Bart De Valck

‘Grenzen zijn meer dan paaltjes langs een denkbeeldige lijn’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

‘Wetten zonder achterpoortjes doen België vastlopen in zijn intrinsieke tegenstellingen’, schrijft Bart De Valck van de VVB. ‘Een confederaal België is onmogelijk gezien de bipolaire aard van deze staat.’

In mijn vorige bijdrage aan deze reeks ging ik de revolutionaire toer op. Ik heb daar nergens geschreven dat de Vlamingen vroeg of laat revolutie zullen ‘maken’. Want straffe veranderingen in maatschappelijke en internationale verhoudingen zijn niet echt maakbaar. Ze dienen zich eenvoudigweg aan. Je moet er wel een goede neus voor hebben en ze juist en maximaal benutten. En als je wil consolideren, dan moet je maat houden. Een lijn trekken. Grenzen stellen. En zelfs: jezelf dúrven begrenzen. Het is eigen aan een pluralistische vereniging als de VVB om een heel progressief idee, namelijk dat van de tabula rasa middels een diepgrijpende omwenteling, te counteren met het uitgesproken behoudsgezinde ‘ken uzelf’ en dus: ‘matig uzelf’. Iets waar wel wat lef en creatieve zelfkennis voor nodig is.

‘Grenzen zijn meer dan paaltjes langs een denkbeeldige lijn’

Het is veel gemakkelijker om voluit te gaan en de tragische underdog uit te hangen wanneer je je hand hebt overspeeld. Maar het zou heel on-Vlaams zijn om de drama queen uit te hangen. La Marianne en la Brabançonne, die vorige week al de revue passeerden, zijn niet aan ons besteed. Graag citeer ik vrijelijk Vondel: ‘met een traagheid die grootse projecten waardig is’ – zoals dus de totstandkoming van de Vlaamse republiek. Het mag wel degelijk vooruit gaan, maar dan vooral in de zin van ‘gestaag’, zonder bijvoorbeeld nog halt te houden bij confederale hersenspinsels.

Los van de kapot geanalyseerde (on)mogelijkheid om vanuit een federale ordening meteen naar het confederalisme te gaan, is een confederaal België voor mij gewoon onmogelijk gezien de bipolaire aard van deze staat. Confederalisme zou de centrifugale krachten gewoon nog versterken. Meer en betere samenwerking met Wallonië kan maar in een volledige andere setting zonder de schaduw van een de oude, verzuurde, slechtwerkende Belgische ‘samenwerking’.

Wettigheid uit wettelijkheid

Welnu, de actieve voorbereiding van de Vlaamse onafhankelijkheid waarvan ik zo graag de mond vol heb, is geen containerbegrip waarachter alleen maar ambivalentie en vaagheid zouden schuilgaan. Het is geen kwestie van ‘het is nu echt wel vijf voor twaalf voor Vlaanderen’ versus gestaagheid. Evenmin van daadkracht versus ‘België uitzweten’ (wat sommigen wat kwaadwillig wel eens de ‘verrottingsstrategie’ noemen). Of, voor mijn part, van revolutionair versus ganzenhoeder. Het federale België biedt het Vlaams-nationalisme namelijk het comfort dat de tegenstellingen diep verankerd zijn in het DNA van de staat zelf. Ze vormen de essentie van de belgitude zelf en dus kan er geen ander positief politiek verhaal bestaan voor het Belgische niveau dan dat van de eeuwigdurende communautaire pacificatie, het ‘olie op de golven’. Voor België-believers fijn en positief dus, maar weinig inhoudelijk en al helemaal niet opbouwend. Het is het sentimentele positivisme van de status-quo, waarvan geweten is dat het slechts leegte verbergt.

‘Voor wie ze zien wil, zijn de Belgische tegenstellingen en breuklijnen tegelijkertijd heel zichtbaar. Je moet geen juridisch expert zijn om ze aan de oppervlakte te brengen.’

Voor wie ze zien wil, zijn de Belgische tegenstellingen en breuklijnen tegelijkertijd heel zichtbaar. Je moet geen juridisch expert zijn om ze aan de oppervlakte te brengen. Langs de ene kant is de Vlaamse Volksbeweging naar Schots voorbeeld in de weer met een witboek van de onafhankelijkheid, dat de lijnen naar de republiek wil uitzetten. Anderzijds vervullen wij zo goed als mogelijk onze rol van ganzenhoeder of waakhond. Als we die functie goed blijven vervullen, dan wordt het voor het federale België steeds moeilijker om zijn inherente tegenstellingen te verantwoorden, omdat er een overduidelijk democratisch deficit ten nadele van de Vlamingen uit blijkt.

BHV was hiervan een mooi voorbeeld, maar er zijn er onnoemelijk veel andere: paritaire verhoudingen her en der, de electorale kostprijs van een parlementair zitje in Vlaanderen tegenover Wallonië, de koppeling van de rechten van Vlamingen in Brussel aan die van Franstaligen in de Rand (waar het vroeger nog ging over hun minderheidspositie in geheel België). Noem maar verder op. Een Vlaamse grondstroom die beginselvast en rechtlijnig de kant kiest van de legaliteit, wordt willens nillens eerder vroeg dan laat een onstuitbare revolutionaire kracht. De staat hervormen vergt steeds meer extraconstitutionele kunstgrepen. Dus zelfs grondwettelijk zit het helemaal (en al lang) niet meer snor. De wettiging om werk te maken van een brede maatschappelijke rondetafel in Vlaanderen om de stap naar de republiek voor te bereiden, volgt principieel uit de wettelijkheid en het belang van een democratische ‘rechtsnorm’ (‘rule of law’) voor allen.

Grenzen als betekenaar en zintuig

Terug naar grenzen en begrenzingen – of begrensdheid. Wanneer wij als waakhond optreden, met betrekking tot materiële (bv. de transfers) of identitaire belangen (bv. de toepassing van de taalwetgeving) trekken we heel duidelijk de lijn, we noemen het een grens. We zijn geen uitdrukkelijke legalisten (het voorgaande zou een andere indruk kunnen hebben gewekt), maar weten dat België het moeilijk heeft met wettelijkheid. Wetten zonder achterpoortjes doen België vastlopen in zijn intrinsieke tegenstellingen. Wie dit vaststelt, kan daar juridische beschouwingen aan vastknopen. De Vlaamse Volksbeweging heeft de mensen die daartoe bekwaam zijn. Ik bekijk die grens evenwel voornamelijk als een morele lijn. Dat het federale België zich als een duiveltje in een wijwatervat weert tegen elke suggestie van ontbinding in opvolgerstaten, hoeft geen verbazing te wekken. Nauwelijks verwonderlijk is bovendien dat in crisisperiodes de verleiding toeneemt om extralegale middelen in te zetten om te overleven als staatkundige entiteit. In het verleden hebben we hier al uiteenlopende staaltjes van meegemaakt. De lijn die de Vlaamse Beweging trekt, is dus een ijkpunt om ‘zwaar weer’ te voorspellen, naarmate de Vlaamse ontvoogding in de richting van een eigen republiek zich verder voltrekt. Een grens is zin- of betekenisvol, maar is zelf ook betekenaar en verstrekt dus informatie. De territoriale analogie ligt trouwens voor de hand.

‘Grenzen zijn niet gemaakt om ze te overschrijden. Wie het toch doet, heeft maar beter een goede reden.’

Nog belangrijker is die ethische grens voor de stroming zélf waarvan ik deel uitmaak, het Vlaams-nationalisme. Een grens – en zeker een morele grens – is niet alleen een betekenaar: het is een zintuig. Als grens is ze niet absoluut en het is dus ook niet immoreel ze te overschrijden, in casu door de exit van Vlaanderen uit de Belgische federatie. Het mag echter niet zomaar vrijblijvend gebeuren en er moet een eerlijk en noodzakelijk verhaal zijn dat motiveert waarom wij dus vroeg of laat met Vlaanderen buiten de Belgische Grondwet zullen moeten stappen, al is het maar heel even – om snel maar niet onverhoeds een gedragen Vlaams constitutioneel document aan te nemen en het bij referendum te doen bekrachtigen. Tenminste, zoals ik dat zie als gemeenschapsstichtend en inclusief moment voor alle ingezetenen van de Vlaamse republiek.

Grenzen zijn niet gemaakt om ze te overschrijden. Wie het toch doet, heeft maar beter een goede reden. Voor Vlaanderen hoeft dat geen ressentiment te zijn, maar veeleer een goed begrip van zijn Europese toekomst. Een sterke emotionele betrokkenheid bij een politiek project en een drang om door te zetten, zijn mooi. Indien er een moreel appel uit kan groeien dat steeds meer mensen aanspreekt, dan weet je dat je de tijdsgeest correct aanvoelt – wars van al het postmoderne nihilisme over het einde van ‘grote verhalen’. Overigens, welk project kan in feite postmoderner én opbeurender zijn dan een herijking van de Vlaamse identiteit in een ondertussen enorm geïnternationaliseerde, wereldwijde politieke en culturele context?

De vraag stellen, is ze zonder reserves meteen beantwoorden. Een uitdaging die ik met de Vlaamse Volksbeweging in elk geval graag aanga.

Partner Content