Dramatische cijfers uit Wallonië: het communautaire komt hoe dan ook binnenkort op tafel

Waals minister-president Willy Borsus (MR). © BelgaImage
Ewald Pironet

‘Wallonië blijft alleen overeind dankzij geldstromen uit Europa en Vlaanderen’, constateert Philippe Destatte, directeur van de Waalse denktank Institut Destrée. ‘Dat kan niet blijven duren’. Maar wat is het alternatief?

‘De Walen leven niet behoorlijk’, verklaarde Philippe Destatte net voor de jaarwisseling in de Franstalige zakenkrant L’Echo. Het is een opmerkelijk interview met de voormalige adjunct-kabinetschef van minister van Wetenschapsbeleid Jean-Maurice Dehousse (PS), die sinds 1987 directeur is van het Waalse, naar de socialistische politicus Jules Destrée vernoemde studiecentrum. Ondertussen verscheen een vertaling in De Tijd. ‘Als we de jaarlijkse uitgaven van gezinnen in Wallonië en Vlaanderen vergelijken, merken we zo’n 15 procentpunt verschil. Voor uitgaven aan kleding en schoenen, meubels, cultuur, vrije tijd en opleiding per inwoner komt Wallonië telkens een heel eind achter Vlaanderen. Alleen aan tabak en alcohol geven de Walen meer uit dan de Vlamingen.’ Het illustreert hoe beroerd Wallonië eraan toe is.

Na de verkiezingen van 26 mei zullen de Franstalige partijen bij de regeringsvorming opnieuw geld vragen.

Destatte is historicus, schreef boeken over de Waalse en Belgische hedendaagse geschiedenis en is een van de interessantste stemmen aan de andere kant van de taalgrens. ‘Wallonië slaagt er maar niet in recht te krabbelen’, zegt hij. ‘Er worden al jaren buitengewone inspanningen geleverd, maar het Waalse bruto binnenlands product per inwoner vertoont geen teken van leven, alle maatregelen ten spijt. Als we België gelijkstellen aan 100, zat Wallonië in 1995 op 73,5 en in 2006 op 72,7.’ De Toekomstcontracten voor Wallonië, de Marshallplannen en de 12 miljard euro uit de Europese structuur- en investeringsfondsen brachten weinig soelaas. ‘Het heeft allemaal niets geholpen’, benadrukt Destatte.

De cijfers zijn al langer bekend, maar ze blijven ontluisterend. In Vlaanderen behaalt bijvoorbeeld 6,8 procent van de jongeren tussen 18 en 24 jaar geen diploma hoger secundair onderwijs en volgt ook geen enkele vorm van onderwijs of vorming meer, Wallonië kent 10,3 procent vroegtijdige schoolverlaters. In Vlaanderen was de afgelopen tien jaar gemiddeld 14 procent van de jongeren tussen 15 en 24 jaar werkloos, in Wallonië was de jeugdwerkloosheidsgraad 29 procent. Van de Vlamingen tussen 18 en 65 jaar was vorig jaar 6,4 procent werkzoekend, in Wallonië is dat 13,2 procent. Bijna 24 procent van de Vlamingen tussen 20 en 64 jaar werkt niet en is ook niet op zoek naar werk, Wallonië telt meer dan 30 procent inactieven. Daarbij dient opgemerkt te worden dat Vlaanderen zelfs lang niet zo goed presteert als de buurlanden of vergelijkbare regio’s. Zo heeft Nederland ‘slechts’ iets meer dan 18 procent inactieven, Duitsland 17,5 procent. De cijfers zeggen wel hoe erg het met Wallonië is gesteld.

Als het communautaire geen rol speelt vóór de verkiezingen, dan onvermijdelijk erna.

Natuurlijk hebben die dramatische cijfers te maken met het verdwijnen van de op staal en steenkool gebaseerde zware industrie in Wallonië. Lange tijd hebben de verantwoordelijke politici de feiten en gevolgen genegeerd. De structurele hervormingen waren hoe dan ook ontoereikend, stelt ook Destatte vast. ‘Wallonië kan zich alleen overeind houden dankzij de geldstromen vanuit Europa en Vlaanderen, en omdat we de buikriem aanhalen.’ Hij pleit voor een krachtdadige aanpak, waarbij ‘opnieuw een evenwicht moet worden gevonden tussen de bedrijfswereld, die waarde creëert, en de publieke sector, die dat niet doet.’ Want hij weet het wel zeker: ‘De geldtransfers uit Vlaanderen blijven niet duren, en die vanuit Europa worden waarschijnlijk kleiner.’ En dus moet Wallonië ‘zelfvoorzienend’ worden. Of dat snel gebeurt, valt te betwijfelen. De puinhoop is groot, de bereidheid tot diepgaande structurele ingrepen veel minder. En de aanhechting van Wallonië bij Frankrijk waaraan sommigen denken, is ook niet voor meteen. Zou Parijs daar trouwens echt op staan te wachten?

Nee, na de verkiezingen van 26 mei zullen de Franstalige partijen bij de federale regeringsvorming opnieuw geld vragen, al was het maar om het Franstalige onderwijs te financieren. De Vlaamse partijen die na Superzondag aan de onderhandelingstafel zitten, kunnen eisen stellen in ruil voor die levenslijn naar Wallonië. De Vlaams-nationalisten hopen voldoende stemmen te halen om er zeker bij te zijn. Zij zouden Wallonië van het faillissement en België van de onbestuurbaarheid kunnen redden, in ruil voor een confederaal model. Maar ook als zij niet nodig zijn voor een regeringsvorming, zullen communautaire kwesties een rol spelen. Want ook al willen de meeste politici en politieke analisten er vandaag niet van horen, als het communautaire geen rol speelt vóór de verkiezingen, dan onvermijdelijk erna. Of, vrij naar Liza Minelli en Joel Grey: ‘Money makes Belgium go round’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content