Eerste leugen van speurder op assisen Ronald Janssen

Op het assisenproces tegen drievoudige moordenaar Ronald Janssen is de eerste leugen van een speurder gevallen. Naast het proces tegen Ronald Janssen, wordt in Tongeren ook het proces van het gerechtelijk onderzoek gemaakt.

“Bart Van Uffel (van de federale gerechtelijke politie van Leuven) stond bij ons in het commissariaat, toen het telefoontje binnenkwam dat het lichaam van Annick gevonden was.” Die opmerkelijke uitspraak deed een politieman van de zone Demerdal tijdens zijn verhoor op het assisenproces van Ronald Janssen.

Van Uffel, speurder in het onderzoek naar de moord op Annick Van Uytsel, beweerde altijd dat hij bij Ronald Janssen op de stoep stond op het ogenblik dat het lichaam van Van Uytsel gevonden werd. De eerste tegenspraak tussen twee politiemensen op het assisenproces tegen Ronald Janssen is daarmee een feit.

Telefoontje

Vier politiemensen van de zone Demerdal kwamen maandagvoormiddag aan het woord. Zij deden de eerste onderzoeksdaden naar de vermissing van Annick Van Uytsel op 28 april 2007. Eén van die politiemensen verklaarde na een vraag van meester Pieter Helsen, de advocaat dan de ouders van Shana Appeltans, dat speurder Van Uffel op het ogenblik van de vondst van het lichaam van Annick Uytsel bij hem op het commissariaat was. Van Uffel zou altijd gezegd hebben dat hij voor de deur van Janssen stond, toen hij het telefoontje kreeg in verband met de ontdekking van het lichaam van Annick in het Albertkanaal in Lummen.

Meester Helsen wees de politieman van Demerdal erop dat Van Uffel dat zo verklaard had. “Dat is dan voor rekening van Van Uffel”, aldus de politieman van Demerdal.

Draaiboek

Maandag kwam ook een eerste vraag van een jurylid aan bod. Die vroeg of er een draaiboek inzake vermiste personen bestond, en dat werd bevestigd door de politie van Demerdal.

De advocaat van Janssen, meester Adam Miskovic, wilde ook weten wie wanneer de leiding van het onderzoek bij de Leuvense federale politie had. Volgens de mensen van Demerdal was het bij de vermissing eerst Van Uffel en nadien, toen het om moord ging, André Allard.

De vader van Shana verliet de zaal met ongenoegen, toen de verdediging vragen begon te stellen aan de vier politiemensen.

Comité P

Later op de dag kwam speurder Bart Van Uffel zelf aan het woord. Hij ontkende dat hij op het commissariaat was, toen het lichaam van Annick Van Uytsel werd gevonden. Hij ontkende eveneens dat hij aan de deur van Ronald Janssen stond, zoals hij eerder tegen het comité P had gezegd.

“Ik bevond mij op het terrein, maar ik stond zeker niet aan de voordeur van Ronald Janssen. Ik was nog nooit van mijn leven in Loksbergen geweest, en was bezig de omgeving te verkennen”, aldus Van Uffel.

Volgens Van Uffel was hij na screening van het arrondissementeel informatiekruispunt (AIK) tot een lijstje van drie tot zes namen van mogelijke verdachten gekomen. “Ik ben dan op het terrein de adressen van de drie personen gaan checken, om de woning van die personen te gaan bekijken. Een van die personen was Ronald Janssen, die ook als interessant naar boven kwam. Ik was toen in Loksbergen (Halen), maar ik weet niet meer zeker waar ik was”, zei Van Uffel.

Op het terreinVoorzitter Michel Jordens haalde vervolgens aan dat een politieman maandagvoormiddag verklaard had dat Van Uffel in het commissariaat van de politiezone Demerdal was, toen het telefoontje over de ontdekking van het lichaam van Annick Van Uytsel binnenkwam. “Ik was op het terrein en heb toen naar Chris Vennekens van de zone Demerdal op zijn kantoor gebeld”, verklaarde Van Uffel.

Aan de speurders van het Comité P verklaarde Van Uffel dan weer wel dat hij zich herinnerde dat hij voor het huis van Janssen stond. Meester Jos Vander Velpen confronteerde hem met die uitspraak van de onderzoekers van het Comité P. Van Uffel zei dan weer dat het niet klopte.

Proces-verbaal

Meester Jef Vermassen wees Van Uffel erop dat er geen proces-verbaal werd opgesteld van de screening, waarna een lijst van drie namen overbleef. “Ik vond dat toen niet nuttig een pv op te stellen, omdat we een denkpiste wilden uitwerken”, antwoordde Van Uffel.

(Belga/EE)