Genetisch onderzoek bij embryo’s levert geen risico’s voor later op

(Belga) Embryobiopsie, genetisch onderzoek waarbij één of twee cellen van een drie dagen oud embryo worden weggenomen voor het embryo in de baarmoeder wordt teruggeplaatst, veroorzaakt geen afwijkingen of verschillen met kinderen geboren na fertiliteitsbehandelingen zonder de biopsie. Dat blijkt uit een onderzoek van het Centrum voor Medische Genetica van het Universitair Ziekenhuis Brussel.

Ouders die erfelijk belast zijn, opteren vaak voor kunstmatige bevruchting zoals in-vitrofertilisatie (ivf) of intracytoplasmatische sperma-injectie (icsi). Voor het embryo in de baarmoeder wordt teruggeplaatst, kan een genetisch onderzoek naar erfelijke aandoeningen uitgevoerd worden. Dat onderzoek gebeurt aan de hand van embryobiopsie. Zo kan zwangerschapsafbreking vermeden worden, aangezien een erfelijk belast embryo niet teruggeplaatst wordt. Een dergelijke pre-implantatie genetische diagnose of PGD wordt door steeds meer ouders aangevraagd, omdat de techniek zekerheid biedt op een gezond kind eens de zwangerschap wordt bekomen. Om na te gaan of de test geen risico’s voor het kind inhoudt, vergeleek het Centrum voor Medische Genetica van het UZ Brussel de resultaten van 995 baby’s, geboren na PGD in het UZ Brussel, met 1500 baby’s die na icsi geboren werden maar waarbij geen embryobiopsie uitgevoerd werd. Het centrum besluit dat kinderen na embryobiopsie niet meer afwijkingen vertonen dan icsi-kinderen, “en wellicht ook niet dan deze vastgesteld bij spontaan geconcipieerde kinderen, hoewel hiervoor nog geen gecontroleerde studie gebeurde”. De kinderen hebben bij geboorte ook een vergelijkbaar gemiddeld geboortegewicht en er werden geen significante verschillen aangetoond in groeiparameters, noch in mentale en psychomotorische ontwikkeling. (KME)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content