Het Gentse aanmeldingssysteem: ‘Helemaal niet gemaakt om school van eerste keuze te geven’

© iStock
Simon Demeulemeester

Specialist in ICT en wachtlijntheorie Wouter Rogiest (UGent) noemt het Gentse aanmeldingssysteem, ‘ondanks de goede bedoelingen’, een ramp.

Wat is het probleem?

Er zijn er een paar. Zo kan een algoritme geen rekening houden met wat het niet weet. Als het systeem niet weet dat een kind deel uitmaakt van een tweeling, kan het niet voorkomen dat die uiteengehaald wordt. Een ander probleem is dat er in dit systeem meerdere schoolkeuzes mogelijk zijn, wat de zaak fundamenteel verandert.

Hoe dan?

Je hebt dan een algoritme nodig dat kan inschatten hoe wenselijk de eerste, tweede of derde keuze is. Dat is ingewikkelde materie, die je niet standaard aangeleerd krijgt in de gemiddelde technische opleiding en zelfs niet in de meeste ingenieursopleidingen.

Men zou de ouders kunnen vragen om de keuzes ‘gewicht’ toe te kennen, door bijvoorbeeld 10 punten te verdelen over de scholen

Wat is de oplossing?

Men zou de ouders kunnen vragen om de keuzes ‘gewicht’ toe te kennen, door bijvoorbeeld 10 punten te verdelen over de scholen en het algoritme het optimalisatiedoel meegeven om elk kind zo veel mogelijk punten te laten behalen. Van zo’n doel is geen spoor in dit aanmeldsysteem. Conclusie: dit algoritme is helemaal niet gemaakt om kinderen de school van hun eerste keuze te geven, maar gewoon één van de scholen die aangegeven worden. De oproep om tot zes scholen op te geven, drijft het aantal mensen die niet hun eerste keuze krijgen onnodig op, en dus ook het aantal beroepsprocedures. Want iedereen kan in beroep gaan tegen een verkeerd ticket.

Sommige kinderen kregen elkaars eerste keuze. Hoe verklaart u dat?

Dat is niet meer of niet minder dan een programmeerfout, en dus allesbehalve hoopgevend voor de algemene kwaliteit van het programma.

Volgens jullie maakt de zogenaamde dubbele contingentering, die de sociale mix moet garanderen, het tekort nog veel nijpender. Hoe werkt dat?

Vergelijk het met gescheiden toiletten: je ziet op concerten altijd veel langere rijen bij de vrouwen dan bij de mannen. Door aparte ‘contingenten’ bij te houden, creëert men een kunstmatig tussenschot. Daardoor kunnen aparte bottlenecks ontstaan: de capaciteitsproblemen kunnen daardoor met 20 tot 30 procent toenemen. Er zijn veel elegantere oplossingen, zoals willekeurige spreiding. Als 30 procent van de leerlingen ‘indicatorleerlingen’ (allochtoon, kansarm enzovoort, nvdr.) zijn, dan zal een willekeurige trekking hun vertegenwoordiging goed benaderen. Je kunt hen ook een grotere statistische kans geven om geloot te worden.

Dit artikel verschijnt woensdag 21/3 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content