‘Iedereen zou moeten ondernemen zoals wij’

ERIC SEGHERS: 'We zondigen elke dag tegen onze eigen sociale en duurzame doelstellingen, hoezeer we die ook proberen te verwezenlijken.' © DIETER TELEMANS

De gelofte van armoede verzoenen met rauw kapitalisme, dat probeert de Abdij van Averbode al decennia. Eerst als uitgever van de bekende bladen voor kinderen en jongeren, en nu ook als producent van bier, brood en kaas. Knack sprak met de man die de boeken bijhoudt: norbertijn-econoom Eric Seghers.

Onder zijn lange witte habijt vangen witte sokken in sandalen nu en dan de eerste zonnestralen van het jaar op. Alleen een norbertijn, in de volksmond een ‘witheer’ genoemd, raakt daar vandaag nog mee weg. Eric Seghers is econoom van opleiding en broeder-econoom van de Abdij van Averbode: hij waakt over de financiën van de kloostergemeenschap. Hij schrijdt door de grote ruimte van Het Moment, het ‘belevingscentrum’ waar bezoekers sinds de lente van 2016 worden ontvangen. Het kijkt uit op de kerk, de abdijgebouwen en de omliggende natuur. Seghers vertelt dat de broeders erop toezagen dat de inrichting sober bleef, dat ze de architect bijna hebben moeten dwingen om de tafels en banken te bestellen bij een bedrijf uit de sociale economie, en dat er binnen noch buiten op het terras muziek te horen valt: ‘Alles moet passen bij de gewijde stilte die een abdij eigen is.’

De Abdij van Averbode is alom bekend als uitgever van tijdschriften als Doremi, Zonnekind, Zonneland en Vlaamse Filmpjes. Vroeger werden die ook in Averbode gedrukt, maar daar kwam in 2004 een eind aan. Dat was een mokerslag voor de streek, veel buurtbewoners verloren hun baan. De drukkerij leed verlies en is uiteindelijk failliet gegaan. Seghers wordt er liever niet aan herinnerd: ‘Uitgeverij Averbode heeft zich de voorbije jaren aangepast aan de veranderende onderwijsomgeving en aan de digitalisering. Bij zo’n omschakeling hoort bijsturen.’

En: mensen ontslaan?

ERIC SEGHERS: Dat is en blijft moeilijk. Voor een religieuze gemeenschap is het sociale aspect van ondernemen tenslotte belangrijk. Maar soms kun je niet anders dan mensen laten gaan. Gemakkelijk is dat nooit, ook al kan later blijken dat het voor alle partijen het beste was.

Scheppingswerk

Eric Seghers trad pas op zijn 26e in bij de norbertijnen, na een lange worsteling met zijn roeping. Die kwam er op het eind van zijn middelbareschooltijd. Daarna studeerde hij economie aan de Ufsia en werkte hij nog drie jaar als kredietadviseur bij Bank van Breda. Hij dacht dat hij met zijn intrede afscheid nam van de economische wereld, maar het tegendeel bleek waar: Seghers was een van de weinige economen binnen de kloosterorde. Nog tijdens zijn vorming werd hij gevraagd om in de priesteropleiding zijn vak te doceren.

Wil iemand die intreedt niet vooral met het spirituele bezig zijn?

SEGHERS: In de oude traditie van het kloosterleven zat de rijkdom al in afwisseling: elke dag een paar uur werken, bijvoorbeeld in de boerderij, én een paar uur besteden aan studie, geestelijke lezing en meditatie. Het evenwicht tussen beide soorten activiteiten is belangrijk. Elke medebroeder zegt weleens: ‘Híérvoor ben ik toch niet ingetreden?’ Maar geldt dat niet voor ons allemaal, wat we ook doen?

Heeft ondernemen iets met zingeving te maken?

SEGHERS: Absoluut. Ondernemen is een vorm van arbeid. In arbeid kun je je creativiteit kwijt, je schept iets. Dat scheppingswerk heeft voor ons een rijke waarde, want uiteindelijk deel je het met anderen. Je kunt natuurlijk wel voor jezelf dingen creëren, maar het geeft toch meer voldoening als je ten dienste van de gemeenschap werkt – of van wat wij het Rijk Gods noemen.

Er zijn wel vormen van werk die daar niet aan beantwoorden.

SEGHERS: Dat heb ik ook lang gedacht, maar ik ben daarin voorzichtiger geworden. Een tijdje geleden bezochten we een Duits bedrijf om het juiste glas te kiezen voor het bier dat Averbode sinds kort brouwt. Werkneemsters in die fabriek moesten de hele dag niets anders doen dan labels op die glazen plakken. Dat leek mij afstompend, maar die vrouwen vonden dat zelf absoluut niet. Ze wílden zelfs geen variatie. Er zijn arbeiders die rust en zekerheid vinden in eenvoud en herhaling.

Tea-time

Seghers zit aan een lange tafel in Het Moment. Hij heeft net de weekschotel besteld: konijn met aardappelkroketten en drie soorten groenten. Prijs: 8,50 euro, belachelijk weinig – ‘dat moeten we misschien nog eens bekijken’, zegt de econoom terwijl hij van zijn bier nipt. Hij slaat de tippen van zijn brede kraag omhoog, zodat ze niet in de saus hangen. En hij wijdt uit over hoe de gebouwen na de verdwijning van de drukkerij leeg kwamen te staan en de broeders nadachten over een nieuwe activiteit. Omdat de Abdij van Averbode eeuwenlang niet alleen een hoeve maar ook een brouwerij, bakkerij en kaasmakerij had, beslisten ze om die oude traditie nieuw leven in te blazen.

SEGHERS: En rond die producten hebben we dan dit belevingscentrum gebouwd. Hier kun je zien hoe de kaas rijpt, hoe het bier wordt gebrouwen en het brood gebakken. En je kunt meteen van alles proeven.

Is Het Moment meer dan een veredelde taverne?

SEGHERS: Ja. Als poort op het plattelandsgebied de Merode werkt Het Moment aan een inhoudelijk toeristisch aanbod en aan streekontwikkeling. Via het bedrijf Sense, dat in het Antwerpse een aantal sociale buurtrestaurants uitbaat, helpen we hier een tiental mensen uit sociale doelgroepen aan een baan. Onze producten liggen ook in de winkels van supermarktketen Delhaize. We werken samen met partnerbedrijven: voor ons bier met Brouwerij Huyghe, voor de kaas met melkcoöperatie Milcobel, voor onze peperkoek met Vondelmolen en voor het brood met La Lorraine Bakery Group. Het is belangrijk dat zij zich in onze waarden kunnen terugvinden.

De belangrijkste van die waarden is duurzaamheid. Voor ons is dat geen containerbegrip: de Abdij van Averbode bestaat al sinds 1134, wij willen haar erfenis aan de volgende generaties doorgeven. Dat we een horecagelegenheid uitbaten, veroorzaakt spanningen binnen een religieuze gemeenschap. Het is een voortdurende evenwichtsoefening: wat kan er op de kaart, hoe kleden we de zaal aan, zetten we een kerststal? De medebroeders zouden het in elk geval niet appreciëren als Halloween in het café gevierd werd, en rond Valentijn heb ik gelukkig geen versiering zien hangen. (lacht) Onze abt gruwt ook van Engelse woorden, al komen die weleens voor op de menukaart. Kijk hier: ‘Tea-time’

Hoe belangrijk is de mening van de abt?

SEGHERS: De abt is verkozen door de kloostergemeenschap, maar speelt zeker niet de baas. Hij waakt over de zaken die voor ons van wezenlijk belang zijn. Zo stond hij erop dat we aan sociale tewerkstelling deden. Hij wilde ook maar één bier brouwen, om niet te ontsporen zoals andere brouwerijen, die bijvoorbeeld bier met de smaak van perziken op de markt brengen – en wat weet ik nog allemaal.

En wie beslist welke kaas of welk bier Averbode produceert?

SEGHERS: De hele gemeenschap heeft die producten kunnen beoordelen. Toen het eerste brouwsel klaar was, hebben niet alleen alle confraters dat gedegusteerd, maar ook de mensen die in de kloosterkeuken werken. Over de huisstijl van Het Moment hebben we ook de deskundigen van onze uitgeverij geraadpleegd. We betrekken zo veel mogelijk mensen, maar uiteindelijk moeten we de autonomie respecteren van de nv De Drie Provinciën, die al onze activiteiten rond drank en voeding overkoepelt. De vzw Abdij der Norbertijnen van Averbode is daar wel de aandeelhouder van, maar de raad van bestuur van de nv is geen schertsvertoning. Hij neemt de beslissingen die volgens hem moeten worden genomen.

Zou u iedereen aanbevelen om te ondernemen zoals uw abdij?

SEGHERS: Ja. Toen we onze schuur verbouwden, heb ik voor het eerst in mijn leven intens vergaderd met aannemers, architecten en installateurs. Het was ontluisterend om te zien hoe zij met elkaar omgingen, en met ons als klant. Ze communiceerden minder fijngevoelig en fatsoenlijk dan wij gewend zijn. Als ik iets zei over het geroep en de vlammende mails die over en weer gingen, antwoordde de baas van de aannemer: ‘Allez, Eric, we praten toch met elkaar? We zijn nog geen aangetekende brieven aan het sturen, hè.’ En ook al zijn de budgetten op voorhand afgesproken, naarmate de deadline nadert, komen er almaar meer nieuwe kosten bij. Helemaal eerlijk is dat niet. Ik was blijkbaar nogal naïef in die dingen.

Wisselt u veel uit met andere kloostergemeenschappen die economische activiteiten ontplooien?

SEGHERS: Er zijn sowieso overlegmomenten tussen de Vlaamse en de Nederlandse abten van de norbertijnen. Allicht hebben ze het dan ook over economische aangelegenheden. Voorts is er, over ordegrenzen heen, overleg tussen alle Vlaamse abten en prelaten. Dan zijn ook benedictijnen en trappisten aanwezig, en worden ervaringen uitgewisseld. Toen de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren een architect zocht, zijn ze bij ons komen kijken – architect Bob Van Reeth heeft ons Uitgeverijgebouw ontworpen. En toen wij met een brouwerij een licentieovereenkomst moesten maken, hebben we met de abt van Leffe contact opgenomen om te bepalen welke percentages aan inkomsten we konden nastreven.

Geen Arco, geen Fortis

In Het Moment wordt druk geëxperimenteerd om Averbode-speculaas te kunnen aanbieden. De bakker met dienst brengt een bord met proevertjes. ‘Is deze zoet genoeg?’ vraagt Eric Seghers zich af. ‘Het is pionierswerk’, beklemtoont de econoom. ‘Horeca is sowieso geen gemakkelijke sector, gemiddeld overleeft een café geen twee jaar.’

De abdij investeerde al 4 miljoen euro in het project, voor de helft geleend, de rest eigen kapitaal. ‘We hebben geleend om onszelf discipline op te leggen’, zegt Seghers. ‘We moeten de investering terugverdienen om de lening te kunnen afbetalen. Ik hoop dat we binnen de twee jaar zelfbedruipend zullen zijn, en dat we vanaf dan onze investeringskosten kunnen terugverdienen. Ondertussen blijft de uitgeverij een belangrijke inkomstenbron, naast onze beleggingsportefeuille.’

Hoeveel bedraagt die?

SEGHERS: 80 miljoen euro. Het beheer daarvan hebben we gespreid over vier vermogensbeheerders: Candriam, KBC, BNP Paribas Fortis en Degroof Petercam. We zien hen drie, vier keer per jaar om te bespreken hoe de zaken gaan. Daarnaast hebben we nog wat aandelen in Incofin, een organisatie voor microkredieten in zuiderse landen. Als we met onze portefeuille een mooi jaar achter de rug hebben, investeren we een deel van de winst altijd in Incofin.

Hadden jullie ook spaargeld bij Arco, het financiële vehikel van de christelijke arbeidersbeweging?

SEGHERS: Nee, en gelukkig ook geen Fortis-aandelen toen die bank bijna over de kop ging.

Moeten uw vermogensbeheerders zich aan bepaalde regels houden?

SEGHERS: Ze hebben de opdracht om 70 procent van onze aandelen ethisch te beleggen. De overige 30 procent mogen ze vrijer investeren, al verlangen we natuurlijk dat ze goed uitkijken waarin. Als je je hele portefeuille al te rigide belegt, dreigt dat in een crisissituatie alles onderuit te halen. Of dan kost je idealisme je centen. En dat kunnen we ons niet permitteren: we hebben de opbrengst nodig om het personeel uit te betalen en het patrimonium van de abdij te verzorgen.

En dus leest u elke dag zakenkrant De Tijd?

SEGHERS: Ja, al blijft het meestal bij doorbladeren. Want met alle respect, heren journalisten, maar vaak zijn jullie bezig met de waan van de dag, terwijl wij daar hier in de abdijgemeenschap juist afstand van willen houden. Wij voeren een beleid op lange termijn. Dat geldt ook voor onze beleggingen: als je ze elke dag op de voet volgt, word je alleen maar nerveus en ongerust…

Hebt u, als u de krant leest, net als veel andere mensen het gevoel dat we in onzekere tijden leven?

SEGHERS: Toch wel. Overal in de wereld wordt er op zichzelf teruggeplooid. Dat fenomeen staat diametraal tegenover ons mens- en maatschappijbeeld. Tegelijk is het voor mezelf, de abdij en de Kerk een aanleiding voor reflectie: wat schort er aan onze manier van spreken en handelen dat zo veel mensen zo misnoegd zijn? Waarom zijn ze dat? Waarom voelen ze zich gepasseerd? Misschien heeft het te maken met hooggespannen en voor veel mensen ongrijpbare idealen. Neem het gezin van Barack Obama, de vorige Amerikaanse president: ze leven gezond, zien er goed uit, relationeel loopt alles gesmeerd, het zijn zorgende ouders met liefdevolle kinderen. In alles wat ze zeggen en doen valt geen valse noot te bespeuren. Ondertussen zie je bij de Amerikaanse bevolking de obesitas toenemen, er is geweld en discriminatie… Zij weten dat ze dat droombeeld van de Obama’s nooit zullen bereiken. Misschien wekt dat die misnoegdheid op?

De idealen van een kloostergemeenschap zijn in de praktijk evenmin gemakkelijk te bereiken.

SEGHERS: Ja, de Kerk heeft nu ook een leider, paus Franciscus, die toegankelijk spreekt en wiens woorden en daden nauw aansluiten bij zijn boodschap. Hij draagt die boodschap ook uit aan de Amerikaanse katholieken, van wie toch een behoorlijk deel voor Donald Trump heeft gestemd. Dan bedenk ik: we vinden de paus geweldig, maar hij is – weliswaar op een aimabele, vriendelijke manier – op veel vlakken bijzonder veeleisend. In de praktijk brengen wat hij vandaag verlangt, blijkt soms toch iets te veel gevraagd. Dat geldt voor mij, voor veel gelovigen, voor onze kloostergemeenschap… Je voelt die frictie.

Wat zou de paus vinden van jullie economische activiteiten?

SEGHERS: Als hij hier een kijkje zou komen nemen, zou hij zonder twijfel een paar werkpunten formuleren. We zondigen elke dag tegen onze eigen sociale en duurzame doelstellingen, hoezeer we die ook proberen te verwezenlijken.

Door PETER CASTEELS en EWALD PIRONET, foto’s DIETER TELEMANS

‘In de praktijk brengen wat paus Franciscus verlangt, is soms toch iets te veel gevraagd. Je voelt die frictie.’

‘Onze beleggings-portefeuille bedraagt 80 miljoen euro. 70 procent van onze aandelen beleggen we ethisch.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content