Joyce Stroobant

‘Fake news is geen journalistiek probleem, al levert het journalisten wel problemen op’

Joyce Stroobant Onderzoeker Center for Journalism Studies (UGent)

Joyce Stroobant (Center for Journalism Studies, UGent) maakt duidelijk hoe het overmatige en vaak ongenuanceerde gebruik van de term fake news het vertrouwen in de journalistiek uitholt en hoe we fake news kunnen bestrijden.

Fake news is een veelbesproken onderwerp, maar wat houdt deze term precies in? Dat Amerikaans president Donald Trump alle berichtgeving die niet strookt met zijn eigen standpunten in een tweet van minder dan 150 tekens en doorgaans in ‘ALL CAPS’ vaak ten onrechte afdoet als fake news is niet nieuw. Jammer genoeg zorgt dit gebruik van de term niet alleen voor het ‘overhypen’ van fake news, maar ook voor een uitholling van het publieke vertrouwen in goed onderbouwde onderzoeksjournalistiek.

Fake news is geen journalistiek probleem, al levert het journalisten wel problemen op.

Fake news wordt vaak gedefinieerd als berichtgeving, geproduceerd door mensen met specifieke politieke en/of financiële doeleinden, die onwaarheden bevat.

Ook in academische kringen wint het fenomeen fake news vandaag aan belang. Uit onderzoek blijkt dat Twittergebruikers in Frankrijk (7,6% van politiek nieuws gedeeld op Twitter in Frankrijk is fake), Duitsland (12,5%) en Groot-Brittannië (11,4%) beduidend minder fake news delen dan Amerikaanse gebruikers van Twitter (33,8%) in aanloop naar belangrijke verkiezingen.

Het is zo dat als je fake news verspreidt vanuit een financieel oogpunt, in tegenstelling tot een politiek propagandistisch oogpunt, het lucratiever is dit te doen in een taal met veel sprekers. Het Nederlands beslaat een veel kleiner taalgebied dan het Engels, Frans of Duits. Je zou dus kunnen aannemen dat de omvang van het probleem daarom bij ons relatief beperkt blijft. Tot op heden werd hier in Vlaanderen nog geen onderzoek naar gevoerd.

Om het fenomeen fake news beter te begrijpen, focussen we beter op het procesmatige element inherent aan de verspreiding van fake news op grote schaal. Fake news als proces dus, niet als object.

De impact van fake news is het gevolg van een waterval aan oordelen van gebruikers van sociale media. Vinden zij het de moeite een bericht te delen, ja of neen? Hoe meer mensen een bericht delen, des te prominenter het voor anderen zichtbaar wordt.

Het originele bericht is zo dus niet de grote boosdoener, de verspreiding ervan is dat wel. En hoewel we doorgaans veronderstellen dat de makers van fake news zich bewust zijn van de onwaarheden die hun berichten bevatten, zijn diegenen die het bericht delen dat vaak niet. Het kwaad is dus reeds geschied, zelfs al worden onjuiste verhalen doorprikt door alerte journalisten.

Zeker wanneer we nadenken over mogelijke oplossingen, moeten we dit procesmatige element in het achterhoofd houden. Men mag het dan wel ‘news’ noemen, het zou een hardnekkig misverstand zijn te denken dat fake news een journalistiek probleem is. De journalistiek – wereldwijd – ondervindt er dan wel negatieve gevolgen van, toch ligt het probleem elders. Het vertrouwen in berichtgeving over politiek in Europa is tanende, dat klopt. En het overmatige en vaak ongenuanceerde gebruik van de term fake news holt dat vertrouwen in de journalistiek alleen maar verder uit. Een uiterst kwalijke evolutie als je het mij vraagt.

Wat kunnen we doen om deze tendens te stoppen? Mogelijke oplossingen situeer ik op drie vlakken: educatie, technologie (laat ons een algoritme met een algoritme bestrijden) en normatief binnen een wettelijk kader.

Educatie

Een begrip van de online economie en het doorprikken van de gratismythe kan ons al een heel eind brengen.

Op vlak van educatie is het van cruciaal belang dat mensen – jong én oud – zich bewust worden van het digitaal kapitalisme dat heerst in de cyberspace.

Vele websites bieden hun inhoud schijnbaar gratis aan. Schijnbaar omdat je bezoekje aan de website advertentie-inkomsten genereert. Dit is hoe makers vanfake news financieel gewin uit hun activiteiten kunnen halen.

Soms worden ook je gebruikersgegevens doorgegeven zodat website-eigenaars hun publiek beter leren kennen. Een direct gevolg daarvan is dat je dan gerichter reclameboodschappen kan tonen, targeted advertising dus. Hoe beter je je doelpubliek kent, des te duurder je de reclameruimte op je website kan verkopen. Gebruikersgegevens zijn bijvoorbeeld je naam, je woonplaats, je vrienden, je interesses, het merk van de computer of smartphone die je gebruikt enzovoort. Je betaalt dus voor gratis inhoud met je gegevens en gratis wordt zo plots relatief.

Een begrip van de online economie en het doorprikken van de gratismythe kan ons al een heel eind brengen. Gerichte lezingen om dit soort van informatie en mediawijsheid bij te brengen zijn een eerste stap in de goede richting.

Technologie

Ook vormelijke aspecten van websites kunnen verraden dat je met fake news te maken hebt. Ik pik er hier de meest fundamentele uit: de URL. Aan de hand van een URL-checker, kan je nagaan waar en wanneer een bepaalde domeinnaam werd geregistreerd. Een Nederlandstalige domeinnaam geregistreerd in Palau (een klein eilandje in Oceanië) met de extensie .pw zou, bijvoorbeeld, al een belletje moeten doen rinkelen. Ook zogenaamde second level domains (SLD) wijzen vaak op onbetrouwbare content. Een second level domain is een extra extensie zoals ‘.co’ die aan het standaard top level domain (TLD) wordt toegevoegd. Zo verwijst de domeinnaam abcnews.com naar de traditionele Amerikaanse nieuwsoutlet, maar verwijst abcnews.com.co naar een nagemaakte website, ook al lijkt de URL op het eerste gezicht wel betrouwbaar.

Uiteraard is het ook van belang dat je naast dit technisch inzicht ook een grondig begrip hebt van de materie waarover wordt bericht. Dat Kim Jong-un tot meest sexy man ter wereld zou zijn verkozen is te gek voor woorden, maar toch ging dit verhaal viraal. Een trouwe kijker van Thuis zal toch ook niet snel geloven dat Frank, de echtgenoot van Simonneke, allergisch zou zijn aan bier. Kennis over het onderwerp is onontbeerlijk.

Verder bestaan er ook nog technologische hulpmiddelen die helpen om fake news te bestrijden zoals fact-check algoritmes, het toevoegen van functionaliteiten die gebruikers toelaten om onbetrouwbare inhoud te rapporteren, of een soort van peer-review systeem om websites een betrouwbaarheidsscore te geven.

U voelt de bui misschien al hangen. Hoe goed het algoritme ook wordt uitgedacht, of mettertijd wordt geperfectioneerd, bijna elke technische oplossing zal te omzeilen zijn door andere technische toepassingen. Zelfs het menselijk gedreven peer-review systeem kan in de war gestuurd worden door valse profielen of bots (geautomatiseerde profielen) die positieve reviews geven.

Normatief binnen een wettelijk kader

Een derde en laatste mogelijkheid is te vinden binnen een wettelijk kader. Zo werd in Duitsland in april een wetsvoorstel goedgekeurd dat sociale media verantwoordelijk stelt voor de verspreiding van haatspraak en fake news.

Wanneer fake news of expliciet haatdragende en potentieel zeer provocerende berichtgeving wordt opgemerkt, dan is de website verplicht deze content te verwijderen binnen een tijdspanne van vierentwintig uur. Doen ze dit niet of niet tijdig, riskeren ze een fikse boete die kan oplopen tot 50 miljoen euro.

Sociale media proberen hierop te anticiperen door zelf fact-check initiatieven op te starten, maar zoals eerder vermeld in dit stuk zijn die oplossingen niet feilloos. En wat met de fundamentele keerzijde van de medaille? Ruikt dit niet naar censuur? Zou dit een bedreiging kunnen vormen voor het principe van de vrije meningsuiting – of moeten we deze vrijheid gewoon voor een deel aan de kant schuiven in functie van een hoger doel, namelijk goed geïnformeerde burgers?

Een bijkomend probleem is de globale en wereldwijde aard van fake news tegenover de vaak nationale – of met een beetje geluk Europese – draagkracht van dergelijke wetten.

De oplossing is geenszins simpel, het probleem geenszins nieuw.

U merkt het, de oplossing is geenszins simpel, het probleem geenszins nieuw. Propaganda en verspreiding van valse berichtgeving is zo oud als de nieuwsmedia zelf. Het is de grote schaal waarop fake news vandaag kan verspreid worden die ongezien is.

De oplossingen die ik voorstel doen een beroep op onze eigen verantwoordelijkheid als gebruikers van sociale media. Laat ons dus met z’n allen in eerste instantie ons uiterste best doen alert te blijven wanneer we ’s ochtends bij het ontbijt onze newsfeed checken.

Joyce Stroobant voert onderzoek naar gezondheidsnieuws binnen het project Health, Media & Society en is verbonden aan het Center for Journalism Studies (departement communicatiewetenschappen, UGent)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content