Een minister in het defensief: de particratie redt het vel van Steven Vandeput

Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) © Belga
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Dat mensen binnen het leger stokken in de wielen van een doofpotoperatie willen steken, is voor N-VA blijkbaar een groter schandaal dan het bestaan van de doofpotoperatie zelf.

Er komt geen beslissing over de vervanging van de Belgische F-16’s zonder ‘volledige duidelijkheid’, zo bezwoer premier Charles Michel afgelopen donderdag in de Kamer. Zijn regering en vooral zijn minister van Defensie liggen sinds dinsdag zwaar onder vuur omdat cruciale informatie over de levensduur van onze gevechtsvliegtuigen niet tot in het parlement raakte en zelfs niet tot bij de regering. Hooggeplaatste functionarissen bij het leger hielden studies van vliegtuigbouwer Lockheed Martin achter voor minister Steven Vandeput, zo lijkt het.

Aanvankelijk hield premier Michel zich opvallend afzijdig in het debat, afgezien van het bericht dat hij een onderzoek binnen Defensie gelastte. Eerst mocht Vandeput de crisis even op zijn eentje uitzweten. N-VA schakelde in eerste instantie over op crisiscommunicatie: door het stof gaan en de collateral damage beperken. Een vroegtijdig ontslag van Vandeput als minister van Defensie was op dat moment niet denkbeeldig. Ofwel had hij gelogen, ofwel was hij een minister zonder vat op zijn eigen leger. Een minister die zijn eigen administratie niet kan vertrouwen, een fraai beeld is dat allerminst.

Als een minister niet gelogen heeft in het parlement, wat in deze zaak voorlopig niet het geval lijkt, is er meer nodig dan een vertrouwensbreuk om hem tot ontslag te dwingen. Er moet een dynamiek op gang gebracht worden waarbij, als in een Griekse tragedie, de druk op de ketel toeneemt en een ontslag uiteindelijk voor loutering kan zorgen. Om dat scenario te voorkomen, moest het dossier van tafel verdwijnen en moesten de gemoederen bedaard worden – en dus besloot de meerderheid om de legertop pas over een maand in het parlement aan te tand te voelen, nadat een audit de informatiestromen binnen Defensie onderzocht heeft. (En de oorsprong van de lekken, een vraag die meteen ook de aandacht afleidt van de kern van de zaak: informatie die bij het parlement moest belanden werd tegengehouden.)

Zo sloot de particratie de rangen rond Vandeput, die zo goed als zeker kan aanblijven als minister. Voorzitter Bart De Wever blijft pal achter zijn minister staan, en de andere regeringspartijen voeren de druk niet verder op, maar stemmen ermee in om de zaak vooruit de schuiven tot het debat is afgekoeld. Over een maand zal blijken wat de media de afgelopen dagen al blootlegden: dat een handvol topfiguren in het leger op eigen houtje handelde en besloot de studies niet aan de politieke beslissingnemers door te geven. Vandeput zal niks te verwijten vallen en zal de regeerperiode uitdoen als Defensieminister.

Veel moet van zijn ambtstermijn weliswaar niet meer verwacht worden. De vertrouwensbreuk met de legertop, waarvan ook enkelen gedetacheerd zijn naar het kabinet van Vandeput, is totaal, en het aankoopdossier voor nieuwe gevechtsvliegtuigen zal altijd gehuld blijven in een nevel van machinaties, insinuaties en ‘complottheorieën’ – de bewoording komt van Karolien Grosemans (N-VA), voorzitter van de Kamercommissie Defensie – die niet eens uit de lucht gegrepen bleken. Vandeput wordt een minister in het defensief.

De laatste etappe van de crisiscommunicatie is nu het verleggen van het debat: dat mensen binnen het leger stokken in de wielen van een doofpotoperatie willen steken, is blijkbaar een groter schandaal dan de doofpot zelf. Zolang SP.A de klokkenluiders beschermt, neemt die partij het woord transparantie beter niet meer in de mond, aldus N-VA-fractieleider Peter De Roover. Die kan misschien even praten met enkele van zijn fractieleden die deze kabinetsperiode nog ijverden om klokkenluiders binnen de politie te beschermen. Kamerlid Koenraad Degroote waarschuwde ervoor dat klokkenluiders in het verleden ‘botsten op een lokale overheid die vooral hen viseerde in de plaats van de vermeende daders.’ Nochtans is het ‘de plicht van elke ambtenaar om wantoestanden te melden,’ aldus Degroote.

Dat de klokkenluiders in het F-16-dossier mogelijk eveneens vreesden voor hun baan, zullen de N-VA-Kamerleden ook wel zelf kunnen bedenken. Maar op een zucht van twee belangrijke verkiezingsjaren staat de partijtucht boven het belang aan een deugdelijk politiek debat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content