De truc met de foute cijfers van de regering Di Rupo

© Belga

De regering-Di Rupo, het Planbureau en de Nationale Bank zijn in verlegenheid gebracht nu blijkt dat onze economie krimpt in plaats van groeit. Een nieuwe begrotingscontrole onmiddellijk na de vakantie is geboden. Door Ewald Pironet en Johan Van Overtveldt

In het tweede kwartaal is de Belgische economie gekrompen met 0,6 procent, zo liet de Nationale Bank vorige week weten. Dat is een forse krimp. Volgens Geert Noels, hoofdeconoom van Econopolis, was het tweede kwartaal van 2012 het slechtste in negentien jaar, met uitzondering van de zware recessie in 2008-2009. De reden ligt voor de hand: de eurocrisis.

Die stevige economische terugval in het tweede kwartaal heeft natuurlijk grote gevolgen voor het groeicijfer van het hele jaar 2012. Binnen de Nationale Bank valt trouwens te vernemen dat ook het derde kwartaal er behoorlijk negatief uitziet. De meeste economen gaan er nu van uit dat over het hele jaar gerekend er geen economische groei zal zijn. De meest optimistische voorspellingen hebben het over een nulgroei, sommigen spreken van een krimp tot 0,6 procent.

Blamage

De cijfers die vorige week werden gepubliceerd, zijn een blamage voor het Planbureau, de Nationale Bank en de regering-Di Rupo. Even terug in de tijd. Half mei ging het Planbureau er nog van uit dat de Belgische economie dit jaar zeer lichtjes zou groeien, namelijk met 0,1 procent. De Nationale Bank ging in overeenstemming met de prognose van onder meer de Europese Commissie op dat moment nog uit van een zeer kleine krimp van de economie, namelijk ook met 0,1 procent. Kortom, half mei stelden de twee instellingen waar de regering voor haar macro-economische hypotheses op steunt dat de Belgische economie dit jaar zou surplacen.

In de loop van de lente stelden veel conjunctuurspecialisten hun verwachtingen naar beneden bij, vooral omdat de impact van de eurocrisis op de economie almaar groter moest worden ingeschat. En toch. Tot verbazing van velen verklaarde premier Elio Di Rupo (PS) begin juni: ‘Ik denk dat de economische groei dit jaar 0,5 of 0,6 procent zal bedragen, terwijl die in de eurozone min 0,3 procent is.’

De premier leek buitengewoon goed geïnformeerd, want enkele dagen later kwam zowel de Nationale Bank als het Planbureau met nieuwe voorspellingen. Volgens de Nationale Bank zou de economie met 0,6 procent groeien, volgens het Planbureau met 0,5 procent. Een flinke verhoging dus van de groeivooruitzichten van onze economie. Die opmerkelijke bijstelling ontlokte enig gemompel onder de conjunctuurspecialisten, maar ging voor de rest nagenoeg onopgemerkt voorbij.

Dat de Nationale Bank en het Planbureau nu melden dat onze economie in het tweede kwartaal zo zwaar kromp, en dat van de voorspelde economische groei voor het hele jaar geen sprake kan zijn, doet vragen rijzen over de cijfers die de twee instellingen begin juni meenden te moeten verspreiden.

Timing is alles De timing van die mooie maar foute groeicijfers die het Planbureau en de Nationale Bank in juni publiceerden verklaart wellicht veel: de begrotingscontrole kwam eraan. Bij een begrotingscontrole houdt een regering rekening met de voorspelde groeicijfers. Eenvoudig gezegd: als de regering dan mag uitgaan van een mooie economische groei, maakt dat die controle veel gemakkelijker want dan hoeft men minder naar geld te zoeken.

Je mag stellen dat een groei van 0,5 procent (wat het Planbureau en de Nationale Bank toen voorspelden) in plaats van een nulgroei (waar men dus nu op uitkomt) voor de regering al snel een verschil van bijna 1 miljard euro maakt. Het rekensommetje is eenvoudig: als de economie met 0,5 procentpunt minder groeit (of meer krimpt) betekent dit dat het bruto binnenlands product (bbp) 1,85 miljard euro kleiner zal uitvallen (0,5 procent van 370 miljard euro, het Belgische bbp over 2011). De vuistregel is dat de impact op de begroting van een lager bbp ongeveer gelijk is aan 50 procent.

Concreet in dit geval: 50 procent van 1,85 miljard maakt 925 miljoen euro. Met andere woorden: met de lagere groeicijfers zou de regering-Di Rupo op zoek moeten naar zo’n 1 miljard extra saneringen. Daar had ze blijkbaar geen zin in, en dus werd er een scenario opgezet om een opwaartse bijstelling van de groeiverwachtingen te ‘verkopen’.

De plotse opwaartse bijstelling van de groeiverwachting door de Nationale Bank en het Planbureau in juni lijkt dus vooral geïnspireerd door verlangens van de regering om een makkelijke begrotingscontrole te kunnen hebben.

Vaudeville

De vaudeville die werd opgezet rond de economische groei creëerde een kortstondig moment de gloire voor Di Rupo I. Want op woensdag 18 juli gingen de premier en zijn vicepremiers bijna openlijk uit de bol tijdens de voorstelling van de resultaten van de begrotingscontrole voor 2012. Mits er 111,4 miljoen euro aan correctieve maatregelen werd doorgevoerd, zou de regering erin slagen het begrotingstekort op 2,8 procent van het bbp te houden. Precies het cijfer dat we als doestelling hebben gezet in een traject om onze tekorten af te bouwen, en daar zullen de financiële markten ons – zeker in deze tijden – op afrekenen. Als we het niet halen, zal er getwijfeld worden aan de daadkracht van de regering en de economische kracht van België.

Volgens Di Rupo halen we dat cijfer dus. Alleen bleek vorige week dat dit alles gebaseerd was op foute want veel te optimistische economische groeiverwachtingen.

Als de regering werk wil maken van een ernstig begrotingsbeleid en die 2,8 procent begrotingstekort nog steeds wil halen, zal ze onmiddellijk na de vakantie aan de slag moeten om de nodige maatregelen nemen. Ze zal dus op zoek moeten gaan naar meer inkomsten en/of moeten schrappen in uitgaven. Maar het allerergste is misschien wel dat de geloofwaardigheid van het Planbureau en de Nationale Bank door dit hele voorval aan diggelen ligt.

Ewald Pironet en Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content