De (s)preekstoel van Knack.be

Flexibele arbeidsmarkt: ‘Voor wie geen neen kan zeggen, dreigt werk snel onwerkbaar te worden’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘De regering heeft van werkbaar werk een van de doelstellingen van haar beleid gemaakt, maar met wat nu op tafel ligt, dreigen er niet meer maar net minder mensen aan de slag te zijn’, vreest de Gezinsbond. ‘Dit is pure werkgeversflexibiliteit.’

Werkbaar werk biedt voldoende leerkansen, motiveert, levert niet te veel stress op en maakt een evenwichtige balans van je job met je privéleven mogelijk. Dat heeft de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen in 2004 op basis van wetenschappelijk onderzoek zo omschreven. De werkgevers- en werknemersorganisaties keurden deze definitie goed.

Vanaf dan onderzoekt de SERV de werkbaarheid van jobs in Vlaanderen. En dit per sector, beroepsgroep, leeftijd, gender… Volgens de meest recente cijfers heeft 55 % van de Vlamingen werkbaar werk, de rest scoort onvoldoende op minstens één van de vier hoger vernoemde kenmerken. 55 %, dat is geen hoge score, maar sinds 2004 stijgt die wel geleidelijk.

Flexibele arbeidsmarkt: ‘Voor wie geen neen kan zeggen, dreigt werk snel onwerkbaar te worden’

Net door te monitoren, worden knelpunten zichtbaar en kan er naar oplossingen gezocht worden. Geen toeval dus dat Kris Peeters bij zijn aanstelling als federaal minister van Werk, werkbaar werk tot één van de doelstellingen van zijn beleid maakte. Ondertussen heeft de minister in zijn discours het niet meer alleen over werkbaar werk, maar over werkbaar én wendbaar werk.

Bij het begrip wendbaar denken we aan beweging en kracht zoals een basketbalspeler in topconditie. Draaien, keren, stoppen, versnellen. Wendbaar zijn, wie wil dat niet? Maar een wendbare job? Toch eerst uitklaren wat dat betekent. Wendbaar is een synoniem voor flexibel. Een flexibele job klinkt goed, werknemers kunnen wel wat flexibiliteit gebruiken. Kinderen, huishouden, familie, vrijwilligerswerk, een andere job… ’t is de som, weet je wel.

Flexibiliteit, ja maar voor wie?

In het federale regeerakkoord lijkt het simpel. Daar staat letterlijk: ‘Na advies van de sociale partners wordt een nieuw loopbaanmodel ingevoerd dat de bedrijven meer soepelheid biedt bij de arbeidsorganisatie enerzijds en de werknemers een beter evenwicht tussen werk en privéleven anderzijds.’ Verderop staat er: ‘De vereenvoudiging en de modernisering van de reglementering wordt na advies van de sociale partners voortgezet, zoals onder meer een meer flexibele arbeidsorganisatie en arbeidstijd, zoals de annualisering van de arbeidstijd, deeltijds werken, overuren en glijdende uren.’

‘Het is helemaal niet zeker dat wie de ene week een aantal uren extra werkt, die ook zal kunnen opnemen op een moment dat het hem of haar past.’

Intussen heeft de minister een aantal van deze voorstellen in wetsontwerpen gegoten. Zo is er het voorstel waarbij deeltijdse werknemers in plaats van 5 dagen, maar 1 dag van tevoren hun arbeidsrooster zouden kennen. Een ander voorstel is dat werknemers tot 45 uur per week zouden kunnen werken, maar niet zeker zijn dat ze de extra uren ook in tijd kunnen opnemen op een moment dat het voor hen past.

De formule ‘werkbaar én wendbaar” blijkt dan toch niet zo simpel te zijn. Als de voorstellen voor werkbaar en wendbaar werk neerkomen op ‘onwerkbaar’ werk voor gezinnen, dan moet de Gezinsbond reageren. Wat er nu op tafel ligt, is pure werkgeversflexibiliteit. Werknemers stellen zich nu al heel flexibel op, doen veel overuren (vaak onbetaald of zonder recup), hebben onregelmatige uurroosters, zijn bereikbaar buiten de werkuren… Ze doen het soms zelfs teveel en raken overwerkt. Als ze geen ‘neen’ meer kunnen zeggen, wordt het voor velen niet meer werkbaar.

Deeltijdse jobs komen onder druk te staan

Het is een cliché, maar het zijn weer de vrouwen die het grootste slachtoffer zullen zijn. Vrouwen die deeltijds werken om gezin, zorg en werk te combineren. In Vlaanderen werkt 36% van moeders met 1 kind, 47% van de moeders met 2 kinderen en 56% van de moeders met 3 of meer kinderen deeltijds. Deeltijds werken is één van de meest gebruikte manieren om werk en gezin te combineren, toch bij de mama’s. Maar een beperkt deel van hen is in een onderhandelingspositie om ‘neen’ te zeggen als ze hun uurrooster pas een dag op voorhand kennen.

‘Deeltijds werken is één van de meest gebruikte manieren om werk en gezin te combineren, zeker bij mama’s.’

Alleenstaande ouders die geen co-ouderschapsregeling hebben en dus geen 45 uur per week kunnen werken op het moment dat er extra veel werk is, moeten op tijd kunnen stoppen. Hun kinderen wachten in de opvang, moeten naar de tandarts of logopedist…

Werknemers die twee deeltijdse jobs combineren hebben het nu al moeilijk. In sommige sectoren zijn jobs bijna standaard deeltijds én flexibel: dienstencheques, verkoop, buitenschoolse opvang… Combineren wordt helemaal onmogelijk als ze één dag van tevoren weten wanneer ze moeten werken. Het resultaat zal zijn: minder mensen aan de slag. En toch zegt het regeerakkoord dat er véél meer mensen aan het werk moeten in langere loopbanen? En moeten er ook niet meer vrouwen aan het werk om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden?

Het werk moet er op vooruit gaan

Voorspelbaarheid, autonomie en zelfgekozen flexibiliteit vormen de basis van werkbaar én duurzaam werk dat toelaat om langer aan de slag te blijven. Dus de Gezinsbond gaat akkoord met meer flexibiliteit, maar enkel met spijkerharde garanties in het arbeidsrecht dat annualisering niet eenzijdig is, maar tegemoetkomt aan de vraag van werkgever én werknemer. Is die garantie er niet dan zeggen we: “neen, bedankt”. Mensen hun deeltijds uurrooster pas één dag op voorhand geven is ook een slecht idee. Dat is maar voor een kleine groep zonder kinderen of andere zorgverantwoordelijkheden haalbaar en die groep maalt er nu ook al niet om als ze hun uurrooster pas op het laatste moment krijgen.

We moeten opletten dat we geen stap achteruit zetten in plaats van vooruit. Een moderne arbeidsmarkt werkt enkel als ze naast wendbaar ook werkbaar is. En werkbaar werk biedt voldoende leerkansen, motiveert, levert niet te veel stress op en maakt een evenwichtige balans werk-privé mogelijk. Dat weten we al sinds 2004. Laten we daar verder werk van maken!

Lutgard Vrints is sociologe en werkt op de studiedienst van de Gezinsbond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content