‘Expo in Gent was nieuwe start van mijn carrière’

© Corbis

Knack sprak in Peking met Ai Weiwei over kunst, politiek en zijn Vlaamse vriend Frank Uytterhaegen.

De eerste keer dat ik bij Ai Weiwei thuis kwam, was met een gemeenschappelijke Vlaamse vriend, Frank Uytterhaegen. Met deze verzamelaar van Chinese kunst, die al meer dan twintig jaar in Peking woont, runt Ai Weiwei de avant-gardegalerie China Art Archives & Warehouse, of kortweg CAAW.

Hoe is uw samenwerking met Frank Uytterhaegen tot stand gekomen?

Ai Weiwei: Na mijn terugkeer uit de VS (Ai Weiwei woonde van 1981 tot 1993 in New York, nvdr) zocht ik naar een platform voor hedendaagse activiteiten. In die tijd gebeurde alles ondergronds, niets kon openlijk besproken worden. Ik had een Nederlandse vriend, Hans van Dijk, een curator die een kunstgalerie wilde beginnen. Want in heel China bestond er toen geen enkele echte expositieruimte voor hedendaagse kunst. De kunstenaars stelden hun werk tentoon in de lobby’s van hotels, in ambassades of bij mensen thuis. Dus wij wilden de eerste expositieruimte voor hedendaags werk openen.

Dat werd het China Art Archives & Warehouse?

Ai: Hans had een Belgische vriend, Frank Uytterhaegen, een zakenman die geïnteresseerd was in kunst. Wij besloten gedrieën dat centrum op te richten. Frank stak er heel genereus geld in, niet als investering maar als gift. Hans en ik werden beiden art directors. Met gelijke rechten om te beslissen over wat we wilden exposeren. Dat was het begin van China Art Archives & Warehouse (CAAW), in 1997.

2002 werd Hans ziek, hij stierf vrij plotseling. Van dan af was ik alleen artistiek directeur. Nu moest ik het zelf doen en zo kreeg ik ook weer meer contact met Frank. Hij vroeg me of ik een tentoonstelling wilde houden in België. Die kwam er in 2004, in het Caermersklooster in Gent, met een tiental werken. Tot dan had niemand me gevraagd een tentoonstelling van mijn kunst te organiseren. Ik was er heel blij mee. Daarna deed ik een tweede expo, in Zwitserland. In Bern. Die twee tentoonstellingen waren de nieuwe start van mijn kunstcarrière.

Is er sinds de start van CAAW in 1997 veel veranderd? Ai: Ja, kunst is nu heel populair. Maar anderzijds is er ook de censuur, er bestaat nog steeds geen vrijheid van meningsuiting. Bezig zijn met politiek of kritiek uiten op de regering of op sociale kwesties kan gevaarlijk zijn. Dus véél kunst die met belangrijke zaken bezig is, zie je niet. De kunstenaar als deel van een intellectuele beweging, dat bestaat niet echt in China. Je hebt een brede kunstscene, ja, maar er zit weinig inhoud in. (SVE) Het volledige interview leest u in Knack van 21 december.

Partner Content