Drie op de tien inheemse dagvlindersoorten uitgestorven in Vlaanderen

(Belga) Twintig van de achtenzestig inheemse dagvlindersoorten (29 procent) zijn uitgestorven in Vlaanderen. Dat blijkt uit de nieuwe Vlaamse “Rode Lijst” van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Vlinderwerkgroep van Natuurpunt. De vorige Rode Lijst telde zestien uitgestorven dagvlinders.

De Rode lijst wordt gebruikt om de uitsterfkans van een soort te bepalen, op basis van kwantitatieve criteria die opgesteld zijn door de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). Specifiek voor deze lijst werd de verspreiding nagegaan van alle 68 dagvlindersoorten waarvan geweten is dat ze ooit in Vlaanderen voorkwamen. De nieuwe Vlaamse Rode Lijst bracht aan het licht dat 20 van die 68 inheemse soorten niet meer worden waargenomen in Vlaanderen. Vijfentwintig soorten zijn in min of meerdere mate bedreigd, de overige 23 soorten werden ondergebracht in de categorie “momenteel niet in gevaar”. “In vergelijking met de vorige Rode Lijst, uit 1996, worden het veenhooibeestje, het spiegeldikkopje en het dambordje nu als uitgestorven beschouwd”, verduidelijkt Wouter Vanreusel van Natuurpunt. “Ook het verborgen boswitje is bijgezet op de lijst met regionaal uitgestorven dagvlinders. Maar dat is een bijzonder geval, omdat er bij het opstellen van de vorige lijst nog geen onderscheid werd gemaakt tussen het boswitje en verborgen boswitje.” Als oorzaak voor de achteruitgang van het vlinderbestand, wordt onder meer het verdwijnen van hun leefgebied, de versnippering van het landschap en het gebruik van pesticiden aangehaald. “Maar niet voor alle soorten bestaat er duidelijkheid over de juiste oorzaak”, aldus Vanreusel. Voor het opstellen van de nieuwe Vlaamse Rode Lijst werden ongeveer 800.000 verspreidingsgevens gebundeld. (Bernd Rohrschneider)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content