‘Elio Di Rupo zal nooit de Cicero van de Lage Landen worden’

© Belga

Hoe inspirerend is eerste minister Elio Di Rupo (PS)? Hoe hoog is het Obamagehalte van zijn state of the union? Wetstraatwatcher Walter Pauli, politicoloog Dave Sinardet en speechschrijver Mark Van de Voorde gingen het na.

Hoe inspirerend is eerste minister Elio Di Rupo (PS)? Hoe hoog is het Obamagehalte van zijn state of the union?

Na het begrotingsakkoord kan het politieke werk echt van start gaan. Premier Elio Di Rupo spreekt het parlement toe en deelt de natie de stand van het land mee. De state of the union is een verzameling cijfers, komma’s en maatregelen waar lang aan geschaafd is, die een soms precair evenwicht vormt van de wensen en ideeën van verschillende regeringspartijen. Ideologische verschillen moeten erin overbrugd worden, raakvlakken gevonden. De state of the union moet ook een moment van begeestering zijn, een ogenblik waarop de regeringsleider andere politici en bij uitbreiding de hele bevolking inspireert met een politiek verhaal. Zeker in moeilijke tijden willen mensen van hun leiders horen hoe het land ervoor staat en in welke richting we met zijn allen gaan. Politici worden dan wel vooral verkozen om te zorgen dat er goede wegen liggen, dat de administratie vlot werkt en dat de belastingen eerlijk geïnd worden: we willen van onze leiders ook soms dat ze visionair zijn, idealen hebben en die de praktijk omzetten. Dat ze lijnen uitzetten in het algemeen belang en zo ons land door stormen loodsen. De state of the union is een moment waarop de premier van België het land kan inspireren. Knack.be vroeg aan 3 mensen met verstand van zaken om voor ons de beleidsverklaring te volgen en te toetsen op zijn inspirerende, prikkelende toon. Wetstraatwatcher Walter Pauli, politicoloog Dave Sinardet en voormalig speechschrijver Mark Van de Voorde zullen de speech van Di Rupo beluisteren en voor Knack.be neerschrijven waar die hen raakte, of waar de premier net kansen liet liggen om zijn bevolking te overtuigen van zijn verhaal.Walter Pauli, redacteur Knack: ‘Elio Di Rupo zal nooit de Cicero van de Lage Landen worden’

Elio Di Rupo zal wel nooit de Cicero van de Lage Landen worden. Niet in het Frans en zeker niet in het Nederlands. Hij scoort minimaal op de Obama-schaal, maar daarin verschilt hij eigenlijk niet met het gros van de meeste ministers op dit moment. Indien zijn Nederlands niet zo volspekt zou zijn met foute accenten, zou Di Rupo kunnen doorgaan voor de gemiddelde Vlaamse minister die het Vlaams parlement toespreekt: iemand die wel wil behartenswaardig klinken, maar die toch zoutloos overkomt.

Nog meer, omdat dit keer zijn ‘State of the Union’, de boodschap van de regeringsleider aan parlement en natie, nog meer dan anders eigenlijk een op woorden gezette begroting was.

En de inhoud van die begroting hoeft Elio Di Rupo zich niet te schamen. Een begroting die de vergelijking met zowat alle andere Europese landen kan doorstaan. Ontbreekt er enige visie? Ja, en neen. Ja voor zij die de grote marsrichting hadden willen zien. Maar dat was vooraf onmogelijk in een ‘post 14 oktober’-regering. Toen al schreef Knack.be dat Di Rupo een probleem zou hebben met socialisten die ineens forse tegenstand van links krijgen, en liberalen die voor hun leven moeten vechten om relevant te blijven voor de Vlaamse rechterzijde. In die politieke context toch een begroting op tafel leggen, zij het met grote vertraging, is een prestatie. Zij het een prestatie met zijn politieke beperkingen.

Eigenlijk kon men vooraf voorspellen dat de index niét zou worden afgeschaft (dan had de sp.a zichzelf kunnen opheffen) en dat Open Vld niét zou toelaten dat er nieuwe symbolen als vermogensbelasting zouden opduiken. En daarom werd de index een beetje aangepast, net zoals de notionele intrest. Di Rupo I leverde een besparing van 3,4 miljard euro. Het beruchte Globaal Plan van Dehaene van 1993 bedroeg de inspanning180 miljard frank, of 4,5 miljard euro. Is het ineens een schande dat een operatie van die orde ‘relatief pijnloos’ heet?

Want elke klus met ‘visie’ had meer pijn gedaan, in de een of andere richting. Misschien voor een volgende keer, want België is misschien wel op de goede weg met haar begroting, maar we zijn er nog altijd niet. En dus zien we hoe werkelijk iedereen boos of ontgoocheld is, van vakbonden tot werkgevers. Allen vinden dat de eigen noden te weinig verzorgd zijn, en dat ‘de anderen’ te veel gespaard bleven. Bofbof.

‘De Morgen’ huilde dat “de middengroepen” het feestje betalen en rekende voor een concreet koppel tweeverdieners met kinderen voor dat de nieuwe ingrepen van Di Rupo “het koppel jaarlijks 83 euro extra” zullen kosten. Dat is dus zeggen en schrijven: 40 euro per kop per jaar, of een maandelijkse last van één koffie op café (of voorwaarde dat je die niet in een trendy bar bestelt, want dan betaal je meer). En daarvoor doet men zo pissed? En de hele inlevering, vorige besparingsrondes meegeteld, komt voor datzelfe koppel op 630 euro per jaar neer, dus een inlevering van minder dan dertig euro per kop per maand. Dat is niet leuk, maar ook weer niet dramatisch. En werd voor België nog niet zo lang geleden geen Iers, Portugees of Grieks scenario voorspeld? En zeker, door de loonstop zullen we de volgende jaren een beetje minder méér krijgen. De vakbonden zijn daarom boos, de werkgevers ook, maar om juist de tegengestelde reden.

Waar focust een aantal critici eigenlijk op? Heeft er eigenlijk iemand gedacht dat het met minder zou kunnen? Maar dat beeld van die koffie: Elio Di Rupo noch zijn tekstschrijvers hebben het zelf kunnen verzinnen. U leest het hier in kort bestek, de parlementsleden moesten véél langer luisteren naar een man die de keurige boodschap die hij te vertellen had, niet overtuigend wist te brengen. De regering Di Rupo verdiende eigenlijk beter dan The State of Union van haar premier.”

Dave Sinardet, politicoloog Vrije Universiteit Brussel (VUB): ‘Zakelijk en beschrijvend: Di Rupo lijkt een kloon van Kris Peeters’

“Allereerst een bedenking bij de vraag van Knack.be. Hoe hoog is het Obama-gehalte van de ‘state of the Union’ van Elio Di Rupo? Op voorhand kon ik al voorspellen dat dat zou tegenvallen. Di Rupo is immers Obama niet. En eigenlijk is zowat geen enkele regeringsleider Obama.

Di Rupo afmeten aan zowat de sterkste politieke retoricus van de wereld en van zijn tijd – want dat is Obama onmiskenbaar – kan enkel maar teleurstelling opleveren.
Ook al omdat de context helemaal anders is. De VS zijn een meerderheidssysteem: Obama en zijn staf kunnen zelf de inhoud van zijn toespraken volledig bepalen. De ‘state of the union’ van Di Rupo is een compromis tussen maar liefst zes partijen, die elk woord afwegen en allemaal hun prioriteiten en visie willen kunnen terugvinden.

Correcter zou zijn Di Rupo af te meten aan de leiders van de ons omringende landen: François Hollande, Angela Merkel, Mark Rutte. Of aan de leiders van onze belangrijkste deelregeringen: Kris Peeters, Rudy Demotte en Charles Picqué. Overigens: als Di Rupo te ver zou gaan in bevlogenheid en in de verdediging van een wervend Belgisch project zouden die deelregeringen hem al snel verwijten dat hij zijn plaats niet kent. Je kan ook nog vergelijken met vroegere Belgische regeringsleiders. Met name Guy Verhofstadt steekt er dan uit. Maar net diens onbegrensde bevlogenheid en voluntarisme werd dan weer vaak op hoongelach onthaald door zijn critici. Dus blijkbaar is dat dan toch ook weer geen succesformule.

De meer realistische vergelijkingen met regeringsleiders in de ons omringende landen en in eigen land situeert Di Rupo zowat op dezelfde hoogte qua retorische stijl. Maar dat is niet meteen een compliment. Een groot deel van zijn uiteenzetting is een vrij beschrijvende en zakelijke bespreking van de begrotings- en relancemaatregelen waartoe de regering beslist heeft. Op dat vlak lijkt Di Rupo wel een kloon van Kris Peeters.

Een heel aantal beslissingen en maatregelen worden opgesomd en toegelicht, puzzelstukken waaruit het totaalbeeld ontstaat van een regering die heel wat hervormingen op stapel heeft staan: economie, arbeidsmarkt, justitie, staatshervorming, … In heel die catalogus maatregelen herken je ook duidelijk de onderliggende compromissen tussen zes partijen. Wat echter wel wat ontbreekt is de rode draad door al die hervormingen, het grotere project waarin ze passen. De kans om al die individuele maatregelen in te passen in een inspirerend, hoopgevend verhaal is duidelijk gemist, terwijl ons land misschien net dat nodig heeft. Het is bij uitstek iets waar … welja … Obama goed in is en waarnaar het bij Kris Peeters al evenzeer zoeken is.

Het viel op dat Di Rupo in het begin de nadruk legde op de zeer moeilijke omstandigheden – economisch (internationale crisis) maar ook politiek (een regering met zes diverse partijen) – waarin de regering heeft moeten werken. Dat is op zich terecht want weinig regeringen hebben al in dermate moeilijke omstandigheden moeten werken, maar door de nadruk daarop leek hij zich al op voorhand te excuseren voor wat er ging komen.

Op een bepaald moment was er de nadruk op het belang van eenheid tussen de verschillende sociaaleconomische actoren en op de belangrijke rol van het sociaal overleg daarin, een klassieker in ons land. Dit was wellicht ook nodig omdat de sociale partners – en met name de vakbonden – zich door de beslissingen rond loonmatiging buitenspel gezet voelden.

Er waren ook enkele momenten waar de zakelijke stijl verlaten werd. Zo verwees Di Rupo naar de werknemers van heel wat bedrijven waar banen bedreigd worden. Al die bedrijven werden opgesomd. Een ander moment was dat waarop Di Rupo twee fragmenten uit brieven voorlas van burgers die zich zorgen maken over de gevolgen van de economische crisis voor hun dagelijkse leven. Het voegde aan de opsomming van cijfers en techniciteiten plots een zeer menselijke toets toe. Het gaf ook aan dat de regering wel degelijk rekening houdt met de realiteit op het terrein en de problemen van de ‘gewone’ mensen. Die korte passage leek echter nogal onhandig ingeschoven in de rest van de verklaring en kwam daarom een beetje over als een tang op een varken.

Het is misschien wat flauw en onorigineel om er te blijven op terugkomen, maar ook Di Rupo’s beheersing van het Nederlands maakt het hem retorisch niet makkelijker. Voor alle duidelijkheid: zijn Nederlands ging erop vooruit en dat hij niet perfect tweetalig is, ligt niet aan een gebrek aan inzet of goede wil, maar aan het feit dat talenkennis niet zijn sterkste talent is. Dat maakt dat hij in het Nederlands nog steeds meer moeite heeft om natuurlijk te klinken en retorisch te scoren. Opvallend is dat zijn Nederlands veel gekunstelder klinkt wanneer hij Nederlandstalige teksten moet aflezen dan wanneer hij improviseert in een Nederlandstalig interview.

De indruk die de ‘state of the union’ geeft hangt niet enkel af van de regeringsleider maar ook van de reactie van zijn gehoor. Het viel op dat de parlementairen – ook die van de meerderheid – en Di Rupo’s collega’s in de federale regering niet altijd even aandachtig leken te luisteren, in beslag genomen door hun smartphones, tablets of babbels met buren. Dat is hun normale gedrag tijdens de zittingen in de Kamer, maar tijdens een belangrijk symbolisch moment als een regeerverklaring zendt dat ook een signaal uit, zeker wanneer ze door de camera’s in close up gefilmd worden. Een signaal dat bijdraagt tot een minder positieve perceptie van hun eigen regering.”

Mark Van de Voorde, voormalig speechschrijver Yves Leterme, Herman Van Rompuy en Steven Vanackere: ‘Bijna smeken om compassie’

“Het is als gewezen politieke speechschrijver dat ik de beleidsverklaring van Di Rupo commentarieer. Ik wil dus vooral ingaan op de vorm. Uit ervaring weten ik echter dat een beleidsverklaring in ons land nooit een staaltje van retorica is of kan zijn. Ook voor mij was dat een nachtmerrie, over het resultaat heb ik altijd gevloekt. Evenwicht moet betracht maar harmonie is onmogelijk: elke minister (en zijn entourage) wil zijn inbreng, de vouwen worden zo glad gestreken dat er geen pieken meer zijn. Dat was nu weer zo. Dus geen bevlogen tekst, maar een tabel.

Er zijn evenwel sprekers die zelfs een lijst van maatregelen kunnen brengen als vlammende boodschappen. Het is weinigen gegeven. Di Rupo alvast niet. De meeste premiers hollen door de tekst. Dat deed Di Rupo ook. Hij heeft daarbij nog de handicap dat zijn stem eigenlijk te hoog is. Wie vertrouwen wil tonen, moet lager spreken.
Een extra nadeel was dat er eigenlijk niets nieuws te vertellen viel. Alles was gisteren al gezegd op de persconferentie. De toespraak kon dus niets anders worden dan een lange herhaling van het gekende. Dat kon alleen worden opgevangen door bevlogenheid, door visie.

Maar ook dat ontbrak in de tonaliteit en in de opbouw van de tekst. Wie de toespraak aandachtig beluisterde, kon weliswaar in haast verloren zinnen visie horen, maar die zinnen zaten verloren in de tekst. Het begon al met de inleiding.

De aanhef van de toespraak leek mij vanuit retorisch standpunt een misser. In plaats van positief te poneren wat de regering van plan is, begon Di Rupo met een lamentatie over de toestand. Een veel te lange inleiding die erg leek op zoeken naar begrip en het smeken om compassie. Dit is retorisch compleet fout.

Wat de premier zowat halverwege de tekst zei over “een stevig huis heeft stevige fundamenten nodig, namelijk de begroting en de begrotingscontrole” had vooraan moeten staan. Integendeel, Di Rupo leek aan de Kamer en aan het publiek te laten verstaan hoe moeilijk het wel was geweest. Het leek wel of hij zich verontschuldigde, en dat is politiek not done om de kracht van een regering te tonen. Zo presenteer je geen krachtige regering. En dat had hij nochtans best kunnen doen met de voorliggende maatregelen.

Enkele keren probeerde Di Rupo de kritiek te pareren, maar die aanzetten tot argumentatie en tot visie zaten verloren in de techniciteit van de tekst. Ook zijn oproepen tot werkgevers, werknemers en sociale partners waren gemiste kansen. Hij had de flair en de moed moeten hebben om hier als het ware de Kamerleden zo mobiliserend aan te spreken dat hij zich over hun hoofden heen rechtstreeks richtte tot die sociale partners.

Eenmaal deed Di Rupo een Obamatje. Toen hij het algemeen verhaal terugbracht tot de verhalen van Kevin en Fréderic. Een retorisch truc die helaas niet werkt in een toespraak die een waslijst is. Ik kan het me voorstelen: een speechschrijver heeft dat bedacht, maar alles wat die gepersonaliseerde voorbeelden omkranste, is geschrapt. Men had beter die retorische truc ook geschrapt.

En toen ging ook nog het mobieltje van de premier af. Bij Barack Obama zou dat niet gebeuren. En die zou ook niet beginnen met een slokje uit een glas water. Di Rupo had een droge keel. Die heb je, als je niet zeker bent. De premier had met wat hij te vertellen had, veel meer zekerheid mogen en kunnen tentoonspreiden.” (SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content