Ferdi De Ville

‘Het democratische probleem van de eurozone kan niet met een technische ingreep worden opgelost’

Ferdi De Ville Docent Europese politiek aan de Universiteit Gent en kernlid van Denktank Minerva

‘Wat is nog de plaats en de kracht van democratie in de eurozone’, vraagt Ferdi De Ville van de Vrijdaggroep zich af. ‘De wil van de kiezer lijkt slechts één factor die het beleid bepaalt en die vaak wordt overschaduwd door de wil van de financiële markten en gemaakte Europese afspraken.’

Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be

De meest recente Griekse crisis en late deal, waarover al veel geschreven, heeft een belangrijke kwestie in het centrum van het maatschappelijk debat geplaatst. Het gaat om de vraag wat de plaats en de kracht van democratie nog is in de huidige eurozone. Sommigen zien in de aanpak van Griekenland het failliet van de democratie, anderen menen dat de Griekse regering zich net onverantwoordelijk heeft gedragen.

Verschillende visies op democratie

Deze verschillende zienswijzen zijn het gevolg van verschillende visies op wat de essentie van democratisch bestuur is. Er zijn kasten vol geschreven over het verschil tussen bestuur door en voor het volk, responsief en responsabel bestuur, input– en outputlegitimiteit of het regent– versus afgevaardigdemodel van vertegenwoordiging (en ik zou nog even kunnen doorgaan).

Zij die democratie telkens eerder met de eerste omschrijving identificeren zien de voorbije maanden inderdaad als het failliet van de democratie. De Syriza-regering was de keuze van het Griekse volk voor een alternatief voor het besparingsprogramma dat vorige regeringen met de trojka hadden afgesproken. De andere landen van de eurozone vonden echter dat van heronderhandeling geen sprake kon zijn en trokken uiteindelijk aan het langste eind. Wanneer een land in slechte financiële papieren is geraakt, maakt lidmaatschap van de euro verkiezingen zo tot een farce.

‘Het democratische probleem van de eurozone kan niet met een technische ingreep worden opgelost’

Zij die democratie veeleer steeds met het tweede concept associëren, stellen dat Syriza eens in de regering zich ‘verantwoordelijk’ had moeten gedragen door het strenge programma verder te zetten. Zowel ‘voor het volk’ (al wordt door vele economen betwist dat de besparingsprogramma’s goed zijn voor de Grieken) als omdat goed bestuur impliceert dat gemaakte afspraken moeten worden nageleefd (‘pacta sunt servanda‘), had Syriza meteen moeten inbinden. Zij zien de uiteindelijke deal als de logische uitkomst van de optelsom van 19 democratieën.

Responsief versus responsabel bestuur in de eurozone

In de praktijk is democratisch bestuur altijd een combinatie van deze twee visies op democratie geweest. In de Griekse kwestie botsen responsief en responsabel bestuur echter frontaal. Er is weinig tot geen overlap tussen het Syriza-programma waarvoor de Grieken hadden gestemd en beleid dat Griekenland in de eurozone kan houden. Eerder, maar minder opvallend, hebben ook partijen in Ierland en Portugal moeten inbinden door nadat ze tot de regering toetraden bestaande programma’s integraal verder te moeten zetten.

Verkiezingen als schakel tussen de wil van de burger en beleid lijken dus niet meer het alfa en omega van democratie in de eurozone. De wil van de kiezer lijkt slechts één (soms eerder bijkomstige) factor die het beleid bepaalt en die vaak wordt overschaduwd door de wil van de financiële markten en gemaakte Europese afspraken.

Ook landen die niet in budgettaire problemen zitten, kunnen in de eurozone verre van vrij regeren en reageren op de verzuchtingen van de burger. Het is geweten dat de Europese begrotingsafspraken het voeren van een Keynesiaans beleid onmogelijk maken. De voorstanders van die regel menen dat zulk beleid niet werkt en contraproductieve gevolgen heeft en begrotingsregels er dus ‘voor het volk’ zijn. Dat is echter een ideologische consensus uit een bepaalde periode, maar wel één waar elke nieuwe regering in de eurozone niet meer onderuit kan. Ook een muntdevaluering of een op de eigen economie afgestemde monetaire stimulus is niet meer mogelijk in de eurozone, waardoor elke regering van welke samenstelling dan ook gedwongen is om de economie bij nood te stimuleren via een verlaging van de lonen of de loonkosten.

Fiscale unie als uitweg?

Dat de democratie in de eurozone in zo’n strak keurslijf zit dat verkiezingen een schertsvertoning lijken geworden, heeft tot gevolg dat kiezers die ontevreden zijn met het beleid zich wenden tot partijen die beloven het helemaal anders te zullen doen, zich niets aan te trekken van gemaakte afspraken en zich desnoods van die afspraken te ontdoen. Het broze evenwicht tussen responsief en responsabel bestuur zal onvermijdelijk eens breken wanneer het tweede te zwaar doorweegt.

Is er een uitweg? Deels is de contradictie tussen deze twee aspecten van democratie in de eurozone te wijten aan de onvolkomenheden van de euro-constructie. Die impliceren dat wanneer een land in economische moeilijkheden komt, het die helemaal zelf moet oplossen, terwijl het daarvoor geen enkel instrument meer heeft, tenzij besparen, met alle economische, sociale en uiteindelijk democratische contradicties van dien.

‘De hamvraag is dan wel hoe zowel die overgang naar als het uiteindelijke functioneren van die fiscale unie op een democratische manier kan gebeuren’

De oplossing zou zijn om mechanismen in de eurozone aan te brengen die de inspanningen om een crisis te boven te komen spreiden, een vorm van solidariteit als verlicht eigenbelang, aangezien elk land wel eens in de problemen kan komen. Dat zou regeringen alvast een beetje meer adem- en manoeuvreerruimte geven. Uitlatingen uit Frankrijk, Italië en Duitsland de voorbije weken lijken aan te geven dat de Griekse crisis de nationale politieke bewindvoerders heeft doen inzien dat zulke ‘fiscale unie’ nodig is, nadat ook de voorzitters van de vijf belangrijkste Europese instellingen zich al in 2012 en opnieuw dit jaar hiervoor uitspraken.

Democratisch probleem valt niet technisch te fiksen

De hamvraag is dan wel hoe zowel die overgang naar als het uiteindelijke functioneren van die fiscale unie op een democratische manier kan gebeuren. Zullen bevolkingen (die de voorbije jaren jammerlijk tegen elkaar zijn opgezet) hun zegje kunnen doen over of ze die fiscale unie wel willen en hoe die eruit moet zien? En hoe zal die fiscale unie, met wellicht onder andere automatische transfers tussen de eurozone lidstaten, een significant eurozone budget, een Europees minister van financiën en nog meer afspraken, op een democratische wijze bestuurd worden?

Het democratische probleem van de eurozone kan niet met een technische ingreep worden opgelost. Het is daarom nodig niet alleen na te denken en te debatteren over hoe een betere muntunie er technisch zou moeten uitzien, maar ook en vooral hoe die op een democratische wijze kan worden ingevoerd en functioneren.

Partner Content