger, amper een generatie geleden, werden sokken nog gestopt, bankstellen opnieuw bekleed en kapotte broodroosters hersteld. Waarom is dat zo in onbruik geraakt?

Toch kunnen we onszelf niet helemaal vrijpleiten. Het is niet omdat de veroudering in een meubelstuk of elektrisch toestel zit ingebakken, dat we geen pogingen kunnen doen om ze te reanimeren. Vroeger, amper een generatie geleden, werden sokken nog gestopt, bankstellen opnieuw bekleed en kapotte broodroosters hersteld.

Waarom is dat zo in onbruik geraakt? Om te beginnen omdat een herstelbeurt vaak ontzettend duur is. Het overtrekken van een stoel of de bulten en putten uit een matras slaan, is anno 2016 een exceptionele, kostbare ambacht. Vaak ben je goedkoper af door een inferieur maar goed ogend nieuw exemplaar te kopen. En wie een technicus laat komen om een koelkast of droogkast te maken, is al minstens vijftig euro kwijt nog voor hij een stap over de drempel heeft gezet. Tel daar de manuren en vervangstukken bij, en je holt de deur al uit. Recht naar de winkel.

Toch lijkt er iets te veranderen. Steeds meer mensen staan al eens stil bij de afvalberg of bij hun eigen ecologische voetafdruk. Vaak zijn dat dertigers of veertigers, die in hun studententijd een sticker met ‘Consumeren? Consuminderen’ op hun koelkast hadden hangen, maar dat adagium prompt vergaten toen ze geld gingen verdienen en kinderen kregen. Sommigen leren nu naaien, sleutelen of meubels restaureren. Refurbished smartphones en tablets zijn steeds meer gegeerd en over heel Vlaanderen worden Repaircafés georganiseerd. Voorlopig zijn die nog vooral populair omdat dat goedkoper is, maar toch ook omdat het best goed voelt. Misschien moet ik dat ook maar proberen met al die toestellen uit mijn garage. In zo’n containerpark weet ik toch nooit wat in welke bak hoort.

Weet u waarover Ann Peuteman zou moeten schrijven? Stuur uw voorstel dan naar schrijfdaareensietsover@knack.be en misschien leest u er volgende week op deze plek wel een column over.

De hele zomer lang schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman úw verontwaardiging, woede of vervoering neer. Deze week kwam de inspiratie van Johan Van den Bulcke.

Beste mevrouw,

Reeds gans mijn leven ben ik zetelstoffeerder, een beroep dat ik van mijn vader heb geleerd, en dat hij op zijn beurt van zijn vader en grootvader had geleerd. Nu ben ik niet naïef en besef ik dat de wereld in een vlug tempo aan het veranderen is. Toch ontwaar ik in onze moderne samenleving een enorme contradictie.

Hoewel de groene kant schreeuwt om herbruikbare energie, herbruikbare verpakkingen, enzovoort, is er op het vlak van hergebruik van zitmeubelen toch een enorme achteruitgang bezig. Mijn beroep raakt stilaan helemaal in de marge van de samenleving. Lang leve de Ikea-winkel waar je een zitmeubel of stoel koopt die je enkele jaren gebruikt om daarna weg te gooien.

Toen de dieren nog spraken, kregen wij thuis mensen binnen met de vraag om hun bankstel opnieuw te bekleden. Meestal was dat toen al een twintig jaar in gebruik en nadat we ons werk hadden uitgevoerd, waren die mensen weer vertrokken voor nog eens twintig jaar. Hetzelfde met matrassen. Vier generaties lang hebben we matrassen vervaardigd.

Enkele jaren geleden kreeg ik de vraag van een klant (tachtigplus) om een wollen matras te komen ophalen om weer op te maken. Ik merkte dat die matras nog afkomstig was van mijn eigen grootvader, die ze nieuw had gemaakt en aan die mevrouw had geleverd toen ze huwde. De wens van die oude dame was om die matras weer beslaapbaar te maken zodat haar zoon, als zij er niet meer was, toch nog een goede matras had om op te slapen. Maar wat horen we de laatste jaren op de radio ? ‘Is uw matras tien jaar oud, dan is ze aan vervanging toe.’ Het gevolg is dat mensen mijn winkel binnenstappen met de mededeling : ‘Mijn matras is tien jaar oud, ik zal een nieuwe moeten hebben.’ Kan het nog dommer ?

Johan Van den Bulcke, Sleidinge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content