Generatie 2000 zwaait af: ‘De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig’

© Franky Verdickt

Het schooljaar zit erop. Een nieuwe lichting jongeren bereidt zich voor op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. Is die ‘generatie 2000’ oppervlakkig, onverschillig en weinig geëngageerd, zoals onlangs in een brandbrief van een gefrustreerde leerkracht stond? Knack trok tijdens de examenperiode op onderzoek uit.

Jirka Claessens, lerares Nederlands en esthetica in het Koninklijk Atheneum van Dendermonde, heeft een steen in de kikkerpoel gemikt. De Bevlogen Leerkracht is een met uitsterven bedreigd specimen, betoogde ze vorige maand in een vlammend opiniestuk in De Standaard. Bureaucratisering, juridisering, leerplandruk: de auteur wijst een rist kwalen aan die de biotoop van de inspirerende leerkracht bedreigen.

In één moeite door schetst ze een somber portret van haar leerlingen, 17-en 18-jarigen die ze in de derde graad van het aso kennis en ook enige liefde voor taal, letteren en cultuur probeert bij te brengen. Met weinig succes: haar inspanningen worden met ‘ijzige desinteresse’ onthaald door jongeren die Nirvana’s oerkreet ‘Here we are now, entertain us’ tot levensmotto hebben verheven. Oppervlakkigheid is troef, stelt Claessens, zich inspannen of zich ergens in verdiepen is taboe. Witte raven die wel interesse tonen, worden door de klas scheef bekeken. Literatuur laat de meesten siberisch, want who the fuck is tenslotte Hugo Claus?

Mondig is die generatie 2000 anders wel, maar alleen voor het eigenbelang. Achter welke vlag scharen ze zich, vraagt Claessens zich af, op welke barricaden klimmen ze? Ze beantwoordt de retorische vraag met zelfkritiek. Dat ze als leerkracht faalt in haar opdracht om kritische burgers te vormen. Erger nog, ze heeft het gevoel de kweekvijver te onderhouden waarin de kiezers gedijen die straks achter de eerste de beste demagoog aanlopen.

Desnoods sleep je er Game of Thrones bij

De als opiniestuk vermomde hartenkreet bleef niet onopgemerkt. ‘Ik heb ontzettend veel respons gekregen’, zegt de 55-jarige lerares. ‘Via de sociale media, van collega’s, zowel op de school als daarbuiten. Op twee na waren alle reacties positief, blijkbaar heb ik een gevoelige snaar geraakt.’

Zesjescultuur

Wat zeggen de bevindingen van één leerkracht Nederlands uit een provinciale, witte aso-school over een hele generatie? Een lichting jongeren van wie er vorige week vele tienduizenden voorgoed de poort van de middelbare school achter zich dichttrekken? Feit is dat de pessimistische analyse van Claessens spoort met enkele gemeenplaatsen over de jeugd van tegenwoordig. Jongeren zijn oppervlakkig, weinig geengageerd en materialistisch ingesteld. Nu is het aan de toog of borreltafel makkelijk scoren op de kap van de jeugd, maar sommige clichés worden door wetenschappelijk onderzoek onderbouwd.

Het Programme for International Student Assessment (PISA) is vooral bekend als een vergelijkende onderzoeksmethode om de kennis van wiskunde, wetenschappen en talen onder middelbare scholieren in OESO-landen te meten. In april pakte PISA evenwel uit met een rapport over attitudes. Daaruit bleek dat Vlaamse scholieren tot de minst ambitieuze van het hele pak behoren. Het mag geen troost zijn, maar Nederlandse leeftijdsgenoten presteren niet beter. Onze noorderburen hebben er zelfs een woord voor gevonden: de zesjescultuur, wat slaat op de ambitieloze levenshouding van wie al tevreden is als hij net voldoende heeft voor een toets of rapport.

Generatie 2000 zwaait af: 'De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig'
© .

‘Ik ben helemaal niet zo pessimistisch. Onze leerlingen zijn ambitieus’, zegt Rik Elyn (50). Hij is leraar wiskunde aan Don Bosco in Zwijnaarde, een aso-school met 1700 leerlingen. ‘Op enkele uitzonderingen na weten de zesdejaars perfect wat ze volgend jaar willen studeren. En ze leggen de lat hoog, de overgrote meerderheid gaat voor een academische bachelor. Ja, je kunt wel zeggen dat ze aan hun smartphone kleven. Ze zijn gauw verveeld, dat ook, je moet veel variatie in je lessen inbouwen. Maar oppervlakkig? Ze weten wat ze willen weten, precies dankzij hun smartphone. Met de actualiteit zijn ze helemaal mee, en over muziek of andere onderwerpen die hen echt boeien zijn ze veel beter op de hoogte dan vorige generaties.’

Jongeren hebben geen kennis meer, wordt vaak gezegd, ze kunnen niet meer van buiten leren. Maar waarom zouden ze feiten en data moeten memoriseren, vraagt Elyn zich af. ‘Met digitale platformen zoals Wikipedia hebben ze alle kennis permanent binnen handbereik. Daar moet je als leerkracht creatief mee aan de slag, dat is veel nuttiger dan hen de tabellen van Mendelejev te laten blokken. Ik zie de toekomst van deze leerlingen rooskleurig in. Maar Don Bosco is natuurlijk wel een geprivilegieerde witte school. Ik geef ook halftijds les in Ledeberg, in een multiculturele domeinschool die aso aanbiedt. De kloof is duizelingwekkend. De directie en het team halen alles uit de kast, maar er is echt wel sprake van een motivatieprobleem. Het is erg moeilijk om die leerlingen klaar te stomen voor de sprong naar het hoger onderwijs.’

Wiskundeleraar Timmy Clauwaert is net geen dertig, jong genoeg om de leefwereld van zijn pupillen te doorgronden. ‘De meesten zie ik zes uur per week’, zegt hij. ‘Dan weet je min of meer hoe ze denken en waar ze voor staan. Ik vind het knap hoe ze omgaan met digitale technologie. Ik ben daar zelf wel beslagen in, maar soms moet ik hen toch om uitleg vragen, wat ze trouwens enorm waarderen. Al bij al vind ik deze generatie open en sociaal, een plezier om mee om te gaan.’

Generatie 2000 zwaait af: 'De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig'
© .

Clauwaert is zelf oud-leerling van Don Bosco. Ziet hij verschillen met zijn eigen lichting zesdejaars? ‘Nauwelijks’, zegt hij. ”De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig. Dat is de keerzijde van de digitale revolutie: er is veel meer afleiding waardoor ze zich moeilijker kunnen focussen. Nog een verschil met mijn lichting: de groepsdruk is veel groter geworden, eveneens een neveneffect van de sociale media. De peer group bestaat niet alleen op school, ze volgt de leerlingen overal, tot thuis en in de sportclub.’

Robotfoto

Uiteraard heeft Pedro De Brucykere, pedagoog en onderwijsspecialist aan de Arteveldehogeschool, zelf een veelpleger van opiniestukken, de hartenkreet van Jirka Claessens gelezen. ‘Scherp en herkenbaar’, zegt hij. ‘Ze staat zeker niet alleen met haar analyse. Toch moet je het nemen voor wat het is, namelijk de mening van een individuele leerkracht die vanuit de eigen praktijk spreekt. Als het over jongeren en onderwijs gaat, is het aartsmoeilijk om algemene uitspraken te doen. Alle scholen zijn verschillend, maar er zijn enkele bekende breuklijnen. Leerlingen in aso, tso en bso houden er deels verschillende waarden en attitudes op na. Het scheelt of er veel of weinig diversiteit op school is. Zelfs los daarvan is de ligging van kapitaal belang, scholieren in een grootstad verschillen van leeftijdsgenoten in de provincie’.

Gelukkig bestaan er instrumenten om een robotfoto van de schoolgaande jeugd te maken. Bekend is de JOP-monitor waarvan de derde editie in 2013 werd gepubliceerd. Verschillende leeftijdsgroepen tussen 14 en 30 jaar worden daarvoor op geregelde tijdstippen gepeild over een brede waaier van thema’s. ‘De nieuwste bevraging voor de JOP-monitor is helaas nog aan de gang’, zegt De Bruyckere. ‘Maar er zijn andere onderzoeken die het beeld van de huidige lichting 17- en 18-jarigen verhelderen.

Generatie 2000 zwaait af: 'De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig'
© .

Neem nu de bewering dat die jongeren geen engagement meer opbrengen. Dat wordt weerlegd door recente VRIND-cijfers over deelname aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk in Vlaanderen. Blijkt dat op de senioren na geen enkele groep zich vaker engageert dan tieners. Weliswaar zijn ze minder geneigd om zich langdurig te engageren, maar daar is een praktische uitleg voor. Een verantwoordelijkheid bij de jeugdbeweging of de sportclub valt nu eenmaal moeilijk te combineren met de hogere studies die steeds meer jongeren aanvatten, laat staan met studentenjobs die eveneens in de lift zitten.’

Nieuwe kiezers

De jongens en meisjes die vorige week hun middelbaar onderwijs hebben afgerond, zijn de kiezers die volgend jaar voor het eerst naar de stembus trekken. Lerares Jirka Claessens vond dat een verontrustend perspectief, maar ook hier helpt wetenschappelijk onderzoek om het hoofd koel te houden.

Neem nu de peiling over de vakoverschrijdende eindtermen burgerzin en burgerschapseducatie, in maart vorig jaar afgenomen bij 4113 scholieren van de derde graad, verspreid over 166 scholen (aso, tso en bso) in Vlaanderen en Brussel. De opvallendste conclusies stemmen niet echt tot wanhoop over de toekomst van onze samenleving en democratie. Een overgrote meerderheid vindt gelijk loon voor man en vrouw vanzelfsprekend. Vrijheden en rechten van holebi’s staan buiten kijf, een ruime meerderheid schaarde zich achter de stelling dat respect voor minderheden en leren omgaan met diversiteit prioriteiten horen te zijn. 17-en 18-jarigen liggen wakker van milieu en klimaat, maar hebben niet veel op met politiek en media. Veel meer vertrouwen stellen ze in instellingen zoals rechtbanken, leger en politie, een repressieve trek die meer uitgesproken is in het bso en tso dan in het aso. En o ja, het zit snor met het welbevinden van de Vlaamse scholier. Bijna alle respondenten lieten zich positief uit over het klimaat op school en hun relatie met leerkrachten.

Generatie 2000 zwaait af: 'De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig'
© .

Ook Céline Ibe ergert zich aan het pessimistische beeld van de onverschillige, oppervlakkige generatie 2000. ‘Klopt niet,’ zegt de voorzitster van de Vlaamse Scholierenkoepel, ‘deze generatie is juist erg betrokken en gedreven. We lobbyen in scholen voor inspraak, onder meer via de leerlingenraad, daarnaast zijn we de stem van de scholieren bij de Vlaamse overheid. Ik zat vorig jaar zelf in de Vlaamse Onderwijsraad die onder meer advies verstrekt over de nieuwe eindtermen voor het secundair onderwijs. Dat is geen nattevingerwerk, de Vlaamse Scholierenkoepel heeft een eigen enquête gehouden waaraan liefst 17.000 leerlingen hebben deelgenomen. Zoiets organiseer je niet met een handvol vrijwilligers, daar is heel veel engagement in gekropen. Onbaatzuchtige inzet bovendien, want die nieuwe eindtermen zullen niet onze maar de volgende generaties ten goede komen.’

Monopoliepositie

Schooldirecties hebben natuurlijk goede marketingredenen om hoog op te geven over hun afgewerkte ‘producten’. Maar directeur Kris Lazeure van College Ieper klinkt oprecht als hij zijn afstuderende scholieren met een eresaluut uitzwaait. ‘Een mooie lichting’, zegt de directeur die op de rand van zijn pensioen staat. ‘Ze hebben uiteraard hun eigenaardigheden, net zoals alle vorige lichtingen. Heel opvallend vind ik het toegenomen belang van vriendschap. Ze hangen aan elkaar, in de klas maar ook daarbuiten. Hebben ze een probleem? Dankzij de smartphone staan er binnen het halfuur drie vrienden klaar om te helpen.’

In het onderwijs wordt vaak gekankerd over sociale media, maar Lazeure ziet vooral voordelen. ‘Als ik bedenk hoe ik veertig jaar geleden als beginnende leerkracht klassieke talen de Aeneis met zijn 10.000 verzen moest geven: dat was een berg waar je niet overheen raakte. Dankzij internet kun je zo’n werk fris en relevant brengen, desnoods sleep je er Game of Thrones bij. De mogelijkheden om leerlingen te boeien zijn er, het is aan de leerkrachten om ze te grijpen.’

Lazeure heeft een originele verklaring voor het in onderwijskringen woekerende pessimisme over een oppervlakkige, smartphoneverslaafde en cynische generatie. ‘Aanpassingsproblemen’, zegt hij. ‘ Jongeren hebben vandaag heel veel mogelijkheden om buiten de school kennis en competenties te verwerven. Onderwijs is zijn monopoliepositie kwijt, en daar hebben sommigen het moeilijk mee.’

Generatie 2000 zwaait af: 'De leerlingen zijn even ambitieus als wij destijds, alleen wat minder ijverig'
© .

Het is makkelijk positief uit de hoek te komen als directeur van een witte aso-school, beseft ook Lazeure. ‘Ik sprak onlangs een collega van een bso-tso-school in Mechelen’, zegt hij. ‘Het voorbije jaar heeft hij 51 schorsings- en uitsluitingsdossiers moeten behandelen, soms met advocaten erbij. Ik kon mijn oren niet geloven, wij hebben jaren waarin we niet één zo’n dossier hoeven te openen.’

Tot overmaat van pedagogisch comfort ligt zijn school in Zuid-West-Vlaanderen, de regio waar volgens het recente onderwijsrapport van De Morgen de best presterende en meest gedisciplineerde scholieren van Vlaanderen wonen. ‘Dat geloof ik graag’, zegt Lazeure enthousiast. ‘Niet te veel praten maar doen, dat is hier nog altijd de boodschap. Willen ze een nieuwe iPhone? Fijn, zeggen mama en papa, ga er dan voor werken. Ach, in vele opzichten is deze generatie krek dezelfde als alle vorige.’

*De cijfers in het artikel zijn gebaseerd op het TOR-onderzoek van de VUB-onderzoeksgroep sociologie en de JOP-monitor 2013 van het Jeugdonderzoeksplatform. Sociologe Jessy Siongers (VUB, UGent) filterde voor Knack de 18-jarigen uit het onderzoek. Uit onze selectieve weergave spreekt voor sommige parameters een opvallend grote continuïteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content