Fraude en corruptie verjaren door onvoldoende politiecapaciteit

© Belga

Zware financiële fraude, corruptie en witwaspraktijken worden in ons land niet genoeg aangepakt omdat er onvoldoende politiecapaciteit is. Dat stelt het College van procureurs-generaal in zijn jaarverslag.

“Niet zelden dient een overschrijding van de redelijke termijn of zelfs een verjaring van de strafvordering te worden vastgesteld”, schrijft het college, dat bevoegd is voor de uitwerking en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid.

Het College van procureurs-generaal legt in het jaarverslag 2010-2011 ook de prioriteiten vast van het openbaar ministerie op vlak van het strafrechtelijk beleid. De strijd tegen de sociale, economische en financiële fraude prijkt bovenaan. “Hoewel de economische en financiële misdrijven als prioriteit werden opgenomen in het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 (eveneens in het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015, nvdr.), benadrukt het College van procureurs-generaal dat dient vastgesteld te worden dat de politiecapaciteit onvoldoende is en niet de mogelijkheid biedt om het strafrechtelijk beleid ter zake, met een bijzondere aandacht voor corruptie, zware financiële fraude en witwaspraktijken, ook daadwerkelijk uit te voeren”, meldt het jaarverslag.

DoorlooptijdDe procureurs-generaal betreuren dat er regelmatig “enkele maanden gewacht dient te worden alvorens een onderzoek opgestart wordt”, terwijl de fraude blijft voortduren. “Dit tekort aan politiecapaciteit leidt tot een verlenging van de doorlooptijd van de onderzoeken, hetgeen een slecht signaal is aan het criminele milieu. Niet zelden stelt men dan ook vast dat criminelen zich ‘omscholen’ van meer algemene criminaliteit naar witteboordcriminaliteit, die vaak gemakkelijker te realiseren is, minder risico’s inhoudt en veel grotere criminele winsten genereert.”

Als de fraude uiteindelijk voor de rechtbank komt, lopen de zaken ook daar te veel vertraging op. “Niet alleen slepen de onderzoeken al te lang aan, ook de procedure tot regeling van de rechtspleging na afsluiting van een gerechtelijk onderzoek neemt doorgaans te veel tijd in beslag. Niet zelden dient een overschrijding van de redelijke termijn of zelfs een verjaring van de strafvordering te worden vastgesteld. De procedurele sancties die hieraan gekoppeld worden zijn buitensporig in verhouding tot de ernst van de feiten”, vindt het College van procureurs-generaal.

“Het expertisenetwerk ‘Ecofin’ stelt zich dan ook tot prioriteit om de doorlooptijden van de onderzoeken en van de ganse strafprocedure substantieel te verkorten en op korte termijn tot veroordelingen te komen, en dit alleszins binnen een aanvaardbare termijn en vóór de verjaring”, zegt het College. De bekommernis over de “doorlooptijden” van de onderzoeken wordt gedeeld door het expertisenetwerk “Corruptie”, zo blijkt uit het jaarverslag. “Ook hier komt men opnieuw tot de vaststelling van een te beperkte politiecapaciteit, met vertraging van de onderzoeken tot gevolg.

Ook de besteding van de beschikbare politiecapaciteit (bv. de verhouding tussen de investering in onderzoeken naar private omkoping in het voetbal in vergelijking met de publieke omkoping) dient bekeken en heroverwogen te worden”, oordeelt het College van procureurs-generaal. (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content