Een op drie jongeren in deeltijds onderwijs komt niet aan “voltijds engagement”

(Belga) Een op de drie jongeren in het deeltijds onderwijs slaagt er niet in een “voltijds engagement” te realiseren. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Kathleen Helsen (CD&V) heeft opgevraagd bij minister van Onderwijs Pascal Smet.

De term deeltijds onderwijs mag je niet op het verkeerde been zetten. Sinds 1 september 2008 bestaat er zo iets als het “voltijds engagement” voor jongeren in het deeltijds onderwijs. Dat houdt in dat jongeren leren op school combineren met werken of werkplekleren. Om een voltijds engagement te realiseren, moeten jongeren wekelijks minstens 28 uren leren combineren met werken/werkplekleren. Dit schooljaar slaagt 34,25 procent of 2.826 van de 8.250 jongeren er niet in het voltijds engagement waar te maken. Dat resultaat ligt tussen de scores van de voorbije jaren. Zo lag het percentage in het schooljaar 2010-2011 op 37,2 procent en in het schooljaar 2009-2010 op 29,2 procent. In de meeste gevallen, namelijk in 20 procent, is het niet vinden van een gepast traject of geschikte job de oorzaak. Er is niet altijd onmiddellijk een geschikte plaats beschikbaar. En een jongere wenst niet altijd in te gaan op een aanbod. Daarbij zou mobiliteit vaak een rol spelen. Kathleen Helsen: “We moeten onderzoeken in welke mate de opleidingen voldoende perspectief bieden op werk op de arbeidsmarkt.” (DRM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content