Het indrukwekkend lesje ‘fundamentele vrolijkheid’ van Kris Peeters

Bart De Wever is de beste communicator in De Wetstraat, maar anders dan Kris Peeters heeft hij nog nooit slecht nieuws moeten counteren. Dat die laatste het premierschap zag ontglippen, mag dan wel ‘gesneden’ hebben: zijn ‘fundamentele vrolijkheid’ was een vrij indrukwekkend staaltje van effectieve communicatie, analyseert politiek journalist Jan De Meulemeester na een bewogen Wetstraatweek.

Kris Peeters is een great communicator. Die bijnaam werd destijds gegeven aan de Amerikaanse president Ronald Reagan, die als getrainde acteur een excellente camerapresence had en van de meest effectieve toespraken bij elkaar improviseerde uit de Amerikaanse politieke geschiedenis. Efficiënt betekent in deze: het publiek snel en doelmatig de kernboodschap eigen laten maken. En een consequent, betrouwbaar merk zijn. In binnelands geval: het merk Kris Peeters® .

Effectief communiceren betekent niet: een bevlogen oratorisch taalgebruik. Integendeel, Peeters’ spreken is niet mooi. Noch qua spraakkunst noch qua woordenschat . Maar hij is geen poëet, hij is een politicus, en politiek communiceert hij bijna perfect efficiënt. Een staaltje daarvan toonde hij als co-formateur na zijn onverwachte opoffering van het premierschap.

Crisiscommunicatie

Ik heb het voorbije jaar in de Wetstraat nog nooit zo veel lachende gezichten gezien als na die dramatische woensdagnacht van vorige week. Nochtans viel louter treurnis te verwachten: daags voorheen gonsde het nog dat de levensvatbaarheid van de Zweedse coalitie zou bewezen worden. 24 uren en een partijtje kleurenwiezen later draaide het heel anders uit. Kris Peeters: premier af. Didier Reynders (MR): blijft des binnenlands. Een Vlaamse premier? Kans verkeken. De begroting: niet rond. En desondanks: niets dan vreugde te registreren. Die opmerkelijke blijdschap was ten dele een eerste en geslaagde crisiscommunicatie van de Zweedse coalitie, onder het copyright van Kris Peeters.

Neem vrijdag, op het einde van de moeilijke week. Peeters plande slechts een disreet overleg met de voorzitters op een geheime plaats, ver weg van de pers.’s Middags, na een enthousiast partijbureau van de MR, veranderde het opzet: het uur en de locatie werden medegedeeld. Journalisten waren dan toch welkom, zoals gebruikelijk achter de naderhekken op het binnenplein van Peeters’ vaste stek bij de Kamervoorzitter. Om half vier arriveerden bovendien niet enkel de voorzitters, maar de complete delegaties van de partijen. Er volgde echter slechts een kort samenzijn.

Veel meer redenen dan mediagenieke leken er niet te zijn om voor een luttel uurtje vergaderen toch gans de uitgebreide centrale werkgroep op te vorderen. Het leverde alvast mooie beelden op die samenhorigheid en daadkracht konden suggereren. Doeltreffend ook, zo net voor het weekend, want de laatste camerashots van heel de groep worden op televisie doorgaans nog enkele dagen gerecycleerd.

Koelbloedig

Therapeutisch in communicatie was ook de gezamenlijke verklaring die Peeters met Charles Michel (MR) spontaan kwam afleggen, allebei opnieuw met de opvallend brede glimlach. Wat betreft Michel hoeft die blijdschap niet te verbazen: hij glimlacht al onophoudelijk sinds hij deze zomer informateur en coformateur is, en dat neigt trouwens permanent te worden als hij straks ook premier mag zijn. Maar Kris Peeters getuigt toch van een bijzondere wilskracht en koelbloedigheid. In latere interviews geeft hij toe dat de opoffering van zijn premierschap ‘gesneden heeft‘ maar daar viel daags na de beslissing niets van te merken, zeker niet toen hij ook donderdagochtend al grappend en grollend de toon zette op de persconferentie van zijn partij.

Peeters lanceerde in de media ook een welgemikte drietrapsraket richting het weekend. Zaterdag in het Nieuwsblad en nadien in de zondagse televisiestudio’s van de Zevende Dag en VTM Nieuws reageerde hij op alle demarrages in zijn richting. Hij voelde blijkbaar aan dat de beladen en kleinmenselijke gebeurtenissen van de voorbije week door het publiek nog verteerd moesten worden. Alle onaangename assumpties over zijn politieke rol werden in de vraaggesprekken één na één minzaam geneutraliseerd.

De practical joke van Bart De Wever

N-VA-voorzitter Bart De Wever beperkte zich in dit alles tot één practical joke. Meteen na het kort overleg vrijdag verliet hij plots het Kamervoorzitterschap. Hij stapte kordaat op ons, de wachtende perslui, af om zich voor het eerst in weken tot de camera’s te richten. Dat genereerde grote verbazing bij de journalisten, want de N-VA hanteert tijdens de formatie de ongeschreven regel dat ze geen commentaar geeft, en als ze dat onverwacht wél zou doen, zo luidt het bij hen, ‘dan is het omdat er dikke shit is.‘ De Wever scandeerde: ‘Ik wil maar één ding verklaren, want de waarheid heeft haar rechten…

Nu komt er groot nieuws, dachten we. Maar dan: ‘Ik heb dat kaartspel verschrikkelijk verloren en niet gewonnen zoals sommige kranten beweren.’ Kaartspel verloren, hoezo? ‘Wel, mijn delegatie heeft die nacht kleurenwiezen gespeeld, ik verloor dat spel, en ik wil dat hier toegeven.‘ Einde grap.

Niet zomaar een betekenisloze kwinkslag: het diende om te benadrukken dat de sfeer opnieuw opperbest was, en dat alles in de juiste plooi was gevallen. De vraag of hij het échte kaartspel daarbinnen ook had verloren, werd helaas kort beantwoord met een ‘we spelen verder‘.

Bart De Wever is momenteel de beste communicator in De Wetstraat, maar anders dan Kris Peeters heeft de N-VA-voorzitter haast nog nooit slecht nieuws moeten counteren. Altijd de verkiezingen winnen en een brede Vlaamse grondstroom capteren, dat creëert een comfortzone waarin ondermeer bovenstaande grap op vruchtbare humus valt. Peeters moet echter door een meer complexe werkelijkheid laveren, vanuit zijn electoraal afkalvende christendemocratie en de zware beleidsdeelnames in alle dimensies; het overal en altijd mee besturen, en tegelijk stemmen verliezen.

De CD&V haalt 40 procent

De dominante en effectieve communicatie van de formateur deze week deed denken aan een unieke wending van zijn partij op verkiezingsavond 25 mei. In de Brusselse zaal waar toen alle militanten verzamelden, rees in de namiddag twijfel over het welslagen van de kiesslag. Peeters zelf scoorde niet schitterend, de twintig procentnorm werd slechts nipt gehaald (bovendien lukte dat enkel in het Vlaams parlement) en belangrijke parlementszetels gingen pijnlijk verloren. Tot de schare lijsttrekkers binnenstoof, de muziek begon te dreunen, en Peeters zich met zijn rijzige gestalte, strak in het pak, op het podium hees en veelvuldig declameerde ‘wij hebben stand gehouden, hier staat een sterke CD&V!‘ Het scheelde niet veel of hij had gezegd dat ze gewonnen hadden, en de zaal zou het nog geloofd hebben ook.

Sindsdien opereert de CD&V met bijzonder veel zelfvertrouwen, in die mate zelfs dat andere partijen klagen dat ze zich gedraagt als een partij van veertig procent, met de posten die daarbij horen.

De effectiviteit van Kris Peeters’ tegenaanval in de media is dus vrij indrukwekkend. Een Yves Leterme zou dat in dezelfde omstandigheden niet gekund hebben. Wijlen Jean-Luc Dehaene zou ervoor gepast hebben – hij kon dat ook niet. Misschien had een Leo Tindemans het gekund, maar dan zitten we in onvergelijkbare mediatijden. Bart De Wever kan het waarschijnlijk ook, maar heeft het nog niet moeten doen. Als zijn partij N-VA trouwens de fundamentele vrolijkheid wil hanteren, kan ze met het bovenstaande in de leer gaan bij de CD&V.

‘Eieren voor ons geld’

Het is voor de buitenwacht nog niet duidelijk of de CD&V dat premierschap al dan niet écht deugdelijk vond. Minstens wees voortschrijdend inzicht de partij stilaan een andere richting aan, en is boegbeeld Peeters die weg ingeslagen, door een mediagenieke wending te communiceren, waarbij hij in één beweging alsnog het eurocommissariaat binnenrijfde. Twee keer gewonnen. Een ervaren CD&V-insider zegt daarover: ‘Het valt nog te af te wachten, die coalitie, maar we hebben met het eurocommissariaat alvast eieren voor ons geld gekozen.

Partner Content