Ludo Bekkers

Foto’s in dienst van de waarheid

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

In het Müsée de la Photographie in Charleroi lopen nu drie tentoonstellingen die drie facetten uit het verleden tonen.

Léonard Misonne

Turnhout, 1896 (Leonard Misonne)
Turnhout, 1896 (Leonard Misonne)© Sabam Belgium

Léonard Misonne (1870-1943) was de belangrijkste Belgische en ook internationale vertegenwoordiger van het picturalisme in de fotografie. Een stijl die zich formeel inspireerde op de toenmalige schilderkunst zowel qua onderwerpskeuze als compositie en als vorm. Het is een lange traditie geweest en, zoals de schilders, trokken de fotografen er op uit met fototoestel en statief om de meest idyllische natuurplekjes te ontdekken in de meest gunstige lichtomstandigheden.

Misonne noemde zijn beelden trouwens “tableaux photographiques” die hij zowel in de natuur als in de stad realiseerde. Typisch voor zijn werkwijze was om opnamen te maken met ochtendnevel in de natuur of mistige regen in de stadsbeelden. Daardoor verkreeg hij een impressionistisch effect dat zijn handelsmerk en ook zijn succes werd. Een succes dat resulteerde in talrijke binnen- en buitenlandse exposities en publicaties. Tot op vandaag zijn zijn foto’s fel gegeerd en worden met enige nostalgie gereproduceerd in kalenders en postkaarten.

Maar in Charleroi komt nu een andere Misonne in beeld, de amateur fotograaf, zo men wil, en die hij in feite altijd is geweest. Dank zij het speurwerk van een Misonne-vereniging zijn in de archieven van de fotograaf beelden gevonden, van 1891 tot 1928, die minder een artistieke dan wel een persoonlijke documentaire waarde hebben. Het zijn “kiekjes” van iemand die zijn tijd en zijn medemens observeert. De werklieden, hun vrouwen en kinderen de landbouwers, de inwoners van de buitenwijken van Charleroi, de kleinburgers en de beter gesitueerden. Er zijn portretten, familietaferelen en grappige situaties, toevallig gevonden of gesimuleerd. Kortom het is als bladeren in het familiealbum van een fotograaf die het niet kon laten om af en toe en tussendoor wat minder artistieke opnamen te maken. Alhoewel, zelfs in de gewone onderwerpen ziet men bij Misonne dat hij toch zoekt naar een boeiend spel van licht en schaduw, licht en tegenlicht om een superieure compositie te vinden. Het is een verhelderend beeld dat we hier krijgen van een fotograaf die als een kunstenaar de geschiedenis is ingegaan maar het niet kon laten zijn camera in alle omstandigheden te gebruiken. Maar we ontdekken ook een ander aspect, namelijk zijn humor. In een aantal beelden is die terloops of manifest te zien, kiekjes die gewoon grappig zijn en een fotograaf tonen die ook met een glimlach door het leven ging en niet alleen maar met een superieur technisch en artistiek inzicht.

Rodolphe Archibald Reiss

Auto-ongeval, Rivaz, mei 1913 (Rodolphe A. Reiss)
Auto-ongeval, Rivaz, mei 1913 (Rodolphe A. Reiss)© Musée de L’Elysée/Institut de police scientifique, Lausanne

Totaal anders zijn de foto’s van de Zwitser Rodolphe Archibald Reiss (1875-1929) die lange jaren Hij was geen amateur maar wetenschappelijk geschoold en werkte in dienst van de Zwitserse criminele politiediensten. Aan de universiteit van Lausanne richtte hij het Wetenschappelijk Politioneel Instituut op en specialiseerde zich als fotograaf in de criminologie. Hij was niet de rampenfotograaf zoals Arthur Fellig (Weegee), die, op de plaats van het delict, de gevolgen van een misdaad zo realistisch mogelijk vastlegde. Reiss’ intentie was om op een wetenschappelijke basis en met een doorgedreven kennis van de fotografische mogelijkheden, de criminologie te ondersteunen. Binnen die discipline was de fotografie meestal geen rechtsgeldig bewijs van schuld of onschuld van een vermeende dader van een crimineel feit. Ze kon echter wel een hulpmiddel zijn om de waarheid te achterhalen maar dan met de nodige reserves want een foto kan ook liegen of minstens de werkelijkheid (de waarheid) interpreteren. Dat wist Reiss uiteraard en daarom specialiseerde hij zich, met zijn academische achtergrond, in het zo nauwkeurig mogelijk documenteren van iedere casus. Dat wil zeggen alles fotografisch noteren wat te zien of vast te stellen was op de plaats van het delict. Algemene en detailbeelden moesten het mogelijk maken om beter inzicht te krijgen in de reconstructie en afwikkeling van de feiten. Daarbij schuwde Reiss ook de bloedige beelden niet, ze konden immers van essentieel belang blijken bij het onderzoek. Maar ook details zoals een foto van een valse bom, gevonden voor een bankgebouw, voetsporen, indrukken van voetstappen of hand- en vingerafdrukken op muren, deuren of vensters. Reiss fotografeerde het allemaal. Maar het merkwaardige is dat deze beelden, los van hun uiteindelijke doelstelling, post factum een esthetische waarde hebben gekregen die ons vandaag, ver weg van de feiten, er met een ander oog laten naar kijken. Esthetiek primeert nu op het aanvankelijke doel. Wat bewijst dat de Zwitserse fotograaf ook een talent was en dat hij, in vele gevallen, een oog had voor een goed gecomponeerd beeld waardoor hij nu kan getoond worden in een museumtentoonstelling.

Jimmy Bourgeois

Bruxelles, 1940-1945 (Jimmy Bourgeois )
Bruxelles, 1940-1945 (Jimmy Bourgeois )© Pierre Burgeois

De derde expositie toont amateurbeelden van een zekere Jimmy Bourgeois (1919-1979) die stiekem werden gemaakt tijdens de Duitse bezetting van Brussel (1940-1944). Gewapend met een Rolleiflexcamera, die hij verborg onder een wijde overjas, struinde hij door de hoofdstad om beelden vast te leggen die getuigden van het lastige oorlogsleven. Het was niet zijn bedoeling om mooie foto’s te maken, daar had hij de opnametijd niet voor, het zijn documenten, soms technisch onvolmaakt maar revelatief voor de oorlogsperiode. Meer moet men er niet achter zoeken maar het zijn wel unieke visuele getuigenissen van een niet zo leuke periode uit onze geschiedenis. Maar de tentoonstelling eindigt wel in majeur. Bourgeois was er ook bij toen de geallieerden Brussel bevrijdden. Het feestelijk gevoel, de vreugde uitbarstingen, de dolle meisjes die niet genoeg konden krijgen van het omhelzen van de bevrijdende soldaten. Het is hem allemaal niet ontgaan ditmaal met zijn camera open en bloot. En als voetnoot : het was, na een zekere tijd, niet meer mogelijk om fotofilm in België te vinden. Maar Bourgeois wist zich te bevoorraden via het Nederlands verzet. Nood brak wet.

Tentoonstellingen “L’autre Misonnne, onuitgegeven en intieme foto’s tussen 1891 en 1928”, “Rodolphe A. Reiss, Het theater van de misdaad” en “Jimmy Bourgeois, Brussel onder de Duitse schaduw”. Charleroi, Musée de la Photographie nog tot 7 december.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content