Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Energie-efficiëntie is een onzichtbare krachtcentrale’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘Investeringen in energie-efficiëntie zijn lang stiefmoederlijk behandeld geweest, hoewel ze indrukwekkende voordelen bieden die véél verder gaan dan energiebesparingen’, schrijft Europees parlementslid Kathleen Van Brempt (SP.A).

De uitbouw van de Europese Energie-Unie staat al sinds 2010 op de politieke agenda, maar pas recent werd een ambitieus ontwerp voor zo’n Unie voorgesteld door de vice-voorzitter van de Europese Commissie, Maros Sefcovic. Net zoals de eerste kiemen van de Europese Unie – met name de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal – ontsproten aan industriële en energieproblemen, zo zal de nieuwe Europese Gemeenschap voor Zon en Wind opnieuw de energieproblemen moeten oplossen waarmee we geconfronteerd worden.

‘Energie-efficiëntie is een onzichtbare krachtcentrale’

In 1951 beseften de Europese leiders dat samenwerking de Europese economie zou aanzwengelen. Als we er nu in slagen het lappendeken van 28 energienetwerken – het symbool van de energiepolitiek van het verleden – te integreren, zal dat de Europese economie een gelijkaardige ‘boost’ geven. Omdat het aandeel aan hernieuwbare energie in onze energiemix toeneemt, moeten we in staat zijn energie te transporteren over grote afstanden, van onze windparken op zee, de waterkrachtcentrales in Scandinavië, de zonnecentrales in Zuid-Europa of de duizenden gedecentraliseerde micro-centrales in andere delen van Europa. Als er ergens energietekorten optreden, moeten lidstaten op elkaar kunnen rekenen en gebruik kunnen maken van elkaars reserves of energie-overschotten.

Over het ontwerp voor de Europese Energie-Unie dat in februari werd voorgesteld, kan veel gezegd worden, maar ik wil me beperken tot de opkomst van de Negawatt – nee, niet Megawatt – industrie: energie-efficiënte (EE).

Voordelen beperken zich niet tot energiebesparingen

De afgelopen jaren hebben politieke leiders massaal lippendienst bewezen aan energie-efficiëntie, maar ze zijn vergeten hun woorden in investeringen om te zetten. Investeringen in energie-efficiëntie zijn lang stiefmoederlijk behandeld geweest, hoewel ze indrukwekkende voordelen bieden die véél verder gaan dan energiebesparingen. Ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan economische groei én sociale ontwikkeling.

'Energie-efficiëntie is een onzichtbare krachtcentrale'
© Thinkstock

Investeringen in energie-efficiëntie brengen bovendien snel voordelen op, wat in tijden van economische crisis belangrijk is omwille van de jobs die daardoor gecreëerd worden. Projecten in hernieuwbare energie creëren tien keer meer jobs dan vergelijkbare projecten in de sector van fossiele energie. Energie-efficiëntieprojecten leveren 3 tot 5 keer meer jobs op dan fossiele projecten. De macro-economische gevolgen van EE kunnen groot zijn.

Een Europese Energie-Unie die de strategische Europese doelstellingen volgt, zoals de aanpak van de klimaatverandering of het creëren van tewerkstelling, moet energie-efficiëntie dus als een absolute prioriteit zien. De sociaal-democraten in het Europees parlement hebben energie-efficiëntie dan ook hoog op de agenda van de Energie-Unie geplaatst.

Noodzakelijke besparingen bleven uit

Terwijl de eerste ontwerpen voor de Europese Energie-Unie nauwelijks aandacht besteedden aan energie-efficiëntie, zegt de definitieve tekst van de Commissie: “‘Energy efficiency first’. Maros Sefcovic, vice-voorzitter van de Commissie erkent dat energie-efficiënte een “op zichzelf staande energiebron” is, zodat het eindelijk mogelijk wordt om energiebesparingen te laten concurreren met energieopwekking. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) noemde energie-efficiëntie een ‘onzichtbare krachtcentrale’ die jaarlijks minstens 276 miljard euro genereert, een bedrag dat elk jaar toeneemt. Dat bevestigt de stelling van de Europese Commissie dat energie-efficiëntie ‘eerst’ moet komen.

Het verschrikkelijke besparingsbeleid van de Europese Unie heeft ons verhinderd de noodzakelijke maatregelen te nemen om onze belangrijkste doelstellingen te realiseren. Voor het eerst sinds jaren verandert het investeringsplan van commissievoorzitter Juncker echter die enggeestige visie op de crisis, door het streven naar evenwichtige begrotingen beter in balans te brengen met investeringen.

Energie-efficiëntie als prioriteit

Eindelijk zullen Europese prioriteiten waarvoor te weinig geld beschikbaar was, zoals energie-efficiëntie, opnieuw op de agenda kunnen komen. Maar gebeurt dat ook echt? Als we kijken naar de voorstellen die de lidstaten hebben ingediend voor het investeringsplan van Juncker, dan hebben slechts 5 procent daarvan betrekking op energie-efficiëntie, slimme technologieën of een beter management van vraag-en-aanbod.

En dat terwijl, volgens het IEA, maar liefst 40 procent van de CO2-reducties bereikt kunnen worden door energie-efficiëntiemaatregelen.

Als we dus beslissingen nemen over de projecten waarin we moeten investeren, moet energie-efficiëntie een prioriteit zijn in de investeringsportefeuille. Pas als we dat doen, kan Europa een grote sprong voorwaarts maken en opnieuw het leiderschap inzake duurzame ontwikkeling opeisen.

(Deze tekst verscheen eerder in het Engels in het tijdschrift European Energy Innovation.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content