Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Dierenleed met selectieve culturele en godsdienstige argumenten beoordelen ondermijnt verdraagzaamheid’

‘Het legaliseren van rituele slachtingen naar westerse normen viseert geenszins de levensbeschouwelijke en de godsdienstvrijheid,’ schrijft Jean-Marie Dedecker in zijn bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be ‘Het gaat niet om het slachten middels de halssnede, maar wel om de voorwaarden waaronder dit gebeurt.’

Het jaarlijks offerfeest (23 t.e.m. 26 september) is de belangrijkste religieuze hoogdag voor de islam. Elke familie wil dan zelf zijn lam naar de slachtbank brengen. Minister Ben Weyts, onze nieuwe politieke ‘N-VA-schaapherder’ op dierenwelzijn, maakte zich vorig jaar sterk dat alle rituele slachtingen enkel nog in officiële slachthuizen zouden gebeuren. Eerstdaags wordt zijn slachtplan verwacht. Het is afwachten of zijn wet een schaap met vijf poten baart, of dat het schaap geslachtofferd wordt om de kool en de geit te sparen.

In 2005 had de Senaat al een wetsvoorstel klaar om rituele slachtingen enkel in slachthuizen en onder verdoving toe te laten. We zijn tien jaar later en er is nog niets veranderd. Het voorstel werd toen geslacht door de Raad van State, die vond dat godsdienstvrijheid primeerde op dierenwelzijn. Een mallotige voodoopriester mag hier een levende kip de kop afbijten en de pluimen in zijn kont steken, als het maar gebeurt in naam van een bloeddorstig opperwezen.

Dat dierenleed met selectieve culturele en godsdienstige argumenten wordt beoordeeld, ondermijnt de verdraagzaamheid

De lobbying tegen het wetsvoorstel kwam niet alleen van de moslims maar ook van de joodse gemeenschap. Pinchas Kornfeld, ondervoorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie, verweet de indieners zelfs voor racisten, omdat ze alle vlees dat op de markt komt, wilden etiketteren in het kader van de wetten op de voedselveiligheid (Senaat, 22 juni 2005). Kornfelds kromme argumentatie kwam er op neer dat men de joden ooit al eens met een ster geëtiketteerd had. Een omgekeerde stigmatisering en het aanpraten van een vals schuld- en schaamtegevoel. De tolerantiedrempel is voor iedereen gelijk, ook voor diegenen die denken het monopolie te bezitten op de slachtoffercultuur.

Wat de migrant moet opgeven of aanvaarden, wordt bepaald door de eisen die zijn nieuwe samenleving stelt om goed te kunnen functioneren. Eeuwenoude religieuze gebruiken zoals rituele slachtingen vanuit een rurale samenleving zomaar overplaatsen naar een moderne, industriële, verstedelijkte maatschappij met een strikte reglementering qua netheid, hygiëne en voedselcontrole, druist in tegen alle logica. Zowel de joodse als de islamitische geloofsgemeenschap mogen slechts vlees eten van dieren die ‘rein’ zijn, die uitgebloed zijn met een halssnede en zonder verdoving worden gedood. Het gaat dan over halal of koosjer voedsel.

Volgens een Europese richtlijn moet elke rituele slachting plaatsvinden in een erkend slachthuis. Van tijdelijke slachtplaatsen is in die richtlijn nergens sprake. Thuis slachten is sinds 1986 wettelijk verboden. Wat geldt voor boer Charel, geldt ook voor Mohammed.

Schaap wordt geslacht voor Offerfeest
Schaap wordt geslacht voor Offerfeest © BELGA

Het gedoogbeleid van de overheid is een kromme redenering: we plaatsen afvalcontainers en tijdelijke slachtvloeren omdat men anders toch maar thuis slacht. Alsof we alle verkeerslichten zouden uitschakelen omdat men toch door het rode licht rijdt. Nochtans is er voor een moslim geen enkel probleem om aan zijn religieuze verplichting bij het Offerfeest te voldoen. Een gift aan een goed doel, ter waarde van een schaap, is immers gelijkgesteld aan het offeren van een dier.

Naast de reglementering van de voedselketen zijn er ook nog de wetten op het dierenwelzijn, meer in het bijzonder de bedwelming bij het slachten. Daarover schreef professor Koen Raes voor de hoorzittingen in de Senaat, in mei 2005:

‘In de Koran staat nergens vermeld dat het dier, voorafgaandelijk aan de slachting middels de halssnede, niet zou mogen worden verdoofd. (…) Het is bekend dat de islam streng oordeelt over verdovende middelen zoals alcohol. Niettemin wordt de verdoving van mensen bij heelkundige ingrepen wel degelijk toegestaan. Waarom wordt thans, wat dieren betreft, een verdoving wél, maar allerlei inentingen tegen ziekten niet als een bezoedeling opgevat? En waarom zou een ‘elektrische’ verdoving dan niet kunnen worden toegestaan? Het ‘leegbloeden’ van het dier wordt door een voorafgaande verdoving niet verhinderd. (…) Het lijkt er daarom ook op dat de thans vigerende praktijken eerder in strijd zijn met de intenties van de islam dan dat zij die gehoorzamen.’

De praktijk is schrijnend. Bij het Offerfeest wordt 70 procent van de slachtingen uitgevoerd door ‘familievaders’ die allesbehalve professioneel zijn. Zelfs beroepslui falen. We citeren uit het getuigenis van Wilfried Becue op 12 maart 2005:

‘Als dierenarts-keurder word ik bijna wekelijks geconfronteerd met de praktijk van rituele slachtingen zonder verdoving bij runderen. Het blijft mij telkens schokken als ik het zie gebeuren. Ondanks het feit dat deze slachtingen uitgevoerd worden door ervaren personen (geautoriseerd door de islamitische gemeenschap in België), worden de dieren enorm gestresseerd om ze te fixeren, om vervolgens een gruwelijke en pijnlijke keling te moeten ondergaan. Zelfs vele landbouwers en veehandelaars, die meestal toch tegen een stootje kunnen, komen bij het zien van deze slachtingen naar mij toe om hun verontwaardiging te uiten. Helaas kunnen wij niets ondernemen, alles is immers wettelijk toegelaten. Dat er indertijd mistoestanden i.v.m. dierenwelzijn waren op bepaalde veemarkten, wil ik zeker niet ontkennen. Sinds de heisa hieromtrent van enkele jaren geleden, riskeert bijvoorbeeld een veehandelaar bij het geven van een ferme tik aan een weerspannige stier een correctionele veroordeling; terwijl dergelijke gruwel van slachtingen zonder probleem kan gebeuren. Ik blijf het ongeloofwaardig vinden dat dergelijke zaken kunnen plaatsvinden in België in de 21ste eeuw. Verdraagzaamheid t.o.v. andere culturen en godsdiensten mag geen excuus zijn om echte dierenmishandeling te blijven tolereren.’

Het legaliseren van rituele slachtingen naar westerse normen viseert geenszins de levensbeschouwelijke en de godsdienstvrijheid.

Cultuur en godsdienst zijn ondergeschikt aan ethiek.

Met een eenvoudige ‘fatwa’ kan de islamitische gemeenschap onder narcose geslachte dieren als halal erkennen. Dit gebeurde al in diverse landen. Er bestaat immers een even grote zwarte handel in halalcertificaten als in halalvlees. Voor de jaarlijkse consumptie van zo’n 400 runderen door de joodse gemeenschap kunnen we net zoals in Zwitserland een invoergarantie uitwerken.

Het legaliseren van rituele slachtingen naar westerse normen viseert geenszins de levensbeschouwelijke en de godsdienstvrijheid. Het gaat niet om het slachten middels de halssnede, maar wel om de voorwaarden waaronder dit gebeurt. Rituele slachtingen kunnen enkel in slachthuizen, door deskundige professionele slachters en onder verdoving. De Zwitsers passen dit principe al toe sedert 1893. Nieuw-Zeeland is de grootste uitvoerder van halalschapen ter wereld. Alle dieren worden er geslacht onder elektronarcose.

Eeuwenoude tradities, van volksvermaak tot socio-culturele activiteiten, werden bij wet verboden. Niet alleen de excessen van rattenschieten, paardenkoersen in de straat, hanengevechten en katten gooien van ’t Belfort, ook het afsnijden van de staart van het Belgisch trekpaard. Voor het drinken van visjes op het Krakelingenfeest werd het gemeentebestuur van Geraardsbergen voor de rechter gedaagd, omdat ‘het drinken van levende visjes uit een beker wijn stress en lijden bij de dieren veroorzaakt.

Dierenleed wordt met twee maten en twee gewichten en met selectieve culturele en godsdienstige argumenten gewogen en beoordeeld. Dit ondermijnt de verdraagzaamheid. Onverdraagzaamheid gedogen levert op zijn beurt geen wederkerige verdraagzaamheid op en verstoort het evenwicht in de maatschappij. De levensbeschouwelijke vrijheid is niet absoluut.

Godsdienstige praktijken moeten in overeenstemming zijn met ons recht en vooral met onze ethiek. Ze moeten respect opbrengen voor onze wetten en duur bevochten liberale vrijheden zoals dieren- en mensenrechten. Pas als diverse culturen hun normen en waarden kunnen samenbrengen onder één (gemeenschappelijk, overkoepelend) waardenstelsel, heeft een multiculturele samenleving kans op slagen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content