Deze Belg zet het Arabische alfabet op muziek

© Johan Jacobs

In 2000 deed componist Jean-Luc Fafchamps een toevallige vondst die hem meteen inspireeerde: een tabel met soefisymbolen, verbonden aan de letters van het Arabische alfabet. Al gauw vatte een krankzinnig idee post in zijn hoofd: aan alle 28 letters een compositie ophangen.

Alles met alles vermengen: zo zou je het missionstatement van Jean-Luc Fafchamps kunnen verwoorden. Zijn composities lopen sterk uiteen. Van korte stukjes voor één instrument, soms niet meer dan een grapje, gaat het via filmscores naar lange composities die de bezetting van een symfonieorkest of zelfs meer vragen. Daarbij grijpt hij naar klassieke en minder klassieke akoestische instrumenten, maar ook allerlei elektronische apparatuur, van synthesizers tot bewegingssensoren. Sinds 2000 vormen soefisymbolen, verbonden aan de letters van het Arabisch alfabet, een fascinerende rode draad door het werk van de Belg. Op maandag 7 mei gaat een compositie rond een van die letters, de Ra, in première op een festival rond hedendaagse muziek in de Russische stad Jaroslavl.

Ik lees een letter, en meteen ontstaat er een muzikaal beeld in mijn hoofd dat ik alleen nog in een partituur moet vastleggen.

Het soefisme is een mystieke stroming binnen de islam. Hoe bent u ermee in contact gekomen?

Jean-Luc Fafchamps: Het gebeurde in een periode dat ik erg cerebrale muziek schreef – en daar genoeg van had. Ik zat opgesloten in mijn geheugen: de ideeën kwamen snel, maar ze vloeiden te traag uit mijn pen. Toevallig opende ik een boek en viel mijn oog op een tabel, drie pagina’s lang, met de letters van het Arabische alfabet. Ze waren vergezeld van een hele reeks symbolische soefi-interpretaties. Ik begon te lezen, tot ik bij zo’n letter opeens de compositie voor me zag die ik in die dagen aan het schrijven was. Dat was de letter Sin, en dus gaf ik het stuk die naam. Na de Sin hing ik een werk op aan een nieuwe letter, en nadat ik dat nóg eens had gedaan, wist ik: ‘Ik moet ze allemaal afwerken.’ Op dat ogenblik leek dat een krankzinnig idee, want in totaal gaat het om 28 letters.

Intussen hebt u er wel al 22 in muziek vertaald.

Fafchamps: Inderdaad. Zodra ik het potentieel van de soefiletters inzag, heb ik me verdiept in de denkrichtingen die erachter schuilgaan. Dat bracht me bij de Arabische filosoof, theoloog en mysticus Ibn al-Arabi (1165-1240). Hij vertrok van het idee dat in de kunst een invloed meespeelt die van een ander realiteitsniveau komt. In het zogenoemde hoogste niveau – God – geloof ik daarom niet noodzakelijk, maar ik geloof wél dat je in de realiteit verschillende lagen kunt onderscheiden. Met die basis ben ik aan de slag gegaan.

Elke letter inspireert u op een andere manier. En u voegt ook zelf betekenissen toe.

Fafchamps: Zo gaat het, ja. Ik begin er niet aan met een vastomlijnd idee. Noch van de muziek, noch van de bezetting. Ik kijk naar de tabel, lees een letter, en meteen ontstaat er een muzikaal beeld in mijn hoofd dat ik alleen nog in een partituur moet vastleggen – of beter gezegd: openbaren. De letter D, bijvoorbeeld, staat voor allerlei soefisymbolen, maar ik zag er ook gewoon de noot re in, die een belangrijke factor werd in de compositie. Het resultaat was een derwisj-achtige dans.

Amper een jaar na uw vondst sloegen moslimterroristen toe in de Verenigde Staten. De controverse die sindsdien rond de islam bestaat, heeft uw interpretaties van soefiletters op zijn minst een nieuwe dimensie gegeven.

Fafchamps: Ik zie mijn keuze voor de soefibenadering niet als een commentaar, maar ze maakt wel duidelijk dat er meer is dan alleen de radicale islam. Het soefisme draait rond een veel poëtischer en esoterischer lezing van de Koran – over wetten en voorschriften gaat het veel minder. Ook soefi’s kennen de jihad, maar voor hen telt vooral de innerlijke jihad, die onder meer draait om de strijd tegen het eigen ego. Voor hen is kunst een deel van de beschaving, maar ze is geen entertainment. Ze moet iets van de hogere waarheid onthullen.

Geldt dezelfde regel voor uw eigen muziek?

Fafchamps: Van puur entertainment was ik van meet af aan wars, inderdaad. Ik vond dat kunst een andere verantwoordelijkheid had. Hedendaagse muziek lag aanvankelijk niet voor de hand, hoor. Ik wilde niet weten van het elitairisme waarmee die sinds de Tweede Wereldoorlog werd geassocieerd – en dan nog zónder dat ze een intellectueel publiek bereikte. Ik was een fan van de progrock van Pink Floyd, maar een band oprichten? Daarvoor was de commerciële kant van die scene me in de jaren 1980 te dominant geworden. Ik wilde geschreven muziek maken, op mijn eentje, in mijn kleine studio.

Muzieknotatie is een westerse uitvinding, en wat mij betreft een van de belangrijkste aller tijden. Eigenlijk is het gek: je schrijft symbolen neer, iemand anders leest ze en speelt wat jij geschreven hebt. Je publiek luistert op twee manieren: naar de muziek die jij geschreven hebt, maar ook – als ze die muziek al kennen – naar de manier waarop ze wordt uitgevoerd.

Als rocker zou u wel een grotere impact hebben gehad.

Fafchamps: Dat klopt. Tot en met de generatie van Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen werd de invloed van hedendaagse klassieke muziek nog als historisch en belangrijk beschouwd. Maar de generatie van componisten die op hen volgde, is bijna helemaal uit de geschiedenis verdwenen. De rol van vernieuwer wordt sindsdien toegeschreven aan namen als The Beatles en David Bowie, niet aan ons. Het voordeel daarvan is: als de ogen van de wereld niet op jou gericht zijn, heb je wél de vrijheid om gewoon te doen waar je zin in hebt.

Zou u toegankelijker muziek schrijven als u daarmee meer mensen zou kunnen bereiken?

Fafchamps: Wat voor mij telt, is dat mijn publiek groot genoeg is om door te kunnen gaan met componeren. Daarom is het voor artiesten natuurlijk belangrijk om tussenpersonen en instellingen te hebben die hun werk aan de man brengen. Dat is altijd zo geweest, maar zeker voor hedendaagse muziek moet je de mensen dag na dag blijven vertellen: ‘Dit is de moeite. Dit is iets voor u.’

Dat ik hoge eisen stel aan mijn muziek, zie ik niet als een hinderpaal. Integendeel: op die manier blijft mijn werk mensen boeien. Als ze naar huis gaan met de gedachte ‘Dit vond ik fascinerend, misschien zal de volgende uitvoering me ook wel liggen’, dan beschouw ik mijn opdracht als volbracht.

Jean-Luc Fafchamps

– 1960 geboren in Brussel

– Studie muziek aan het Koninklijk Conservatorium Bergen en Economie aan de Université Catholique de Louvain

– Docent muziekanalyse aan het Koninklijk Conservatorium Bergen

– Lid van Ictus Ensemble

– Componeerde meer dan 60 werken, waaronder Back to the Sound, het verplichte pianowerk voor de Koningin Elisabethwedstrijd 2010

– Won onder meer de Octave de la Musique (2006) en de Snepvangersprijs (2013)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content