Ethymologische betekenis van het woord ‘fiets’ na 140 jaar onthuld

(Belga) Het woord ‘fiets’ verwijst in het Duits naar ‘ersatzpaard’, het rijwiel is dus een vervangpaard of Vize-Pferd. Professor Gunnar de Boel van de vakgroep Letterkunde aan de Gentse Universiteit maakt met zijn ontdekking een eind aan een ethymologische discussie die sinds 1886 woedt.

De doorbraak kwam er nadat de hoogleraar vergelijkende taalkunde cider schonk aan Duitse vrienden. “Ik vernam daarbij dat appelwijn in het zuidelijke Rijnland ‘Viez’ heet, uitgesproken als ‘fiets'”, aldus de hoogleraar. “Viez is daarbij een ‘verkorte kopvorm’ van ‘vice-vinum’, zoals ‘auto’ voor ‘automobiel’.” Cider wordt daar dus beschouwd als ‘vice-wijn’, ‘ersatz-wijn’ of ‘vervangwijn’ dus. Professor De Boel legde het verband met de fiets, die ook stalen ros genoemd wordt, en met andere woorden een ‘ersatzpaard’ is. Volgens hoogleraar Duitste Taalkunde Luc De Grauwe komt het woord “Fitz” en “Fietse” voor in oudere Duitse dialectwoordenbeken. “In het Duits wordt, in tegenstelling tot het Nederlands, het prefix vice- wel eens schertsend gebruikt, precies om de notie van vervanging uit te drukken”, aldus de professoren. “Zo zal ook de fiets in sommige gebieden in het noordwesten van Duitsland, met een vervorming van ‘Veloziped’, ‘Vize-P(f)e(r)d’ genoemd zijn. Deze term kon dan net als Viez ‘cider’ afgekort worden tot ‘Viez’, wat een Duitser als ‘fiets’ uitspreekt.” De schertsende volksetymologische vervorming werd echter onherkenbaar zodra ze de grens met de Nederlanden overstak, maar een glas cider bracht daar dus verandering in. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content