Energieprestatiecertificaat wordt onderbenut en ervaren als onnodig

(Belga) Het Energieprestatiecertificaat (EPC) moet beter worden benut. Terwijl het EPC de eigenaars zou moeten aanzetten om energiebesparende werken uit te voeren en toekomstige kopers en huurders zou moeten helpen de juiste keuzes te maken, wordt het alleen maar als een onnodige en dure dwingende administratieve maatregel ervaren. Dat zegt Test-Aankoop.

In het najaar van 2011 contacteerde de consumentenorganisatie anoniem 25 energiedeskundigen om een EPC te laten opstellen. Er werden voor twee woningen in Vlaanderen, twee in Wallonië en één in Brussel minstens vier EPC’s opgemaakt. Hun kostenplaatje liep sterk uiteen. Uiteraard is de ene woning de andere niet en een energiedeskundige kan volgens Test-Aankoop meer of minder werk aan een EPC hebben. In het Waals en Brussels Gewest ligt het gemiddelde tarief (respectievelijk 500 en 400 euro) beduidend hoger dan in Vlaanderen (250 euro). Voor één woning in het bijzonder liep het tarief zelfs uiteen van 380 tot meer dan 780 euro. Voorts ontdekte Test-Aankoop soms vrij uiteenlopende energiescores voor een en dezelfde woning. Zo had een woning in Vlaams-Brabant volgens het ene EPC een score van 162 kWh/m² en 402 kWh/m² in een ander EPC. De organisatie vraagt dat de gewesten de foutenmarge zoveel mogelijk zouden inperken. Op de certificaten staan vrij algemene raadgevingen over de isolatie, de beglazing en de verwarming. Die zijn volgens de consumentenorganisatie niet oninteressant. “Er blijft een enorm potentieel onbenut: becijferen wat de impact is van energiebesparende werkzaamheden op de totaalscore van het EPC”, zegt Ivo Mechels van Test-Aankoop. (MVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content