‘Verlaag de personenbelasting’

De regering-Michel vergat in de begroting het belangrijkste, vindt professor Wim Moesen: de hervorming van de personenbelasting. In één moeite lanceert hij een ‘faire en praktisch haalbare’ vermogensbelasting.

‘Je kunt van een varkensstaart geen rechte pijl maken’, zegt begrotingsexpert Wim Moesen (KU Leuven). Het is een uitspraak van zijn moeder die hij graag gebruikt wanneer hij het heeft over de begroting die de regering-Michel net presenteerde. ‘De begrotingsbesprekingen werden steeds weer uitgesteld, met als gevolg dat er op het eind lange nachtelijke vergaderingen moesten worden gehouden om de begroting op tijd bij Europa te kunnen inleveren. Zoals in het verleden was tijdens die vergaderingen nervositeit troef en was er geen langetermijnvisie. Het enige goede nieuws is dat België, dat bekendstaat als een budgettaire belhamel, de begroting nipt op tijd aan Europa heeft overhandigd.’

Moesen is tevreden dat de regering-Michel drie grote operaties loskoppelde van de begroting: de verlaging van de vennootschapsbelasting, de invoering van een of andere vorm van vermogensbelasting, en spaargeld in de richting van onze reële economie duwen. ‘Dat was verstandig, want die dossiers waren nog niet rijp.’

‘De regering-Michel kan nog twee jaar regeren en staat nu voor de fundamentele keuze. Ofwel moddert ze verder aan, ofwel begint ze aan de structurele ingrepen die dit land nodig heeft’, zegt Moesen. ‘Dat schrijnende schouwspel in de Kamer waarbij premier Charles Michel (MR) zijn coalitiepartners opriep om meer eenheid te tonen, is misschien het kantelmoment. Ik hoop dat de regering ernstig werk maakt van die drie werven, maar ook dat ze het allerbelangrijkste niet over het hoofd ziet: de hervorming van de personenbelasting.’

De regering-Michel heeft toch al een taxshift doorgevoerd? Ze verlaagde al de belastingen op arbeid.

WIM MOESEN: Ze verlaagde inderdaad de patronale bijdrage van 33 naar 25 procent. Dat was een goede beslissing: dankzij de lagere loonkosten nam onze concurrentiekracht toe. Het is een economische wetmatigheid: als de loonkosten dalen, neemt de vraag naar werknemers toe, er komen jobs bij. Maar naast de vraag naar arbeid is er ook het aanbod van arbeid: willen de mensen werken, langer werken, meer werken? Een heel belangrijke factor daarin is het nettoloon. Als het nettoloon stijgt, wordt het de moeite waard om te gaan werken en groeit het aanbod van werknemers. Ook dat is een economische wetmatigheid. Daar heeft de regering-Michel te weinig aan gedaan: het nettoloon van de mensen is nauwelijks gestegen. En dan laat ik het feit dat ze meer moeten uitgeven, bijvoorbeeld door de btw-verhoging op elektriciteit, nog buiten beschouwing.

De regering-Michel moet ervoor zorgen dat het nettoloon stijgt?

MOESEN: Zeker. Ze deed de loonkosten flink dalen, maar het is uiterst belangrijk dat ze het nettoloon gevoelig doet stijgen. Want wat is ons groot probleem? Onze werkzaamheidsgraad – het aantal mensen tussen de 18 en de 65 jaar dat werkt – is te laag. Bij ons is dat 67 procent, de rest is werkloos, ziek, met brugpensioen enzovoort. De gemiddelde werkzaamheidsgraad in Europa is 73 procent, in onze buurlanden is het 77 procent, in Scandinavië meer dan 80 procent. Die werkzaamheidsgraad krijg je gevoelig omhoog als je én de loonkosten laat dalen én het nettoloon verhoogt. Budgettair heeft dat een dubbel effect: de overheid hoeft minder uit te keren aan werkloosheid, ziekte, invaliditeit en brugpensioenen, én ze krijgt meer geld binnen want de mensen die werken, betalen bijdragen. Werken is trouwens niet alleen goed voor het overheidsbudget, het is ook goed voor je eigenwaarde en welbehagen. Voltaire wist het al, werk bevrijdt mensen van drie rampen: verveling, ondeugd en armoede.

Tweede taxshift

Professor Moesen pleit dus voor een tweede taxshift. Daarbij moet gewied worden in de talrijke aftrekposten in de personenbelasting. ‘Onze handleiding bij het invullen van de personenbelasting beslaat nu 150 bladzijden’, vertelt Moesen. ‘Dat is veel te veel. Onze personenbelasting is veel te ingewikkeld. Iedereen kent die kwaal, ook Europa vindt al lang dat we daar iets aan moeten doen. Ik hoop dat de regering-Michel er vaart achter zet.’

Samen met het afschaffen van veel aftrekposten moet er een belastingverlaging komen, zodat iedereen netto meer overhoudt. Moesen: ‘Een van de meest efficiënte manieren om dat te doen, is een drastische verhoging van het vrijgestelde minimum. Op de eerste schijf van de inkomsten betaalt niemand belastingen. Trek dat bedrag gevoelig op, en de belastingen dalen voor iedereen, maar vooral voor wie een laag inkomen heeft. Zij houden dan gevoelig meer over, en dat maakt werken voor hen nog aantrekkelijker. Bovendien kan de overheid dan efficiënter werken, want ze hoeft van een heel aantal dossiers niet langer de belastingen te berekenen.’

Wat met de meerwaardebelasting, die op de onderhandelingstafel van de regering-Michel ligt?

MOESEN: Je moet een meerwaardebelasting niet apart bekijken, zoals de regering-Michel vandaag doet, ze moet deel uitmaken van de noodzakelijke grote hervorming van ons belastingsysteem. Het moet niet alleen eenvoudiger, maar ook rechtvaardiger worden. Premier Michel verklaarde dat hij daar werk van wil maken. Je zult dus niet alleen de inkomsten uit arbeid maar ook die uit vermogen moeten belasten, en dat maakt het best deel uit van die grote belastinghervorming.

Hoe moet ons belastingsysteem er dan concreet uitzien?

MOESEN: Ik pleit zoals veel economen voor een duaal belastingsysteem, zoals in Scandinavië. De belastingbrief bestaat daar uit twee luiken. In luik A worden al je inkomsten uit arbeid en vervangingsinkomsten belast. Daar hanteer je een progressief tarief: hoe meer je verdient, hoe meer belastingen je betaalt. Maar de eerste belastingvrije schijf zou ik dus optrekken, zodat iedereen maar vooral de mensen onder aan de ladder minder belastingen hoeven te betalen en netto meer overhouden. In luik B zitten dan al je inkomsten uit vermogen.

Daar komen dan de interesten op spaarboekjes en obligaties en de dividenden die je opstrijkt, waar je vandaag al roerende voorheffing op betaalt?

MOESEN: Inderdaad. Maar in luik B komen ook de inkomsten dankzij royalty’s en brevetten, die nu heel vaak vrijgesteld zijn van belastingen. Daar moet je ook de nettohuurinkomsten aangeven, terwijl je bij ons alleen een kadastraal inkomen betaalt – dat trouwens verouderd is. In luik B moet je ook de meerwaarden op financiële activa aangeven, die nu bij ons niet worden belast. En dan ook nog de meerwaarden die je boekt op onroerend goed, een huis of grond, behalve als het je eigen huis is. Dat wordt nu belast tegen 17 procent als je dat verkoopt binnen de vijf jaar na aankoop.

En tegen welk tarief moeten al die inkomsten uit vermogen worden belast?

MOESEN: Sommige economen vinden dat ook de inkomsten uit vermogen progressief moeten worden belast: het tarief stijgt naarmate de inkomsten hoger liggen. Ik vind dat te ver gaan, want hoe komt iemand aan zijn roerend en onroerend vermogen? Ofwel heeft hij het zelf opgebouwd, hij spaarde ervoor en dan betaalde hij daarop al inkomstenbelastingen. Ofwel heeft hij het vermogen geërfd, en dan heeft hij er al successierechten op betaald. Nee, voor het belasten van het vermogen ben ik voorstander van een vlaktaks, zoals in Scandinavië. Daar worden al die inkomsten uit luik B belast tegen een vast tarief, meestal 27 procent, met een vrijgesteld minimum. Dat is een pragmatische en faire manier om ook de inkomsten uit vermogen te belasten.

De regering-Michel heeft net het tarief van de roerende voorheffing verhoogd van 27 naar 30 procent.

MOESEN: Kijk, dát is nu een voorbeeld van een ongelukkige beslissing. Ten eerste past ze niet in een globale visie op de hervorming van onze belastingen. Ten tweede wordt sparen en beleggen door die verhoging ontmoedigd, terwijl het juist moet worden aangemoedigd want de wettelijke pensioenen zullen straks niet volstaan om ons welvaartsniveau in stand te kunnen houden. Dus wordt een spaarpotje, naast een eigen huis, cruciaal. De regering had de roerende voorheffing beter op 27 procent gehouden.

Gelooft u dat de regering-Michel zo’n grote belastinghervorming zal doorvoeren?

MOESEN: Als de regering-Michel blijft aanmodderen zoals ze nu bezig is, zal ze bij de verkiezingen niet beloond worden. Als ze ervoor zorgt dat de mensen de hervorming voelen in hun portemonnee, en als de belastingen niet alleen eenvoudiger maar ook rechtvaardiger zijn, zal ze wel beloond worden. De mensen zijn niet dom, ik ga ervan uit dat de regering-Michel dat ook niet is.

DOOR EWALD PIRONET

‘De regering deed de loonkosten flink dalen, maar het is uiterst belangrijk dat ze het nettoloon gevoelig doet stijgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content