‘Franstalig onderwijs loopt tien jaar achter op Vlaanderen’

© BelgaImage
Jeroen Zuallaert

Twee Franstaligen op de drie vinden het niveau van het Franstalig onderwijs onvoldoende. ‘Vlaanderen en Wallonië zijn twee totaal verschillende werelden.’

Franstalig België spuwt op zijn onderwijs. Uit een opiniepeiling van Le Soir en RTBF blijkt dat maar liefst 68 procent het niveau van het Franstalig onderwijs ondermaats vindt. 82 procent denkt dat het niveau van het onderwijs daalt en 87 procent hoopt op een big bang. Het is een regelrechte bolwassing voor de Franstalige politiek die het probleem jarenlang heeft verwaarloosd.

Sinds de bevoegdheid in 1989 geregionaliseerd werd, is het onderwijs de achilleshiel van de Fédération Wallonie-Bruxelles. In de driejaarlijkse PISA-test, een internationaal onderzoek dat de leesvaardigheid, wiskundige en wetenschappelijke kennis bij vijftienjarigen vergelijkt, scoort het Franstalig onderwijs stukken slechter dan zijn Vlaamse en Duitstalige tegenhangers, en zelfs ruim onder het Europese gemiddelde.

Bijna de helft van de Franstalige leerlingen blijft minstens een jaar zitten

‘Het is ontstellend om te zien hoe snel het Franstalig onderwijs sinds de splitsing van het onderwijs in 1989 achterop is geraakt’, zegt onderwijsexpert Martin Valcke (Universiteit Gent). ‘Wat onderwijs betreft zijn Vlaanderen en Wallonië twee totaal verschillende werelden. De structuur is er eigenlijk nooit grondig hervormd. Er zijn nóg meer verschillende afstudeerrichtingen dan in Vlaanderen. De eindtermen zijn er minder helder gedefinieerd. Het Franstalig onderwijs loopt daarin tien jaar achter op Vlaanderen.’

Er zijn natuurlijk financiële verschillen. Zo besteedt Vlaanderen jaarlijks 1100 euro per scholier meer aan onderwijs. Maar los daarvan werken vooral organisatorische problemen de achterstand in de hand. Zo besteden Franstalige leerkrachten voor bepaalde vakken een kwartier minder tijd aan lesgeven per les. ‘Er gaat gigantisch veel tijd verloren aan onderbrekingen, disciplineproblemen en administratieve aangelegenheden’, zegt Valcke.

Het doelpubliek in Franstalige scholen is ook een stuk moeilijker, vervolgt Valcke. ‘Het sociaaleconomisch niveau van de schoolbevolking is lager, en er zijn meer leerlingen met een migratieachtergrond. Er is minder participatie van de ouders en minder intrinsieke motivatie bij de leerlingen. Franstalige leerkrachten vechten nog meer dan hun Vlaamse collega’s tegen de bierkaai. 49 procent van de Franstalige leerlingen blijft minstens een jaar zitten.’

In 2015 lanceerde de Franse gemeenschapsregering het zogenaamde Pacte d’excellence, waarmee het de kloof wil dichten. Er komt meer aandacht voor taallessen Frans, er wordt geïnvesteerd in pedagogische begeleiding en ook de lerarenopleiding krijgt een facelift. Valcke noemt het akkoord een voorzichtige stap in de goede richting. ‘De voornaamste verdienste van het Pact is de realiteitszin. Toch zal het minstens vijftien jaar duren voor we er de resultaten van zien.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content