BERT BULTINCK

Zeg niet ‘klassieke oorlog’. Zeg ‘postmoderne oorlogsvoering’. Zo staat het in ‘Niveau V’, het nieuwe veiligheidsplan dat de N-VA dit weekend de wereld instuurde: ‘De terroristische aanvallen van IS op Europees grondgebied confronteren ons met een strijd die niet aan de beschrijving van een klassieke oorlog voldoet.’ Dat valt mee, zou je zeggen. Maar dan valt het woord oorlog toch nog: ‘In de huidige, postmoderne oorlogsvoering’, zo staat er, ‘is het onderscheid tussen burger en vijand vervaagd en is elke locatie een potentieel oorlogsfront.’ Het terreurplan was afgelopen zondag een aanleiding voor verhitte discussies, onder meer in De Zevende Dag, waar Sophie De Wit (N-VA) met haar plan bijval kreeg van Filip Dewinter (Vlaams Belang). Al vroeg die laatste zich wel af of het plan misschien iets te maken had met de tegenvallende peilingen voor de N-VA.

‘Niveau V’, dertien pagina’s in totaal, laat zich lezen als een menukaart van een restaurant met een zeer grote koelkast. Gespecialiseerde rechtbanken, de afschaffing van de vervroegde invrijheidsstelling, burgerinfiltranten, gps-tracking devices: het plan is een arsenaal van maatregelen, keurig opgesomd en voor iedereen downloadbaar als pdf. Maar de politieke discussie spitst zich toe op één cruciale component van het plan: de noodtoestand. Bart De Wever, die dit keer vanaf de N-VA-familiedag in Plopsaland het nationale nieuws beheerste, hield het hoofd koel: ‘Het spijt me dat iedereen focust op die uitzonderlijke toestand. Dat is maar één van de vijf hoofdstukken van onze nota.’ Maar wie de nota doorneemt, kan er niet naast kijken: het deel over de noodtoestand is het eerste en het langste onderdeel. Wie het koste wat het wil een discussie over de noodtoestand wilde vermijden, had de passage ook achteraan kunnen stoppen.

De noodtoestand is zonder twijfel het meest controversiële voorstel van het hele plan. Dat komt omdat het een einde maakt aan de zogenaamde rechterlijke toetsing: mag men iemand laten oppakken zonder dat een rechter daartoe beslist? Of mag ook iemand anders het initiatief nemen? Ondanks drie pagina’s uitleg is het in het plan niet helemaal duidelijk wie het bevel voor de ‘preventieve detentie’ kan geven. Maar uit eerdere verklaringen valt af te leiden dat zoiets voor de N-VA in sommige gevallen best wel een burgemeester mag zijn. Eind juli gebruikte De Wever voor het gemak zichzelf als voorbeeld: ‘Het is toch te gek dat ik enkel kan optreden nadat er strafrechtelijke feiten zijn gepleegd, terwijl ik weet waar de geradicaliseerde jongeren zitten. Ik kan geen verdachte huizen sluiten, ik mag geen gsm’s laten afluisteren of iemand preventief laten aanhouden. Met een gewapend bestuur kan dat wel.’

De tegenwind komt van alle kanten. Van Open VLD, van Justitie, en zelfs vanuit zijn eigen partij. Als het aan Vlaams minister-president en N-VA-stichter Geert Bourgeois ligt, bijvoorbeeld, komt er niets van in. Begin september nog zette hij de hakken in het zand: ‘Rechterlijke toetsing van aanhoudingen, telefoontap of huiszoekingen: daar ligt voor mij de grens. We gaan de rechtsstaat niet overboord gooien om degenen die hem willen vernietigen aan te pakken.’ Ook premier Charles Michel (MR), toch niet de grootste criticus van De Wever, moest niets hebben van een Belgisch Guantanamo. Waarop de N-VA nog geen tien dagen later toch gewoon met een plan voor de noodtoestand naar buiten komt. Het maakt van de noodtoestand zuivere zombiewetgeving: keer op keer afgeschoten, keer op keer tot leven gewekt. En dit weekend opnieuw afgeschoten.

Bij dat alles viel het op hoe rustig minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bleef. Zo rustig zelfs dat hij dit weekend niet eens reageerde, net als de rest van zijn partij. Hij is de ballonnetjes grondig beu. Al bij het vorige noodtoestandbrandje was hij vernietigend: ‘Op het moment zelf lijkt het wel leuk om mensen zonder proces in de gevangenis te zetten,’ zei hij eind augustus, ‘maar men ontdekt dikwijls nadien dat men onschuldigen heeft opgesloten.’ Dat woord: leuk. Je zou het postmoderne oorlogsvoering kunnen noemen.

Ondertussen is het wederzijdse vertrouwen in dit land weer wat verder afgebouwd. Want leest u die zin uit ‘Niveau V’ nog eens: ‘Het onderscheid tussen burger en vijand is vervaagd.’ Wat kan die zin anders betekenen dan dat elke burger een potentiële vijand is? Zijn we al zover heen? Op Niveau V regeert de angst.

BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack.

De noodtoestand is zuivere zombiewetgeving: keer op keer afgeschoten, keer op keer tot leven gewekt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content