‘Geloofwaardigheid internationale justitie staat op het spel’

© Frédéric Pauwels

Dat zegt Serge Brammertz, gewezen adjunct-procureur van dat Strafhof en sinds januari 2008 hoofdaanklager van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.

‘Als arrestatiebevelen veel te laat of helemaal niet worden uitgevoerd, dreigen internationale rechtbanken hun geloofwaardigheid te verliezen.’ Dat zegt Serge Brammertz, gewezen adjunct-procureur van dat Strafhof en sinds januari 2008 hoofdaanklager van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Boezemen internationale rechtbanken voldoende angst in?

Brammertz: Het afschrikkingseffect is moeilijk te meten. Het heeft alleszins niet de grootste oorlogsmisdaad in ex-Joegoslavië verhinderd. De massamoord van Srebrenica heeft plaatsgevonden toen het tribunaal al een jaar aan het werk was. En sommige figuren hebben op den duur zo veel misdrijven gepleegd dat ze elk contact met de realiteit, ook de juridische, kwijt zijn. Iemand als de voormalige Libische leider Muammar Khaddafi was duidelijk niet meer bang voor een tribunaal. Hij wilde zich gewoon met alle middelen aan zijn positie vastklampen.

Logisch: zolang je je positie kunt behouden, treedt ook de internationale justitie zelden op.

Brammertz: Dat is zeker een van de uitdagingen voor de toekomst. Kijk bijvoorbeeld naar de president van Sudan, Omar Al-Bashir, die vandaag aangeklaagd wordt door het Internationaal Strafhof. De internationale gemeenschap doet niets om hem aan te houden. Hij reist relatief vrij rond, zelfs door landen die het Verdrag van Rome mee hebben ondertekend (het verdrag dat het Internationaal Strafhof oprichtte, nvdr) en die dus verplicht zijn om hem te arresteren als hij zich op hun grondgebied vertoont. Op die manier kan het systeem natuurlijk niet functioneren.

Een ander voorbeeld is het Verzetsleger van de Heer (LRA) in Uganda. Al in 2004 heeft het Internationaal Strafhof arrestatiebevelen uitgeschreven tegen de leiders van dat rebellengroepje. Maar er gebeurt niets. De misdrijven die daar tegen kinderen worden gepleegd, zijn nochtans onvoorstelbaar. Misbruik, kinderen die worden gedwongen om andere kinderen te vermoorden, lichaamsdelen te eten. Kinderen van wie de neus of de oren wordt afgesneden omdat ze iets verkeerds hebben gezegd. Duizenden kinderen worden ontvoerd, verkracht en vermoord door een rebellengroep van enkele honderden mensen. Maar zeven jaar na die arrestatiebevelen gaan ze nog altijd hun gang. Zoiets heeft een impact op de geloofwaardigheid van de internationale justitie.

Raakt die gruwel u persoonlijk?

Brammertz: Je moet er in dit soort functies voor zorgen dat het nooit persoonlijk wordt. Maar ik vind het natuurlijk choquerend. Het raakt mij als mens. En het geeft mij meer energie, meer drive om deze baan uit te oefenen. Politici met wie ik over Srebrenica spreek, geven me soms te verstaan dat we dat hoofdstuk moeten afsluiten, dat we naar de toekomst moeten kijken. Ik aanvaard dat niet. Ik zeg hen dat ze zelf eens naar de individuele verhalen moeten gaan luisteren van de slachtoffers. Zoals die mevrouw die 42 leden van haar familie heeft verloren, onder wie haar vader, haar man en haar zonen. Voor dat soort mensen is het leven zestien jaar geleden gestopt. Zonder de berechting van de verantwoordelijken van dat bloedbad zal zo’n vrouw nooit meer vooruit kunnen kijken. (GEM)

Partner Content