Ewald Pironet

‘Durft de regering-Michel te besparen én te investeren?’

‘De regering-Michel en de EU moeten knopen doorhakken’, schrijft senior writer van Knack Ewald Pironet. ‘Niet of er een besparings-, dan wel een investeringsbeleid wordt gevoerd. Wel waar wordt bespaard en waarin wordt geïnvesteerd.’

Meestal wordt de quote toegeschreven aan John Wayne, de legendarische cowboy van het witte doek, maar cinefielen zeggen dat hij de woorden nooit heeft uitgesproken: ‘A man’s gotta do what a man’s gotta do‘. Het is onduidelijk wie dan wél heeft gezegd dat ‘je moet doen wat je moet doen’ – laten we het erop houden dat het gewoon een kwestie van gezond verstand is. Of dat aanwezig is bij de leiders van Europa en ons land wordt de komende dagen duidelijk.

‘Durft de regering-Michel te besparen én te investeren?’

Jarenlang heeft Europa erop gehamerd dat er moest worden bespaard. Die mantra wordt ook in België gevolgd. Gedeeltelijk omdat het moet van de EU, maar ook omdat het niet anders kan als je constant de bodem van de schatkist ziet. Langzaamaan lijkt men nu het geweer van schouder te veranderen. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, gaf op een bijeenkomst van de 27 commissarissen in Knokke te verstaan dat Europa soepeler moet omspringen met de begrotingsregels. Voor Juncker hoeven uitgaven voor onderwijs en investeringen niet langer meegerekend te worden om het begrotingstekort te bepalen.

‘Al zeker 25 jaar investeert België te weinig in nieuwe wegen, verlichting en fietspaden.’

Bij de regering-Michel zie je dezelfde evolutie: ze begon met de ambitie om de overheidsfinanciën op orde te brengen, nu wordt gezegd dat België weliswaar geen afbreuk wil doen aan de budgettaire discipline maar pleit premier Charles Michel (MR) toch voor enige soepelheid, zodat strategische investeringen mogelijk worden. ‘Vandaag moeten belangrijke investeringen voor de toekomst gebeuren,’ aldus de premier, ‘in mobiliteit, energie, nieuwe technologie en veiligheid.’ Wat iedereen al langer zegt, zal ook de premier binnenkort over zijn lippen krijgen: de regering streeft niet langer naar het zelf opgelegde begrotingsevenwicht tegen 2018.

Al zeker 25 jaar investeert België te weinig in nieuwe wegen en hun onderhoud, verlichting, fietspaden, afwatering, noem maar op. In de periode 1971-1990 ging gemiddeld 3,1 procent van ons bbp naar overheidsinvesteringen in infrastructuur; in de periode 2010-2014 zakte dat naar 1,7 procent. Volgens de Leuvense begrotingsexpert Wim Moesen geeft een beschaafd land 3 procent van zijn bbp uit aan publieke investeringen. Het gevolg is dat we nu met een inferieure infrastructuur opgezadeld zitten. Niet alleen daarom zijn investeringen in onze infrastructuur zeer welkom. Ze zouden ook bijdragen tot de economische groei, die voor dit jaar op een povere 1,4 procent wordt geschat en volgend jaar zelfs maar op 1,2 procent. Econoom Paul De Grauwe zegt het al langer: België kan vandaag spotgoedkoop lenen, en als het dat geld verstandig investeert, verdient het dat makkelijk terug.

Het gevaar is dat politici nogal opportunistisch zullen omspringen met het begrip ‘investeringen’. Een voorbeeld daarvan kregen we al meteen toen Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten verklaarde dat de verlaging van de vennootschapsbelasting van 34 naar 20 procent niet budgetneutraal hoeft te zijn, want dat ze als een ‘investering’ beschouwd kon worden. Zo’n houding is nefast voor de overheidsfinanciën, zeker als ze zoals bij ons al gebukt gaan onder torenhoge schuld. Een tekort op de begroting is alleen maar verdedigbaar voor investeringen in infrastructuur en aanverwanten die economische groei opleveren, niet voor een of andere belastingvermindering.

Een verlaging van de vennootschapsbelasting moet gefinancierd worden door andere belastingen of door te besparen op uitgaven. België, ook Vlaanderen, heeft een overheidsbeslag dat bij de hoogste van Europa hoort. Er moet dan ook niet zozeer gezocht worden naar nog meer belastingen, maar naar het beperken van de uitgaven. En dat niet alleen om bijvoorbeeld een verlaging van de vennootschapsbelasting te betalen (volgens het plan van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) kan dat trouwens met verschuivingen binnen de vennootschapsbelasting), maar vooral om onze begroting met jaarlijks 0,6 procent van het bbp te verbeteren, want je kunt niet eeuwig meer uitgeven dan wat binnenkomt.

De regering-Michel moet dus niet alleen levensnoodzakelijke overheidsinvesteringen doorvoeren, ze moet er tegelijk voor zorgen dat de begroting voor de lopende uitgaven, met daarin

alle werkings- en personeelskosten en alle transfers zoals pensioenen en werkloosheidsuitkeringen, in evenwicht is. Ze moet beslissen hoe dit alles gefinancierd wordt, niet alleen dit maar ook de volgende jaren. Dat is een huzarenklus, maar a man’s gotta do what a man’s gotta do . Besparen én investeren, dat vergtmoed, discipline en volharding. We zullen snel zien of de partijen en ministers die deel uitmaken van de regering-Michel daarover beschikken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content