“Elke staatshervorming staat of valt met het geld”

© Photo News

De broodnodige sanering van de publieke financiën kan alleen slagen als ook de financieringsregels voor de verschillende overheden worden aangepast.

Het Federaal Planbureau heeft het nog maar eens berekend. Om de overheidsfinanciën tegen 2015 opnieuw in evenwicht te krijgen, moet de broekriem ieder jaar wat harder worden aangetrokken – tot 22 miljard euro besparingen in dat laatste jaar.

Deze gigantische budgettaire uitdaging wijst ook op alsmaar nijpender problemen met de Bijzondere Financieringswet van 1989. En daarover wordt al van voor de verkiezingen van 2007 gezegd dat ze ‘niet langer houdbaar’ is. Die wet hevelt grote delen van de opbrengsten van de personenbelasting en de btw over van de federale overheid naar de gewesten en gemeenschappen. In 2009 schoof de federale overheid zodoende 36 miljard door naar de deelstaten, terwijl haar totale belastingontvangsten 90 miljard bedroegen.

Drie elementen maken een wijziging van de financieringswet noodzakelijk. Twee ervan zijn een erfenis van de paarse periode. Die resulteerde in een dure herfinanciering van de gemeenschappen en in een belastingvermindering om de consumptie aan te moedigen. Dat betekent twee keer minder geld voor de federale overheid, die wel het grootste deel van de kosten van de vergrijzing (gezondheidszorg en pensioenen) moet betalen.

Door de communautaire stilstand van de afgelopen drie jaar, bleef de financieringswet buiten schot. De enige tastbare oefening ter zake werd in 2008 gemaakt door Eric Kirsch, nu kabinetschef van ontslagnemend premier Yves Leterme (CD&V) en in 1988 een van de architecten van de financieringswet. Hij bedacht simulaties met een overdracht van een aanzienlijk deel van de personenbelasting naar de deelstaten. Zijn denkwerk liep vast op ‘de grenzen van het federale overlegmodel’. Het werd onder Van Rompuy I en Leterme II niet meer besproken.

‘De financieringswet kan niet werken. Ze blinkt uit door onverantwoordelijkheid en een gebrek aan transparantie’, zegt Herman Matthijs, die overheidsfinanciën doceert aan de VU Brussel en lid van de Hoge Raad voor Financiën is. ‘Omdat de politiek zich niet waagt aan een debat over de kerntaken van de verschillende overheden, hebben die nu zeer heterogene bevoegdheidspakketten. Een afbakening van homogene bevoegdheden zou eenvoudiger en efficiënter zijn. Die kan dan gekoppeld worden aan een heldere toewijzing van de overheidsinkomsten, zodat ook de deelstaten geresponsabiliseerd worden. De personenbelasting, de vennootschapsbelasting en de gewestelijke belastingen zouden zo naar de gewesten kunnen gaan. De federale overheid zou kunnen beschikken over de inkomsten van de btw, de parafiscaliteit, de douaneheffingen en de accijnzen. Elk nieuwe staatshervorming staat of valt met het geld, maar daarover wordt helaas nooit gesproken.’

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content