Meyrem Almaci (Groen)

‘De uitvluchtencultuur van N-VA bedreigt in heel veel dossiers het goed bestuur’

Meyrem Almaci (Groen) Vlaams Parlementslid en gewezen voorzitter van Groen

Meyrem Almaci, voorzitter van Groen, kruipt in haar pen nadat bevoegd Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) de problemen rond kansarmoede bij kinderen weet aan factoren die buiten haar bereik liggen: ‘De minister staat met de billen bloot dus moet de aandacht worden afgeleid. En hoe doe je dat beter dan te wijzen naar een groep die in de publieke opinie onpopulair is: “ vluchtelingen”.’

Het is examentijd aan de universiteit. Studenten blokken zich te pletter met de hoop op een goed examenresultaat. Een resultaat dat beoordeeld wordt op hun vermogen om wetenschappelijke kennis te verwerken en de principes ervan onder de knie te krijgen. Er is namelijk een fundamenteel verschil tussen wetenschap en buikgevoel.

De uitvluchtencultuur van N-VA bedreigt in heel veel dossiers het goed bestuur.

Wie beweert dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen twee fenomenen moet dat statistisch kunnen bewijzen. Wie vanuit een veronderstelling aannames maakt over een studie, moet daar in de studie in kwestie bewijs voor vinden.

Maar wat voor studenten essentieel is om te slagen, is blijkbaar voor sommigen relatief als basis voor beleid. Hoe noem je het immers als een minister die geconfronteerd wordt met de hoogste armoedecijfers ooit, ter verklaring voor die cijfers verwijst naar een extra rapport dat niet bestaat? Hoe noem je het als achteraf wordt toegegeven dat het enkel een verwijzing is uit een persbericht van een jaar geleden? Hoe noem je het als uit geen enkele van die rapporten een oorzakelijk verband blijkt met een doelgroep die je maar al te graag opvoert als bliksemafleider voor je falend beleid.

Juist. Dat zijn feitelijke onwaarheden. In de volksmond: leugens. Aan de universiteit: reden voor een buis. Ik heb vaak genoeg geblokt voor statistiek om daar voor altijd van doordrongen te zijn.

Het rapport waar Liesbeth Homans, minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Wonen, Steden, Inburgering, Gelijke kansen, Armoedebestrijding en Sociale Economie, eergisteren naar verwees bestaat niet, en in het rapport van Kind & Gezin dat wél bestaat wordt geen oorzakelijk verband gelegd met vluchtelingen. De reden waarom ze dat doet is eenvoudig. De minister staat met de billen bloot dus moet de aandacht worden afgeleid. En hoe doe je dat beter dan te wijzen naar een groep die in de publieke opinie onpopulair is: ‘ vluchtelingen’.

Het is niet de eerste keer dat de minister feiten verdraait. Maar vandaag moeten we een streep durven trekken. De indruk wekken dat vluchtelingen als externe factor het ‘goede beleid’ van de minister doorkruisen en er zo mee voor zorgen dat de dure eed van de halvering van de armoede niet zal worden gehaald, is verre van onschuldig. De vluchtelingen waren overigens al even aanwezig als factor toen de minister geheel vrijwillig haar eed uitsprak. Al vier jaar lang proberen wij in het Vlaams en federaal parlement aandacht te vragen voor een structureel armoedebeleid in plaats van liefdadigheid. Maar daar blijft de regering oostindisch doof, met alle gevolgen vandien.

Is er armoede onder vluchtelingen? Ongetwijfeld. Hoe groot dat is, is voer voor een specifiek onderzoek. Omdat het onderzoek van Kind en Gezin dat dus niet direct meet. Uiteraard zal de situatie van vluchtelingen ook in hun rapport een impact hebben op de cijfers. Indirect. Zij zitten immers vervat in de groep van niet-Belgen. Maar hun aandeel op de totale groep blijkt bijzonder laag, en hun impact dus verwaarloosbaar. Erkende vluchtelingen maken immers slechts een fractie uit van de bevolking. En enkel die erkende vluchtelingen hebben, als ze in armoede leven, recht op een uitkering.

Armoede-expert Wim Van Lancker geeft dan ook terecht aan dat noch de vluchtelingencrisis noch de financiële crisis de reden zijn dat Homans haar eigen eed om de armoede te halveren niet kan nakomen. De externe factoren zijn namelijk nauwelijks van invloed: ‘Er zijn in ons land nooit meer dan 51.000 vluchtelingen tegelijk geweest. Zelfs als die allemaal arm zouden zijn – wat niet zo is -, is dat nog te weinig om impact te hebben.’ Met andere woorden: zelfs als alle erkende vluchtelingen in ons land in armoede zouden leven, quod non, zou dat een erg beperkte invloed hebben op de dramatische cijfers.

Het zijn dus interne factoren die de stijging bepalen, een stijging die zich ook doorzet bij de autochtonen.

Het zijn dus interne factoren die de stijging bepalen, een stijging die zich ook doorzet bij de autochtonen. Steeds meer mensen hebben het moeilijker om rond te komen, ja ook bij de middenklasse. Er is veel verdoken armoede, steeds meer mensen worstelen met de hoge huur- en energieprijzen, de verhoging van de maximumfactuur in het onderwijs, de kost van kinderopvang. Nog nooit waren er zoveel mensen in de armoedestatistieken als vandaag. Het aantal leefloners stijgt, het aantal mensen in schuldbemiddeling is schrikbarend, de rijen aan voedselbedelingen – met meer dan 151.000 mensen die aanschoven voor een voedselpakket – langer dan ooit tevoren. Ook meer en meer middenklassegezinnen worstelen om alles rond te krijgen. Tegenover de 7,9% jonge kinderen in kansarmoede in 2008 staat vandaag, anno 2018, 13,8%. Tegenover die cijfers, die terecht verontwaardiging opwekken, zou je van een minister daadkracht mogen verwachten. Maar het tegenovergestelde gebeurt: de minister tracht haar verantwoordelijkheid af te schuiven op de meest kwetsbaren in onze samenleving.

De indruk wekken dat ‘externe import’ van armoede, zoals N-VA-ondervoorzitter Sander Loones het noemt, de hoofdreden is voor de achteruitgang van de cijfers is meer dan problematisch. Het is de zoveelste poging om de verantwoordelijkheid voor het falen op de eigen bevoegdheden te maskeren en dat op een bijzonder bedenkelijke manier.

En dat wekt allesbehalve vertrouwen. Het maakt duidelijk dat de nochtans broodnodige bijsturing van het beleid niet direct in zicht is. Integendeel.

Het straffe is dat als je dat benoemt, en dus de vinger op de wonde durft te leggen, zowel wat betreft de gehanteerde strategie van uitvluchten als de rauwe realiteit van de cijfers voor mensen elke dag, vervolgens de vraag komt of we hierdoor aandacht van armoedecijfers niet net weghalen. De ironie van deze vraag is groot: zonder deze motie van wantrouwen hadden de cijfers en het rapport van K&G wellicht ook ditmaal niet meer dan een handjevol artikels opgeleverd. Waarna het debat weer gaat liggen en er niks verandert aan het manke beleid. Dit patroon heeft zich de afgelopen jaren continu herhaald. En voor ons is de grens nu bereikt.

De uitvluchtencultuur bedreigt ondertussen in heel veel dossiers het goed bestuur. Altijd is er wel een ambtenaar, dienst, bevolkingsgroep die verantwoordelijk kan worden gesteld voor de slechte resultaten. Het begrip politieke verantwoordelijkheid is stilaan totaal uitgehold. Belofte na belofte , niet uit de verkiezingen, maar recht uit hun eigen regeerakkoorden, werd verbroken.

Stel nu dat minister Homans werkelijk begaan is met de armoede onder vluchtelingen. En breder, met de hogere armoedecijfers bij mensen met een migratie-achtergrond. Dan zou je verwachten dat ze als coördinerend minister van armoedebestrijding en minister van integratie en inburgering een vergadering zou beleggen met haar collega’s. Te beginnen met minister-president Bourgeois, die de leiding heeft van het ministerieel comité dat het beleid rond vluchtelingen moet coördineren. En met de minister van Werk, Muyters. En met haar federale collega, staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen Zuhal Demir. Zij delen allen samen de bevoegdheden die erkende vluchtelingen en mensen met een migratie-achtergrond in ons land een perspectief kunnen geven, weg uit de armoede.

De voorbeelden zijn legio: het agentschap Integratie en Inburgering, destijds het paradepaardje van Bourgeois en nu onder bevoegdheid van Homans, worstelt met een zware besparing en herstructurering die het veldwerk ernstig bemoeilijkt. De minister van Werk Muyters heeft in zijn doelgroepenbeleid geen extra aandacht voor vluchtelingen of allochtonen, en verzuimt de discriminatie op de arbeidsmarkt echt aan te pakken. De federale staatssecretaris voor gelijke kansen Demir heeft vorig jaar al de handdoek in de ring gegooid en gaf aan dat de belofte uit het bestuursakkoord om de uitkeringen op te trekken tot aan de armoedegrens, niet gehaald zal worden. Bij de start van deze legislatuur bedroeg het leefloon 817 euro en de armoedegrens 1014 euro, een verschil van 197 euro. Vandaag ligt het leefloon voor een alleenstaande op 893 euro en de armoedegrens op 1139 euro, een verschil van 246 euro. Onder dit beleid is de kloof met 50 euro vergroot in plaats van verkleind.

De N-VA heeft vandaag alle bevoegdheden, maar acht zich nergens voor verantwoordelijk als blijkt dat haar beleid faalt.

Kortom, de N-VA heeft vandaag alle bevoegdheden, maar acht zich nergens voor verantwoordelijk als blijkt dat haar beleid faalt. En om dat elke keer weer te doen slikken, maakt ze gebruik van de techniek van de ‘plausible deniability’ oftewel de plausibele ontkenbaarheid’. Het beoogde effect daarvan? De politieke onverantwoordelijkheid voor een onwenselijke situatie die zich voordoet.

Maar hoe organiseer je dat? Wel, door de perceptie in de samenleving te manipuleren. Als iets in de perceptie als een plausibele verklaring wordt gezien, geraak je weg met slecht beleid. Door bijvoorbeeld elke keer dat de armoedecijfers stijgen, te verwijzen naar de gestegen instroom van vluchtelingen -zelfs al is dat slechts een marginaal aspect in het debat. Zo ontstaat in de hoofden van de toehoorders de interpretatie dat beide bijzonder sterk en oorzakelijk met elkaar verbonden zijn. En dus dat het niet de foute keuzes van het beleid zijn, maar wel de ‘onhoudbare aantallen nieuwkomers die onze welvaart bedreigen’.

Hoe luider en vaker dit wordt uitgesproken, bij elke gelegenheid die zich aandoet, des te duidelijker de suggestie. De verdraaiingen en misleidingen hebben dus een doel: zorgen dat de bevoegde ministers steeds buiten schot blijven en nooit verantwoording moeten afleggen voor de feitelijke toestand onder hun bewind. Een gewiekstere versie van het zondebokbeleid.

Het enige wat telt is het scheppen van de eigen werkelijkheid, een waarin je zelf nooit nalatig kan zijn, en dus ook nooit iets moet bijsturen. Als er een iets is waar minister Homans de titel superminister voor verdient, dan is het wel hiervoor.

Terug naar de aanleiding dus. Terug naar de feiten. De barslechte cijfers over armoede. N-VA, Open VLD en CD&V verdedigen zich in het licht van de maatschappelijke uitdagingen opvallend vaak met de gunstige economische cijfers, jobcreatie en groei. De realiteit is echter dat ons land vooral kan meesurfen op de internationale gunstige conjuncturele situatie. Langzaamaan sijpelt ook door ons land eerder ondermaats presteert in vergelijking met de andere Europese landen.

Maar goed, er is een positievere conjunctuur en dat is goed. Waarom slagen we er dan niet in om binnen die positieve Europese conjunctuur een eveneens positief verhaal te schrijven voor alle landgenoten in België? In een klas van twintig leerlingen groeien er vandaag gemiddeld vier op in armoede. Een op de vijf. Het is de harde realiteit van lege boterhamdozen en zomerjasjes in de winter. Van veel te kleine en tegelijk veel te dure huurwoningen met schimmel op de muren. Een realiteit die de toekomst van die kinderen, en dus ook van de bredere samenleving hypothekeert.

Een realiteit die lang geleden ook de mijne was. Een verhaal van schaamte, stigmatisering en dromen van beter. Een verhaal van mee willen tellen, doen alsof, en hopen dat je vrienden je niet zien als je met je ouders samen uit het groot huisvuil een nog bruikbaar meubel voor thuis meeneemt. Vriendjes niet durven uitnodigen omdat ze anders kunnen zien in wat voor omstandigheden je leeft. Een gevoel van minderwaardigheid in een samenleving die al te veel draait rond materieel bezit. Een gevoel dat geen kind zou mogen beleven. De schuld in de schoenen van slachtoffers schuiven, lost niets op. Het werkt simpelweg niet, alle verdraaiingen ten spijt. Wie perspectief wil creëren, moet dus eerst verantwoordelijkheid durven assumeren.

Zodat we na de afgelopen tien jaar lang armoedig beleid, eindelijk kunnen overgaan naar tien jaar verbetering op het terrein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content