Dirk Jacobs

Graag echte parlementen in plaats van fora vol burgemeesters

Dirk Jacobs Gewoon hoogleraar Sociologie aan de Université Libre de Bruxelles

Om verschillende redenen is een cumul van mandaten onwenselijk, zegt socioloog Dirk Jacobs. ‘Wie een goed parlementslid wil zijn, kan onmogelijk ook nog een goede burgemeester of schepen zijn.’

Politiek is een harde stiel, zeker in tijden van lijstvorming zoals vandaag, wanneer collega’s en partijgenoten eerder concurrenten dan strijdmakkers zijn. Wat opvalt bij de lijstvorming is dat anderhalf jaar na de gemeenteraadsverkiezingen de usual suspects opduiken voor de verkiesbare plaatsen. Heel wat politici die burgemeester of schepen zijn, staan alweer in pole position om ook Vlaams of federaal parlementslid te worden. Dat roept de vraag op of politici misschien meer uren op een dag (en meer dagen in een week) hebben dan andere mensen. Of de combinatie van vele mandaten geen impact heeft op de kwaliteit van hun diverse activiteiten en of ze eigenlijk nog een leven naast de politiek hebben. In een cynische variant roept het de vraag op of politici als schepen, burgemeester of parlementslid eigenlijk hun tijd wel nuttig kunnen invullen en bij gebrek aan werk dan maar mandaten gaan hamsteren. Een correctere lezing is wellicht dat een cumul van mandaten een grotere kans op politiek overleven garandeert en de macht binnen de eigen partij vergroot. Bovendien wil elke partij de stemmenkanonnen maximaal inzetten.

Om verschillende redenen is een cumul van mandaten onwenselijk. Het belangrijkste argument is dat elk politiek niveau op zich serieus genomen dient te worden. Het valt misschien nog te verdedigen dat men een zitje in een parlement met een zitje in de gemeenteraad combineert, maar het wordt ongeloofwaardig als men ook schepen of burgemeester wil blijven, al helemaal in de steden. Wie zich goed van zijn taak als parlementslid wil kwijten, moet immers al zijn tijd spenderen aan het opvolgen van dossiers, het stellen van zinnige parlementaire vragen, het onderhouden van contacten met experts en belangengroepen en het opstellen van wetsvoorstellen. Dan is het onmogelijk om ook nog een goede burgemeester of schepen te zijn die zijn stad of gemeente goed bestuurt en sowieso ook nog in de eigen politieke partij actief moet blijven.

Wie een goed parlementslid wil zijn, kan onmogelijk ook nog een goede burgemeester of schepen zijn

Waarom dan toch al die cumul? Het is een publiek geheim dat in België parlementsleden weinig invloed op besluitvorming hebben en bijvoorbeeld kabinetards in de praktijk vaak meer macht hebben. De regering neemt feitelijk de beslissingen en de parlementsleden van de meerderheid hebben daarmee maar in te stemmen en voeren het liefst niet teveel echt debat met elkaar, maar hoogstens met de oppositie. Die logica werd deze week nog eens pijnlijk geïllustreerd in het Oosterweeldossier toen de meerderheidsfracties in het Vlaams Parlement hun mond hielden in afwachting van een consensus binnen de regering. Het theatraal gehalte van plenaire sessies is hoog, zeker als de camera van Villa Politica in de wandelgangen staat, maar werk in de diepte in de commissies blijft onzichtbaar. Een deel van het parlement, vaak burgemeesters of schepenen, daagt enkel op wanneer er plenair gestemd moet worden. Op zich hoeft het dan ook niet te verbazen dat voormalig Vlaams Parlementslid Herman Schueremans bij zijn ontslag doodleuk verklaarde dat hij wel wat beters te doen had dan naar het Vlaams Parlement te komen. Parlementsleden zijn er zelf mee schuldig aan als hun werk er nauwelijks toe doet. Nochtans is dit geen fataliteit. Als ethische dossiers behandeld worden – zoals het dossier euthanasie bij kinderen in de federale Kamer – en wisselmeerderheden mogelijk zijn, doet het parlementaire werk er wel weer toe.

Al sinds de jaren negentig proberen we in België een nieuwe politieke cultuur tot stand te brengen. De trein is nog niet helemaal stil gevallen. Zo werd met de zesde staatshervorming een verbod op dubbele kandidaatstellingen bij samenvallende verkiezingen ingevoerd: politici moeten kiezen of ze kandideren voor het Europese, Vlaamse, Brusselse of federale parlement. Dit beperkt kiezersbedrog. Een heilig huisje waar echter nog niet aan geraakt is, is het cumuleren van een parlementair mandaat met een lokaal uitvoerend mandaat. Vaak wordt geschermd met het argument dat burgemeesters of schepenen nodig zijn in Brussel om de lokale belangen voldoende te behartigen. Dat is weinig geloofwaardig. Iedereen is lid van een politieke partij en heeft dus een netwerk om belangrijke dossiers op te volgen en proberen beïnvloeden. Bovendien kan niet elke gemeente een parlementslid afvaardigen. Gemeenten en steden verdienen burgemeesters en schepenen die hun functie niet als bijbaantje beschouwen. Parlementen verdienen ook beter dan te dienen als een forum voor burgemeesters en schepenen.

Het Waals Gewest deed een eerste poging om in te grijpen: voortaan mag hoogstens 25% van elke politieke fractie het parlementair zitje met een mandaat als burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter combineren. Mogen we hopen dat de politieke partijen aan Vlaamse kant geen wet nodig hebben om nu al bij hun lijstvorming voor Kamer en Vlaams Parlement de cumul van mandaten te beperken? Mogen we bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 ook wat minder ministers op de lokale lijsten zien staan? Bekijk onze Belgische toestanden eens met een buitenlandse bril. Angela Merkel laat niet uitschijnen dat ze ook burgemeester van Berlijn wil worden en Barack Obama dingt niet mee naar de sjerp in Chicago.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content