Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Eén jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen: een stand van zaken’

De tijd dat een gemeente wordt bestuurd op basis van de lokale gevoelens onder de kerktoren is gedaan, zegt professor Herman Matthijs. Hij maakt een stand van zaken op, één jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Op 14 oktober 2018 worden de kiesgerechtigden van dit land verzocht om hun stem uit te brengen voor de gemeenteraden, de Antwerpse districtsraden en de provincieraden. Een stand van zaken op één jaar voor de lokale electorale hoogdag.

Hervormingen

Eén jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen: een stand van zaken

Het is nog afwachten op de verdere afwikkeling van het voorontwerp van het decreet lokaal bestuur. Daardoor worden het bestaande gemeentedecreet, het OCMW-decreet, het decreet intergemeentelijke samenwerking en het fusiedecreet samengevoegd. Vooral de integratie gemeente-OCMW en de strengere regels de intergemeentelijke samenwerking vallen op in dit nieuwe decreet.

Vooral bijgebleven zijn de discussies omtrent het bestuur van de intercommunales. Dat het aantal bestuursmandaten hier fors is verminderd door de Vlaamse regering kan alleen maar worden toegejuicht. Maar er is nog steeds een probleem met de democratische transparante werking van deze intercommunales.

De Vlaamse regering zal, in de toekomst, toch eens beslissingen moeten nemen over de buitenlandse invloeden in het bestuur van strategische intercommunales (bijvoorbeeld elektriciteit en water) en zich ook de vraag moeten stellen of de lokale besturen wel de ideale partner zijn voor het beheer van sommige sectoren. Daarmee bedoel ik dat het in een aantal gevallen beter zou zijn dat de Vlaamse overheid die positie overneemt of de private sector laat deelnemen.

Fusies

In deze legislatuur is ook voorzien in de vrijwillige fusies van gemeenten. Veel succes hebben de vrijwillige fusies niet. Dat is ook te begrijpen want er staan niet veel gemeenten te popelen om de functies van burgemeester, schepen enzovoort af te schaffen. Uiteindelijk zijn het zeven fusies geworden (Aalter met Knesselare, Puurs met Sint-Amands, Meeuwen-Gruitrode met Opglabeek, Overpelt met Neerpelt, Zingem met Kruishoutem, Lovendegem met Waarschoot met Zomergem en Deinze met Nevele). Het gaat politiek steeds over CD&V-fusies.

In heel de fusieproblematiek stelt zich ook de vraag tot wat die moet leiden? Wat is de ideale oppervlakte en inwonersaantal van een gemeente? Dikwijls wordt verwezen naar de bestuurskracht van ene gemeente of de hoeveelheid geld in de begroting. Maar ondanks alle studies en theorieën is er geen enkel ideaaltype voor een gemeentelijke structuur en bestuur. Een grotere gemeente kan, maar wordt niet noodzakelijk beter bestuurd dan een kleinere. De volgende Vlaamse regering zal het fusiedossier opnieuw moeten bekijken. Als men zou kiezen voor een doorgedreven fusieoperatie, dan zal dit een gedwongen karakter worden en zoals in de periode 1971-1983. Als het aantal Vlaamse gemeenten fors gereduceerd wordt, dan stelt zich ook de vraag naar de bestaansreden van de provincies.

Een nieuwe dergelijke fusieoperatie heeft voordelen (bijvoorbeeld grotere bestuurskracht) en nadelen (bijvoorbeeld vervreemding burgers) , maar zal vooral gebaseerd zijn op een politieke analyse vanwege de regeringspartijen. Inderdaad, de desbetreffende fusies in 1971 (Brugge), 1977 (al de rest) en 1983 ( Antwerpen ) waren gebaseerd op politieke berekeningen vanwege de toenmalige regeringspartijen, concreet CVP en PVV. Vooral de toenmalige CVP heeft die fusie operaties goed uitgerekend en boekte daarmede een massieve overwinning bij de lokale verkiezingen van oktober 1976.

De campagne

De lokale verkiezingen van oktober 2018 komen enkele maanden voor de federale- en Vlaamse alsook de Europese verkiezingen van het voorjaar 2019. Zodoende zullen deze verkiezingen sterk worden beïnvloed door de aankomende federale en Vlaamse verkiezingen.

De tijd dat een gemeente wordt bestuurd op basis van de lokale gevoelens onder de kerktoren is gedaan. De lokale politiek wordt ook beïnvloed door Vlaamse, federale, Europese en internationale dossiers.

Bovendien zullen de coalitiegesprekken er niet gemakkelijker op worden en dit omwille van het feit dat het aantal schepenen, in de meeste gevallen, met min één gaat. Daarentegen blijft het aantal gemeenteraadsleden onaangeroerd. Op provinciaal vlak is de Vlaamse regering logischer geweest. Daar wordt het aantal afgevaardigden met twee verminderd (van zes naar vier), maar halveert ook het aantal leden in de provincieraad.

Conclusie

In vergelijking met het buitenland moet men toch besluiten dat ons lokaal politiek stelsel een aantal verouderde pijlers kent, namelijk: het feit dat de burgers niet kunnen beslissen wie de burgemeester wordt of de rechtstreekse verkiezing van dit mandaat, te veel schepenen en raadsleden, veel gemeenten, het kiesstelsel imperiale dat minder democratisch is te noemen, een onoverzichtelijk bestuurlijk tussenlandschap (provincies, intercommunales, intergemeentelijke samenwerking) enzovoort.

Met ander woorden: de volgende Vlaamse regering heeft nog werk om de lokale besturen een statuut te geven dat aansluit bij de 21ste eeuw.

Partner Content