De (s)preekstoel van Knack.be

‘De realiteit toont aan dat de meeste theorieën om armoede te bestrijden ergens vastlopen’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Zo divers als het armoedeprobleem is, zo divers zijn ook de oplossingen die aangedragen worden’, schrijft Don Zeeman van de EAV. Hij vraagt zich af of we in de huidige wereld ons voordeel kunnen halen uit de Bijbelse benadering.

Een troost voor allen die nog altijd niet de Euro Millions gewonnen hebben: geld maakt niet gelukkig. Een cliché dat wellicht alleen een schrale troost kan bieden, want diep van binnen wil iedereen wel met goud overladen worden. Helaas, de kans dat het gebeurt, is bijzonder klein – wie zich realiseert hoe klein, beseft dat meespelen in feite zinloos is. Maar aangezien de mogelijkheid om de hoofdprijs te winnen blijft bestaan, zullen velen blijven meedoen en op die manier het miljoenencircus in stand houden. Mocht u het dus willen proberen: veel succes.

‘De realiteit toont aan dat de meeste theorieën om armoede te bestrijden ergens vastlopen’

Schandalig arm worden, het overkomt veel mensen in deze wereld. De kans erop hangt af van veel factoren, onder andere van het land waar je geboren wordt en de omgeving waarin je wordt grootgebracht. In dat opzicht kunnen we in Europa van geluk spreken, maar het feit blijft dat de kans op het groot lot vele malen kleiner is dan op het noodlot.

Armoede is bij ons geen onbekend verschijnsel, maar al bij al is slechts een minderheid van de bevolking echt arm. Andere werelddelen verslaan ons met gemak op dat punt… Maar laten we niet te luchtig doen over het probleem: in meerdere opzichten is arm zijn schandalig en schrijnend. Het besef dat een niet onbelangrijk deel van de wereldbevolking te weinig heeft om te blijven leven – maar net te veel om dood te gaan – zou ons tot nadenken moeten stemmen, en liefst ook tot actie aanzetten. En dan graag meer dan een symbolisch gebaar dat weinig zoden aan de dijk zet. Liefdadigheid is mooi voor wie er wat bij wint, maar biedt zelden een structurele oplossing.

Internationale dag van verzet tegen armoede

Wanneer een probleem grotere proporties aanneemt, wordt het vaak onderwerp van een ‘internationale dag’. Een beproefd concept ook om bepaalde bevolkingsgroepen wat extra aandacht te geven: de dag van de ouderen, de dag van de jeugd, Afgelopen weekend ging de Dag van de Trage Weg door om authentieke landweggetjes en pittoreske paadjes in het zonnetje te zetten. Een welkome afwisseling op de vele ’trage snelwegen’ rond steden als Antwerpen en Brussel waarlangs teveel pendelaars gedurende de week hun werk trachten te bereiken.

Maar op 17 oktober is het tijd voor ernstiger werk: de internationale dag tegen de armoede – iets correcter de dag van de bestrijding van de extreme armoede. Het is een poging om de tragedie van de structurele armoede in kaart te brengen – uiteindelijk is het probleem gemakkelijk te negeren voor wie er geen last of weet van heeft.

Vlaanderen behoort tot de rijkste regio’s in de wereld, maar ook hier leeft naar schatting meer dan 10 procent van de inwoners onder de armoedegrens. Geldgebrek overkomt meer mensen dan we denken. En dan hebben we het nog niet over de landen die traditioneel als arm bekend staan.

Een net met gaten

Zo divers als het armoedeprobleem is, zo divers zijn ook de oplossingen die aangedragen worden. Afhankelijk van mensvisie en politieke voorkeuren, wordt een weg uitgestippeld om de armoede te verbannen. De realiteit toont aan dat de meeste theorieën ergens vastlopen – anders hadden we het probleem al lang de wereld uit geholpen.

In de Europese context hebben we doorgaans de zorg voor de armen aan de overheid toevertrouwd. Getuige daarvan is de veelgehoorde opmerking als het over bedelaars gaat: ‘Ze kunnen toch naar het OCMW?’ We zijn er rotsvast van overtuigd dat niemand bij ons arm hoeft te zijn, maar het sociale vangnet blijkt in de praktijk toch gaten te vertonen. Gaten die niet gedicht kunnen worden met clichés als: ‘laat ze gaan werken in plaats van te bedelen’ en ‘het zijn allemaal profiteurs die niet echt arm zijn’.

Het oordeel van de man van de straat kan hard zijn. Opmerkingen die in sommige gevallen wellicht wel een kern van waarheid bevatten, maar die niets afdoen aan de vaststelling dat mensen niet voor hun plezier arm worden.

Werken van barmhartigheid

Het bestrijden van de armoede wordt door de rooms-katholieke leer ondergebracht bij de ‘werken van barmhartigheid’ en dan geformuleerd als het spijzigen van de hongerigen, het laven van de dorstigen, het kleden van de naakten, enzovoorts. Een mooi uitgangspunt, maar wie de Bijbel er op naslaat, zal tot de conclusie komen dat de zorg voor de armen daar verder gaat dan liefdadigheid. In het oude Israël was het eenvoudigweg een verplichting, die op verschillende manieren concreet gemaakt werd.

Het ‘sociale vangnet’ is geen moderne uitvinding: de Israëlitische wetgeving van meer dan 3000 jaar geleden geeft in feite een blauwdruk voor armoedebestrijding. Daarbij werd de zorg niet uitbesteed aan de ‘overheid’ (die hoe dan ook moeilijk te vergelijken was met wat we tegenwoordig onder de ‘staat’ verstaan), maar toevertrouwd aan de samenleving. Daarbinnen had iedereen zijn verantwoordelijkheid. Wie over een stuk land beschikte en daar gewassen op verbouwde – en dat was voor bijna iedereen het geval – moest bij het oogsten een deel laten liggen voor wie niets had.

Zo laat het bijbelboek Leviticus – niet echt populair bij de lezers vanwege de vaak ‘droge regelgeving’ – toch enkele boeiende principes zien: je mocht na het oogsten niet een tweede keer over het veld gaan om de restanten op te rapen – de ’tweede oogst’ mocht door de armen gedaan worden.

‘De kerkgeschiedenis toont twee gezichten van het christendom.’

Een nog radicaler principe vinden we enkele Bijbelboeken verder, waar het principe van de algemene kwijtschelding wordt geïntroduceerd. Die hield in dat iedere zeven jaar alle schuldeisers hun aanspraken op terugbetaling moesten laten vallen. Zo werden uitzichtloze situaties voorkopen. Ondenkbaar in deze tijd, maar een systeem dat toen blijkbaar werkte. De tekst stelt letterlijk: ‘Eigenlijk hoeven er geen arme mensen bij jullie voor te komen’. Dat er in het oude Israël toch armoede voorkwam, had dan weer te maken met het feit dat de regels lang niet altijd werden toegepast: bij de herverdeling van het bezit hielden de meeste mensen liever vast aan wat ze hadden …

De kerkgeschiedenis toont twee gezichten van het christendom: aan de ene kant een kerk die rijkdom nastreeft – en daarmee een andere Bijbelse waarheid – geldzucht is de wortel van alle kwaad – bevestigt, en anderzijds een stroming van gelovigen die hun leven in dienst van de medemens wilden stellen en daarmee voor zichzelf het armoede-ideaal aanhingen. Paradoxaal genoeg zien we dan dat de kloosters waar de monniken zich tot een sober leven verbonden, zelf steeds rijker werden. Mocht de term in die tijd bestaan hebben, dan was ‘schandalig rijk’ soms wel op z’n plaats.

De extra dimensie

In het hele debat over sociale rechtvaardigheid introduceert de Bijbel een extra element, namelijk het goddelijke. Bij verschillende maatregelen die een eerlijke samenleving beogen, stelt de tekst: ‘want Ik, de Heer, ben jullie God’. Uiteraard veronderstelt dat het bestaan van een God die bij het leven op aarde betrokken is. Een overtuiging die in de huidige Westerse wereld steeds zeldzamer lijkt te worden, maar die een vanzelfsprekendheid was voor de maatschappij van die tijd. Het geloof dat het leven aan een ‘hogere macht’, of beter gezegd een ‘persoonlijke God’, te danken was, maakte het evident dat daar in alle aspecten van het bestaan rekening mee gehouden werd. Het betekende immers dat je uiteindelijk verantwoording schuldig was.

‘Armoede bestrijden is ook een persoonlijke keuze, los van alle overheidsinitiatieven.’

Kunnen we in de huidige wereld ons voordeel halen uit de Bijbelse benadering van het armoedeprobleem? Veel hangt af van de kijk die men heeft op mens en maatschappij. De politieke wereld zal doorgaans meer belangstelling tonen voor economische modellen dan voor religieuze principes.

De begroting moet immers kloppen en de regering maakt onderscheid tussen geloof en feiten. Dat hoeft echter een mens er niet van te weerhouden om zijn hart te laten spreken en te werken aan een warme samenleving waar het niet draait om ‘nooit genoeg’ maar om ‘voldoende voor iedereen’. Onwerkelijke dromen of een hoopvol perspectief? Armoede bestrijden is ook een persoonlijke keuze, los van alle overheidsinitiatieven. Ook los van een goedbedoeld en nuttig initiatief als de internationale dag van de armoede. De vraag is: blijven we in de goede voornemens steken, of zullen we ooit het probleem zien verdwijnen en kunnen zeggen: dag armoede …?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content