‘Franstalige ministers blokkeren Vlaamse besparing in gezondheidszorg’

© Franky Verdickt

Volgens N-VA-senator Louis Ide blokkeren de Franstalige ministers in de federale regering ook maatregelen die de medische kosten in Vlaanderen zouden verminderen.

Louis Ide (39) is een hardwerkende Vlaming: senator voor de N-VA, auteur van boeken, klinisch bioloog en ziekenhuishygiënist in AZ Jan Palfijn in Gent. Ide koppelt politiek engagement aan professionele expertise, en wekt daardoor ook buiten de eigen partijrangen interesse, en zelfs enige instemming, op voor zijn betoog. Dat schreef hij uit in zijn tweede boek, Lof der gezondheid: van apologie tot utopie.

Louis Ide: Ik zeg het al een aantal jaren: de taalgrens is een zorggrens. Die boutade heeft wat kwaad bloed gezet. Toch is het zo. In het Vlaamse model staat de huisarts centraal, in Wallonië en Brussel het ziekenhuis. Ik zeg zelfs niet dat het Vlaamse model sowieso beter is, het is anders. En er hangt een verschillend prijskaartje aan.

Is het niet normaal dat de ene regio een verschillende en zelfs duurdere gezondheidszorg heeft dan de andere? In Wallonië ligt het gemiddelde inkomen ongeveer 25 procent lager dan in Vlaanderen. Arme mensen zijn doorgaans minder gezonde mensen.

Ide: Natuurlijk zijn er objectieve verschillen. Maar je mag van Wallonië geen karikatuur maken, alsof daar alleen maar oude, arme arbeiders wonen. Een aantal van de rijkste gemeenten van België bevindt zich in Waals-Brabant. Daar is de bevolking net zo hoogopgeleid en actief in de dienstensector als in Vlaanderen. En toch is ook daar de gezondheidszorg anders georganiseerd dan bij ons. Ook daar zweren ze bij het ziekenhuismodel.

Vandaar mijn punt: bovenop de objectieve, verklaarbare verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië speelt de andere cultuur een belangrijke rol. Waarom zijn er in Wallonië in verhouding achttien procent meer erkende invaliden dan in Vlaanderen, en in Brussel elf procent? Dat komt dus ook doordat Vlaamse en Franstalige artsen anders oordelen over wie al dan niet een erkenning krijgt als ‘invalide’. Het verschil in medische cultuur, het verschil in visie op wat urgent is en wat niet, blokkeert veel.

De visie van Franstaligen en Nederlandstaligen loopt zelfs zo ver uiteen dat de Franstalige ministers in de federale regering bepaalde maatregelen weigeren te nemen die de medische kosten in Vlaanderen zouden verminderen. Nochtans zouden die Vlaamse ‘besparingen’ ten gunste zijn van de hele Belgische gezondheidszorg. En toch doen ze het niet. Ik heb het bijvoorbeeld over de klinische psychologie. Vlaanderen heeft daar een groter probleem dan Wallonië. Onze artsen denken misschien veel te medicijngericht, en dus wordt vandaag te veel en te snel Rilatine voorgeschreven aan Vlaamse kinderen die de diagnose ADHD meekregen.

Dat valt onder meer op te lossen door een erkenning van de klinische psychologie, want dan kunnen we dit soort problemen eindelijk multidisciplinair aanpakken en zullen we niet meer zo snel pillen voorschrijven. In Vlaanderen is er een consensus over het nut daarvan, in Wallonië hoegenaamd niet. Dus gebeurt er niets. Er is nog altijd geen erkenning van klinisch psychologen. Nochtans zou een doorbraak in dat dossier tot honderd miljoen euro kunnen besparen. (WP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content