Ann Peuteman

‘Een persoon met een migratieachtergrond vindt echt niet makkelijker werk dan een vreemdeling’

Wie zich bezondigt aan minder verbloemende termen voor sommige groepen van mensen, wordt al snel op de vingers getikt. ‘Maar heeft het wel zin om iemand respectvol te benoemen als we hem niet zo behandelen?’ vraagt Knack-redactrice Ann Peuteman zich af. ‘Verschuilen we ons dan niet eerder achter die woorden dan dat we de discriminatie of betutteling aanpakken?’

Halfbloed. Zo stond het er. In een verder heel fijne reportage in DS Weekblad werd een vrouw omschreven als ‘halfbloed Italiaans’. Daar schrok ik van. Hadden ze geschreven dat ze ‘half Italiaans’ was, dan had ik er zo over gelezen. Maar de term ‘halfbloed’ is nu eenmaal een door vele geschiedenissen beladen term. Vandaar dat kijkers en lezers uit alle continenten meteen begrepen waarom Hermelien Griffel er in de Harry Potter-reeks kapot van was toen ze een modderbloedje werd genoemd: iemand die niet van zuiver tovenaarsbloed is. Had het iets opgelost om implicieter naar de bloedlijn van de Italiaanse dame en de tovenaarsleerlinge te verwijzen? Had dat verschil gemaakt? Ik weet het eerlijk gezegd niet.

En dat is meteen de reden waarom ik deze column niet eerder heb geschreven. Nochtans loop ik al met het idee rond sinds ik zo’n jaar geleden de zoveelste discussie had met een gesprekspartner die elke ‘dementerende bejaarde’ in mijn artikel wou vervangen door ‘oudere persoon met dementie’. Dat ik van zulke verzoeken steiger, komt echt niet alleen doordat zo’n omschrijving een tekst duf en hulpverlenerig maakt, maar ook omdat ik niet geloof dat het veel zoden aan de dijk brengt. Net zoals ik heel sceptisch ben over de rituele begrafenis die het woord allochtoon een paar jaar geleden in mijn thuisstad kreeg. Een mooi gebaar – daar niet van – maar wat maakt het uiteindelijk uit? Hoeveel van die termen we ook euthanaseren, altijd weer duiken er nieuwe op. Gastarbeiders zijn in de loop der jaren vreemdelingen geworden, daarna migranten, allochtonen en nu dus personen met een migratieachtergrond. Veel heeft hen dat allemaal niet opgebracht. Die eeuwige discussies over al dan niet correcte benamingen hebben de verschillen zelfs extra in de verf gezet en joegen niet al te tolerante mensen nog hoger de gordijnen in. Dus schrijf ik nog altijd ‘allochtoon’ als ik dat relevant vind en blijf ik weigeren om tien keer per tekst ‘oudere’, ‘persoon met dementie’, ‘persoon met een handicap’ of ‘mensen in armoede’ te gebruiken. En ik vervang homoseksueel ook niet door ‘gay’ en holebi niet door ‘queer’. Mag ik nog zelf mijn woorden kiezen, ja? Ik gebruik toch geen schuttingtaal?

Van ouden van dagen tot schrijfwijf

'Een persoon met een migratieachtergrond vindt echt niet makkelijker werk dan een vreemdeling'

Toch is er een goede reden waarom ik deze column zolang voor me uit heb geschoven: twijfel. Dat begon toen een collega me liet weten dat hij het er als zoon van ‘een rusthuisbewoner met dementie’ moeilijk mee had dat ik over ‘demente rusthuisbewoners’ schreef. Korte tijd later vertelde een kennis me hoe vreselijk ze het vond om ‘leefloner’ genoemd te worden. Alsof ze alleen maar arm was, en verder niets. Zelf werd ik dan weer allergisch voor het woord ‘autist’ nadat een klein meisje dat me dierbaar is een autismespectrumstoornis bleek te hebben. Kunnen we dan toch beter alleen nog bemantelende woorden gebruiken?

Wellicht. Zolang we tenminste beseffen dat het niet volstaat om iemand respectvol te benoemen als we hem ook niet zo behandelen. Zolang we onszelf niet wijsmaken dat mensen op den duur anders gaan denken als we die goedgekeurde termen maar genoeg herhalen. Een zorgkundige zal een oudere net zo betuttelend bejegenen als een bejaarde, de brooddoos van een arm kind is even leeg als dat van een leeftijdgenoot die opgroeit in een gezin in kansarmoede, een persoon met een handicap moet dezelfde blikken ondergaan als een mindervalide en Mohammed wordt niet sneller uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek omdat hij geen allochtoon meer is maar een migratieachtergrond heeft.

Soms kunnen onverholen termen zelfs helpen om een hardleers publiek bij de les te houden. Er zijn nu eenmaal mensen die al niet meer luisteren als ze uit je politiek correcte woorden denken af te leiden dat ze met een linkse softie te maken hebben. Dan kan het weleens werken om hen toe te schreeuwen dat we écht niet goed bezig zijn met onze ouden van dagen, dementen, homo’s, gehandicapten en vreemdelingen. Zeg maar dat dit schrijfwijf het gezegd heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content