Directeur Myria: ‘In alle redelijkheid gezegd: de grondrechten staan onder druk in België’

François De Smet © Belga
Simon Demeulemeester

Het jaarrapport van het Federaal Migratiecentrum Myria is kritisch voor het asiel- en migratiebeleid van de regering-Michel. Directeur François De Smet: ‘We leven niet in een dictatuur. Maar wanneer de regering kinderen wil opsluiten, dan moet je waarschuwen.’

Drie keer meer humanitaire visa, 15 procent meer vreemdelingen die de Belgische nationaliteit kregen dan vorig jaar en meer regularisaties om humanitaire en medische redenen. Het Vlaams Belang zal in het jaarrapport van Myria voldoende munitie vinden om staatsecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) op rechts te bestoken. Maar ook de linkse oppositie, en wie weet ook coalitiepartner CD&V, zal er een stok in vinden om de hond te slaan. Al was het maar omdat het jaarrapport opent met een even diepgaande als kritische analyse van de Sudankwestie.

Die zette in het voorjaar de regering-Michel onder spanning nadat Sudanezen getuigden over folteringen bij hun aankomst in Sudan nadat ze door België waren uitgezet. Nochtans is België een ondertekenaar van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Artikel drie daarvan is erg duidelijk: ‘Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.’ Wie het EVRM onderschrijft, mag geen mensen terugsturen naar een land waar ze risico lopen op foltering of vernedering. Een onderzoek door het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) naar de getuigenissen van de Sudanezen plaatste vraagtekens bij de getuigenissen van de Sudanezen, maar had ook scherpe kritiek op het terugkeerbeleid van de regering-Michel. Maar dat laatste werd fijntjes genegeerd door de regering, stelt Myria vast. Directeur François de Smet: ‘De regering heeft het CGVS-rapport zeer selectief gelezen. Je mag zeker de vraag stellen naar de geloofwaardigheid van die getuigenissen, maar of die Sudanezen al of niet gefolterd zijn, is niet de belangrijkste vraag. Dé belangrijkste vraag is of België voldoende afgetoetst heeft of die mensen zouden gefolterd worden. Het antwoord van het rapport op die vraag is zeer duidelijk: België heeft dat niet gedaan. Zelfs niet onzorgvuldig. Gewoon niét.’

‘De overheid bekritiseren we, de mensensmokkelaars bestrijden we’

Het brengt Myria tot een scherp besluit: in België worden grondrechten soms gezien als een struikelblok en niet als hoeksteen van het beleid. De Smet zal tijdens dit interview uit den treure herhalen dat hij begrip heeft voor de moeilijke beslissingen waarvoor staatssecretaris Francken staat. ‘Maar dat is geen argument om de grondrechten niét als kader te nemen van je beleid. Die grondrechten zijn namelijk niet gecreëerd voor wanneer alles goed gaat. Meer zelfs: ze zijn in het leven geroepen op een moeilijk moment in onze geschiedenis. Europa lag nog deels in puin toen we het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ondertekenden.’

U wijst in het jaarrapport op een bocht van Francken in de Sudankwestie.

De Smet: Vorig jaar in april zei hij in La Libre Belgique dat hij geen Sudanezen kan opsluiten in gesloten centra en hen uitzetten, ‘want dan moet ik met een dictator onderhandelen.’ Drie maanden later sloot hij de Sudandeal met die dictator. De regering heeft in deze het vermijden van een mini-Calais verkozen boven haar principiële bezwaar tegen onderhandelen met een dictatuur. Francken heeft overigens weer zo’n bocht gemaakt. Een paar jaar geleden stelde hij nog scherpe vragen bij opvangkampen in Noord-Afrika, vandaag stelt hij ze als oplossing voor.

Toch ziet u ook voorzichtige verbeteringen sinds het CGVS-rapport.

De Smet: Er is inderdaad iets veranderd. Er wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met vragenlijsten die door de politie worden afgenomen. Maar het is nog niet genoeg. Laten we niet vergeten dat schendingen van artikel 3 absoluut niet nieuw zijn. De Sudankwestie heeft ze enkel in het voetlicht geplaatst.

U focust dit jaar op het recht op een gezinsleven. Waarom?

François De Smet: Omdat we zien dat dit recht steeds meer wordt ingeperkt. Dat begon in 2012. U herinnert zich dat we toen geen regering hadden? Wel, het parlement heeft toen niet stilgezeten. Onder meer de partijen die vandaag de federale regering vormen, N-VA, CD&V, Open VLD en MR, vonden elkaar toen al om de asiel- en immigratiewetgeving te verstrengen.

Te streng?

De Smet: Met strenge voorwaarden om het vluchtelingenstatuut te krijgen, hebben wij geen probleem. Maar wie het statuut verkregen heeft, moet op meer soepelheid kunnen rekenen. De politiek vergeet, of negeert misschien zelfs, het feit dat deze mensen hun erkenning als vluchteling al hebben én dat daarin het recht op gezinsleven vervat zit. Wie zacht wil zijn met de zwakkeren, zoals deze regering beweert te zijn, kan dat bij uitstek bij deze mensen bewijzen. Men zou het bijvoorbeeld mogelijk kunnen maken dat de in België verblijvende vluchteling de aanvraag voor gezinshereniging indient. Nu moet zijn of haar familie moet dat in het land van herkomst doen. U moet eens zo’n aanvraag proberen doen in een land als Irak of Syrië. Ook de termijn waarbinnen die gezinshereniging moet afgerond zijn, één jaar vanaf de erkenning, is te strikt voor een aantal vluchtelingenfamilies.

U verwijt ter zake de gemeenten een te groot ‘formalisme’. Zij zouden te rigide omgaan met wetgeving en het zo vluchtelingen onnodig moeilijk maken.

De Smet: In 2017 kregen we 1.236 individuele verzoeken van vreemdelingen met vragen over hun rechten. Dat wijst erop dat er erg veel problemen zijn tussen de vreemdeling en de gemeente. Dat is ook logisch, want de gemeente is de eerste bij wie je moet gaan aankloppen. Maar we merken inderdaad soms een excessief formalisme bij de gemeenten – zoals de vraag naar documenten die uit het land van herkomst die daar simpelweg niet meer te krijgen zijn omdat dat land in oorlog is. Het is niet illegitiem om als gemeente extra voorwaarden op te leggen. Maar we vragen begrip voor de enorme uitdagingen waar deze mensen voor staan. Nogmaals: dit zijn erkende vluchtelingen.

Een opmerkelijk cijfer in het jaarrapport is het aantal toegekende humanitaire visa in 2017: 2.361. Dat is twee keer zoveel dan in 2015 en drie keer meer dan in 2016. Ontkracht dat het beleid van Francken als te hard?

De Smet: Het gaat er Myria niet zozeer om hoeveel humanitaire visa België uitreikt, maar wel op welke manier. Die 2.361 is een misleidend cijfer. Daarin zitten immers al de 1.309 mensen die via de Turkije-deal naar ons land moesten gereloceerd worden. Het is onduidelijk aan wie die ongeveer 1.000 overblijvende visa zijn gegaan. Wij vermoeden naar mensen die ons land zelf is gaan kiezen – zoals de Syrische christenen die Francken in het geheim liet overkomen. De conclusie is dat niet veel mensen een visum kregen omdat ze er zelf hebben om gevraagd.

Theo Francken en Charles Michel
Theo Francken en Charles Michel© Belga

Wat is daar mis mee?

De Smet: Het holt ons asielsysteem uit. Dit gaat over asielzoekers en vluchtelingen, niet over migranten. Een migratiebeleid mag selectief zijn, het is aanvaardbaar om je immigranten te kiezen volgens de noden van je arbeidsmarkt. En dus wel, bijvoorbeeld, een Japanse architect toe te laten maar geen Marokkaanse bouwvakker. Dat is misschien hard, maar verdedigbaar. Op asiel is dat anders. Herinner u het Syrische gezin dat in Aleppo een humanitaire visum aanvroeg. Ondanks het feit dat zij die aanvraag op een eerlijke, wettelijke manier deden, werd hen een visum geweigerd. Nu, waren zij illegaal Europa binnengekomen en dan teruggevlogen naar Turkije, dan zouden ze zeer waarschijnlijk erkend zijn als asielzoeker. De strijd tegen illegale migratie is noodzakelijk, dat ben ik met de staatssecretaris eens. Maar wanneer het geen zin meer heeft om via de ambassade een aanvraag in te dienen, dan vrees ik dat je de mensen in de armen van mensensmokkelaars duwt.

Er zijn in 2017 37.500 mensen Belg geworden, een groei van 15 procent ten opzichte van 2016. Hoe is dat te verklaren?

De Smet: Dat is nog een uitvloeisel van de oude naturalisatieprocedure. Daar was een aanzienlijke achterstand opgebouwd en die wordt nu nog steeds weggewerkt. Sinds de naturalisatieprocedure in 2012 is aangepast is ze enkel nog van toepassing op personen met ‘buitengewone verdiensten’. Denk aan wijlen Johnny Halliday. Dat cijfer zal dus flink zakken in de toekomst. In 2017 werden van de 3.756 naturalisaties die werden toegekend, slechts 34, of minder dan 1 procent toegekend onder de nieuwe wetgeving. Het is goed dat naturalisatie uitdooft als manier om de nationaliteit te verkrijgen. Het was een gunstmaatregel. Het is juister om nationaliteitsverwerving via heldere, wettelijke procedures te laten gaan.

Hoe komt het dat er zoveel meer beschermingsstatussen zijn ingetrokken? In 2017 werden er 239 erkenningen als vluchteling of subsidiaire beschermingen ingetrokken of opgeheven, dubbel zoveel als in 2016 (114) en zelfs vier keer meer dan in 2015 (59).

De Smet: Doorgaans zijn dat mensen die betrapt werden op fraude. Als je liegt over je geaardheid om bescherming te krijgen, dan is het logisch dat je bescherming wordt ingetrokken als de leugen uitkomt. Als je daar als overheid niet strikt in bent, dan breng je de mensen die wel recht hebben op bescherming in gevaar.

Wat vindt u ervan om de kostprijs van migratie te berekenen, zoals N-VA vraagt aan de Nationale Bank?

De Smet: Elk voorstel om migratie objectiever te gaan bekijken, juich ik toe. Maar als je de kost van migratie wil berekenen, dan moet je alles meenemen. Dus ook de baten en ook de weinig gekende kosten, zoals het detentie- en terugkeerbeleid. Daar wordt immers níet op bespaard: in 2014 werd daarvoor nog 63 miljoen euro uitgetrokken, in 2017 al bijna 85 miljoen euro. En zullen ook advocatenkosten worden meegerekend die de overheid moet betalen voor beroepen die ze inleiden als hun beslissingen worden aangevochten? De kost van migratie is erg vaak wat het beleid kiest dat het kost. Het is bijvoorbeeld afdoende bewezen dat wanneer je echt werk maakt van integratie, dat nieuwkomers dan snel veel meer gaan opleveren dan dat ze gekost hebben.

U schrijft in het begin van uw jaarverslag dat Myria financieel onder druk staat. Waarom werd er op Myria bespaard?

De Smet: Wij denken dat de regering een fout heeft gemaakt en niet goed wist waarop ze bespaarde. Toen ze de begroting opmaakten, hadden we nog onze oude naam. Ze dachten wellicht dat we gewoon een studiedienst waren en niet een bestaande overheidsinstelling met opdrachten die om voldoende onafhankelijkheid vragen. Maar een vergissing of niet: die besparing van 10 procent was onwettig en onterecht. We vechten ze dan ook aan. Begin dit jaar werd drie vierde goedgemaakt, maar naar die andere 25 procent kunnen we wellicht fluiten. Met een voorzichtig en spaarzaam beleid – we hebben geen communicatiecampagnes gevoerd en hebben werknemers met ziekte – of zwangerschapsverlof niet vervangen – zijn we erin geslaagd om geen verlies te maken. (glimlacht) Ik zou dus zeggen dat Myria voldoende heeft bijgedragen. De strijd is moeilijk. We zijn maar met 15 mensen voor onze drie opdrachten, die toch niet min zijn: de grondrechten helpen bewaken, migratie in kaart brengen én de strijd tegen mensenhandel- en smokkel steunen.

Hoe doet u dat laatste?

De Smet: Onder meer langs juridische weg. Zo hebben we ons recent burgerlijke partij gesteld in de zaak-Mawda. Dat deden we ook in het slavernijproces tegen de prinsessen uit de Arabische Emiraten, in het proces voor mensenhandel en sociale fraude met buitenlandse arbeidskrachten tegen Quick en in andere, niet-gemediatiseerde processen. We helpen ook mensenhandel en mensensmokkel in kaart brengen en evalueren het beleid errond. Het is belangrijk dat we ook deze strijd aangaan. Wij hebben dan wel soms forse kritiek op de regering, de grootste schenders van de rechten van de vreemdeling zijn natuurlijk nog altijd de mensensmokkelaars. De overheid bekritiseren we, de mensensmokkelaars bestrijden we.

Hoe is uw relatie met staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken?

De Smet: In Facebook-termen: It’s complicated(lacht) Hij is het met nagenoeg niets eens en zal niet gauw een aanbeveling van ons overnemen. Maar er is wel wederzijds respect en hij is altijd vragende partij om de dialoog te voeren. Dit land is dus nog steeds een democratie die haar ambetanterikken subsidieert en respecteert. Aan de andere kant: Francken heeft maar één keer onze mening gevraagd vóór hij een beslissing nam. Enthousiasme is er dus niet. Ik vermoed dat hij ons naïef en door de grondrechten geobsedeerd vindt.

Klopt zijn vermoeden?

De Smet: Neen. Wij voelen ons soms koorddansers. We staan tussen de overheid die permanent de grenzen aftast en kijkt hoe ver de grondrechten op te rekken zijn enerzijds en de ngo’s waarvan er sommigen zijn die overdrijven in hun kritiek en Francken een fascist noemen. Door onze moeilijke positie – we worden gesubsidieerd door de overheid – moeten wij redelijk zijn. Ik denk te kunnen zeggen dat we dat absoluut zijn. (denkt even na) Daarom durf ik ook, in alle bescheidenheid, zeggen dat wanneer wij zeggen dat de grondrechten onder druk staan, dat dat ook zo is.

Denkt u dat dat zo is?

De Smet: We leven niet in een dictatuur en Theo Francken is geen fascist. Maar wanneer de regering plannen maakt om kinderen op te sluiten, dan moet je waarschuwen. Dus ja. In alle redelijkheid gezegd: de grondrechten staan onder druk in België.

5 opmerkelijke cijfers uit het jaarrapport van Myria:

  • 1. Het aantal vreemde echtgenoten van Belgen die de Belgische nationaliteit verwierven zakte van 7.259 in 2012 tot 68 vorig jaar. De Smet: ‘Het voordeel ten opzichte van andere pistes om de Belgische nationaliteit te verkrijgen, is weggewerkt. Er is geen preferentieel systeem meer voor wie huwt met een Belg.’
  • 2. Aantal toegekende humanitaire visa in 2017: 2.361. Dat is twee keer zoveel dan in 2015 en drie keer meer dan in 2016.
  • 3. In 2017 werden 37.500 mensen Belg: een groei van 15 procent ten opzichte van 2016.
  • 4. In 2017 werden er 239 erkenningen als vluchteling of subsidiaire beschermingen ingetrokken of opgeheven, dubbel zoveel als in 2016 (114) en zelfs vier keer meer dan in 2015 (59).
  • 5. 15.373 personen vroegen internationale bescherming aan in België in 2017. Dit cijfer ligt in de buurt van dat van 2016 (14.670) en 61 procent lager dan tijdens de piek van 2015 (39.064).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content