Peter Casteels

‘Het conservatisme van de N-VA is een goed gevonden gimmick’

Knack-redacteur Peter Casteels vraagt zich af of Bart De Wever van zijn N-VA wel écht een conservatieve partij maakte. ‘Enkel heel af en toe laat de conservatief in De Wever zich nog eens horen.’

Hoeveel parlementsleden van de N-VA zouden verschrikt opkijken als je hen vraagt wat het conservatisme van hun partij precies nog inhoudt? Zou de studiedienst daar een debatfiche voor hebben opgesteld? Ik heb ze in ieder geval nog nooit opgezegd horen worden. Nu zijn er in Vlaanderen zelfs partijen waarvan de voorzitster niet eens helder kan uitleggen waar hun basiswaarden voor staan, en dat is ten minste iets waarvan de N-VA niet kan worden beschuldigd. In Londen ontving Bart De Wever vorige week de Edmund Burke Award, genoemd naar de beroemdste conservatief van Europa. Hij was daar zo mee in zijn nopjes dat hij zelfs een journalist van De Tijd meevroeg om er verslag over te doen.

Het conservatisme van de N-VA is een goed gevonden gimmick.

De parlementsleden van De Wever zijn nochtans lang niet de enige die moeite hebben om de vraag over het conservatisme van hun partij te beantwoorden. Ik vroeg er twee jaar geleden de filosoof Herman De Dijn, helaas één van de weinige conservatieve intellectuelen in Vlaanderen, voor Knack naar. ‘Of de N-VA een conservatieve partij is? Natuurlijk niet’, was zijn wat ontnuchterende antwoord. ‘Hier en daar zit misschien een conservatieveling, maar die partij is liberaal. De N-VA heeft alles ingezet op de economie. Eindelijk zijn Vlamingen welgesteld geraakt – dat heeft een hele tijd geduurd -, en de N-VA heeft ons beloofd dat ze die welvaart zal beschermen. De partij was zelfs bereid om daarvoor haar nationalistische programma op te geven. Wat voor partij ben je dan?’

Ja, wat voor partij is de N-VA dan eigenlijk? Of waar komt dat conservatisme vandaan? Het gaat terug tot een essay dat De Wever in 2003, toen nog in De Standaard, over Edmund Burke schreef. Het strekt tot aanbeveling om dat essay nog eens te herlezen, maar ik vat het graag voor u samen. Ten eerste is de samenleving voor conservatieven organisch en niet maakbaar. ‘Wie als politicus iets ten goede wil veranderen, kan bijgevolg best optreden als een chirurg: met voorzorg, subtiele precisie en nazorg. Wie als een beenhouwer tekeer gaat, zorgt alleen voor miserie’, schreef De Wever. Of de excellenties van N-VA zich als chirurgen of eerder als beenhouwers gedragen, moet iedereen voor zich uitmaken. Het ideologisch programma dat hij toen naar voren schoof is ook veel interessanter. ‘Wanneer het individu de maat is van alle dingen, wordt alleen de gerichtheid op het eigen ik groter en staat de deur open voor een ongeremd en zuiver materialistisch egotisme’, was zijn oordeel over die tijd.

De Bart De Wever van 2003 maakte zich daar zelfs grote zorgen over: ‘Gevolg is de paradoxale situatie dat onze welvaart steeds groter wordt terwijl tegelijk tal van welzijnsindicatoren op rood staan: zelfmoorden en gezinsdrama’s, verkeersagressie, onveiligheidsgevoelens, bestaansonzekerheid, gebruik van geneesmiddelen en drugs, psychische klachten, mislukking van duurzame relaties, vereenzaming, denataliteit. Het is hoog tijd om als politicus terug met klem te durven spreken over de noodzaak van civiele waarden als vriendschap, trouw, solidariteit, respect, intellectuele eerlijkheid, moed, erkentelijkheid en uiteindelijk burgerzin voor de uitbouw van een harmonieuze samenleving.’

Er is geen enkele N-VA’er die zich zelfs maar enigszins enthousiast profileert op ethische dossiers. De Wever horen we daar al helemaal niet meer over.

Het moet de enige keer geweest zijn dat een N-VA’er zich luidop zorgen maakte over iets als denataliteit. Maar wat zouden de parlementsleden van die partij vandaag ook moeten antwoorden als iemand hen vroeg naar wat ze over vriendschap, trouw, eerlijkheid of moed te zeggen hebben? Doorheen het sociaaleconomisch beleid van de N-VA spreekt weliswaar de stem van een strenge vaderfiguur die al z’n kinderen gedurig op hun verantwoordelijkheden wijst. Hard werken, spaarzaam leven en nergens te veel over klagen: het is de meest schrale invulling van een conservatieve moraal. Er is geen enkele N-VA’er die zich zelfs maar enigszins enthousiast profileert op ethische dossiers. De Wever horen we daar al helemaal niet meer over. Hij communiceert de laatste jaren liever in venijnige quotes, en heeft het schrijven aan zijn woordvoerder Joachim Pohlmann gelaten.

Enkel heel af en toe laat de conservatief in De Wever zich nog eens horen. In 2016 gaf hij zo een lezing voor het Willem Elsschot Genootschap. Elk jaar vragen zij een politicus, en De Wever nam de gelegenheid te baat om een woordje of twee over trouw en respect te zeggen. Onder de titel ‘De deugd van de hypocrisie’ hield hij een pleidooi voor getrouwde koppels om toch maar bij elkaar te blijven, ook al slaat de partner liever zijn geliefde dood en steekt die het huis in brand. De hypocrisie die daarbij hoort is beter dan de ellende van gescheiden ouders.

Vorige maand gaf de Leuvense lijsttrekker van de partij, Lorin Parys, in aanwezigheid van De Wever, ook een persconferentie over eenzaamheid. Niet minder dan veertig maatregelen had hij uitgewerkt in een ’toolkit’ voor lokale besturen. ‘Ik ben blij dat we als gemeenschapspartij ook deze kant kunnen belichten,’ zei Parys erover in De Standaard. Een hele pagina had hij er inderdaad in die krant voor gekregen, maar het zou wel eens meteen het laatste kunnen zijn wat we daarover van de N-VA, en allicht ook van alle andere partijen, hebben gehoord.

De gemeenteraadscampagne gaat voor de N-VA dan ook liefst over veiligheid en identiteit – de thema’s waar de partij sinds de vluchtelingencrisis en de terreuraanslagen haar succes aan heeft te danken. Hebben die vluchtelingen hier allemaal wel een plaats? Welke vormen van de islam kunnen we hier dulden? Wie moet wie precies een hand geven? Wie zijn wij, Vlamingen, en wat verwachten we van nieuwkomers? Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van mei ’68 gaf De Wever een speech in Leuven waarin hij die vragen nogmaals beantwoordde. Daarin ging hij nog eens tekeer tegen het ‘identitair nihilisme’ dat we van die dagen hebben geërfd. ‘Het vergt durf om te zeggen wie wij zijn en wie we samen willen worden. Maar het is nodig’, klopte hij zichzelf op de borst.

Het gemak waarmee sommige conservatieven de Verlichtingswaarden hebben gekopieerd, blijft curieus.

Zijn antwoord? ‘De fundamentele waarden van de Verlichting tonen ons de weg.’ Ook in De Tijd had De Wever het er zaterdag over: ‘Het conservatisme moet […] twee nieuwe goden centraal stellen: vrijheid en gelijkheid. Ik geloof dat het geheim van het succes van mijn politieke partij erin bestaat dat we de verlichting omarmen als een conservatief werktuig.’ Zou het gezelschap van wie hij de Edmund Burke Award heeft gekregen dat een even briljante ingeving hebben gevonden, of waren die al blij dat er nog eens een populaire politicus is opgestaan die af en toe met de naam van Burke rondstrooit? Het gemak waarmee sommige conservatieven de Verlichtingswaarden hebben gekopieerd, blijft curieus. Maar het is inderdaad een onderwerp waarover elk parlementslid van de N-VA een woordje kan meepraten. ‘Gelijkheid van man en vrouw, rechten voor holebi’s en de scheiding van kerk en staat’, is de samenvatting van de debatfiche.

Maar wat vertellen die waarden over het goede, conservatieve leven? Zeggen die echt iets over wie wij werkelijk zijn? Voor Vlamingen zoals ik, en in de ogen van N-VA’ers de overgrote meerderheid van de Vlamingen, voor wie die Verlichtingswaarden al hun hele leven evidenties zijn, hebben ze maar weinig betekenis. Sterker nog, ze doen nog het meeste denken aan de ‘nihilistische’ erfenis van mei ’68. Ook toen eisten vrouwen en holebi’s hun vrijheid op, en probeerden jongeren zich te onttrekken aan de invloed van de kerk.

De Verlichtingswaarden worden enkel prikkelend als we ze confronteren met mensen die zich ertegen verzetten. Iets waar N-VA’ers uiterst bedreven in zijn. Conservatieve moslims – om maar eens een groep te noemen – die de gelijkheid van vrouwen niet respecteren, homo’s haten en de sharia willen invoeren, hebben het daar dan ook knap lastig mee. De extremistische islam van repliek dienen, kan perfect met de Verlichtingswaarden. Maar wanneer hebben die waarden van vrijheid, en gelijkheid onszelf nog ergens toe geïnspireerd? Of hoeft dat niet meer, en valt het sinds de N-VA de grootste partij van het land is wel weer mee met het ‘ongeremd en zuiver materialistisch egotisme’ waar De Wever zich in 2003 druk om maakte? We hebben hem er in ieder geval sindsdien niet meer over gehoord.

Het conservatisme van Bart De Wever, en zeker van de N-VA, is een aardige gimmick. In de praktijk verschilt het zelfs niet zoveel van de erfenis waar soixanthuitards trots op zijn: vrijheid en gelijkheid. De intellectueel die De Wever is, heeft zo wel meer gimmicks. In de lezing die De Wever deze week in Londen hield tijdens zijn prijsuitreiking, verbond hij het conservatisme met het euroscepticisme van de Engelse conservatieven en ook van de N-VA. ‘De EU (Europese Unie, nvdr.) is slechts een verdrag’, zei De Wever daarbij. Charles Michel is het daar ongetwijfeld mee oneens, maar zouden zelfs de Europarlementsleden van N-VA kunnen uitleggen wat hij daarmee bedoelde? Enkel heel af en toe laten zij ook een eurosceptisch ballonnetje op. Sander Loones kondigde anderhalf jaar geleden aan een lijst op te stellen van bevoegdheden die dringend van de EU weer naar de nationale lidstaten moeten komen. Daar is sindsdien even weinig van vernomen als van de toolkit tegen eenzaamheid van Lorin Parys.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content