De neofobe reiziger: als u uw neus ophaalt voor exotische gerechten

© iStock

Bent u zo iemand die in Spanje stierenkloten eet, in China een stoofpotje van hond en in IJsland rotte haai? Of haalt u de neus op voor exotische schotels? In dat geval bent u neofoob. Maar de redding is nabij!

U komt ze straks vast tegen op een van de vele zomerse barbecues: vrienden en kennissen die met enige zin voor overdrijving hun exotische avonturen uit de doeken doen. Surfen in Australië, neushoorns spotten in Kenia of vrouwen versieren op Ipanema. Met wat geluk horen daar ook culinaire verrassingen bij. Mensen die werkelijk geen idee hadden wat ze deden op hun Spaanse terras, toen ze criadillas van de menukaart pikten. En die achteraf moeten toegeven dat stierenkloten zo slecht nog niet zijn. En ook Mexicaanse mierenlarven (escamoles, voor de kenners) zijn naar het schijnt ideaal om je taco wat meer crunch te geven. Maar echte waaghalzen moeten naar Japan om fugu te proeven: de kogelvis met in zijn lichaam genoeg gif om dertig mensen te doden. Enkel speciaal opgeleide koks, die het gif tot op de millimeter kunnen verwijderen, mogen deze delicatesse serveren. Als u intussen het water in de mond hebt gekregen, mag u zichzelf met recht en reden een neofiel noemen: iemand die gek is op nieuwe, exotische gerechten. Maar er zullen net zo goed lezers zijn die nu kokhalzend in hun stoel zitten: de neofoben. Uit onderzoek blijkt zelfs dat zij een verhoogde hartslag en versnelde ademhaling krijgen wanneer ze vreemde gerechten krijgen voorgeschoteld.

De neofobe reiziger: als u uw neus ophaalt voor exotische gerechten
© Bart Schoofs

En daar hoeven ze zich heus niet over te schamen, vindt de Amerikaanse auteur Stephanie Lucianovic. Zij was een groot deel van haar leven neofoob en moeilijke eter, en ze schreef daar een boek over: Suffering Succotash: A Picky Eater’s Quest To Understand Why We Hate the Foods We Hate. Voor ‘succotash’ bestaat geen geijkte vertaling, maar het lijkt een beetje op ratatouille van bonen en maïs. Al kan de afkeer ook ontstaan bij slijmerige vissoepjes, korrelige puree of – daar gaan we weer – stevige stierenkloten. ‘Neofoben zien onbekend voedsel als iets wat hen mogelijk ziek kan maken. Ze eten het liefst alleen bekend en comfortabel voedsel. Veel kinderen zijn neofoob: ze eten borden vol puree en worst, maar waag het niet om hen champignons of broccoli voor te schotelen, want dan knijpen ze de lippen op elkaar. En dat is niet zo vreemd: voedsel in je mond stoppen is iets heel intiems en risicovols, daar is vertrouwen voor nodig. Bij neofoben, zowel kinderen als volwassenen, kan in de hersenen de vecht- of vluchtreflex optreden: ze voelen een enorme walging bij dat nieuwe voedsel.’

Ruzie aan tafel

Er wordt veel gespeculeerd over mogelijke verklaringen. Sommige onderzoekers wijzen op een evolutionair verschijnsel: onbekend voedsel is altijd een gevaar. Het kan voedzaam zijn, maar net zo goed vergif. En ook genetische verschillen kunnen meespelen: sommige mensen zijn extra gevoelig voor de organische verbinding fenylthiocarbamide, waardoor bepaald voedsel extra bitter smaakt. Maar ook emoties spelen een belangrijke rol, weet Lucianovic. ‘Daarom is het belangrijk om met kinderen niet te veel ruzie te maken aan tafel. Vinden ze alle groenten vies? Maak je daar niet zo druk om. Want anders worden maaltijden in hun hoofd vreselijke momenten, in plaats van kostbare tijd met familie en vrienden. Zelf voelde ik ook veel angst en schaamte als kind. Als volwassene kon ik dat beter verbergen, maar het bleef moeilijk. Het taboe rond neofobie en weinig lusten is groot. Veel mensen denken dat het een keuze is, dat je moet stoppen met je kinderachtige gedrag. Maar dat klopt niet.’

De neofobe reiziger: als u uw neus ophaalt voor exotische gerechten
© Bart Schoofs

Lucianovic zelf is intussen ‘genezen’. Ze volgde een koksopleiding en is een volwaardige foodie geworden. ‘Het begon te veranderen toen ik mijn huidige man leerde kennen. Hij is ook een echte foodie en ik wilde hem niet teleurstellen. Dus nam ik telkens kleine hapjes van zijn gerechten – hij eet werkelijk alles. Zonder enige druk, stap voor stap. En het heeft me ook enorm geholpen om bewust met voedsel bezig te zijn. Ik las kookboeken, keek naar kookprogramma’s, ging naar de koksschool. Zo kreeg ik controle over mijn eigen voedsel. Ik leerde de ingrediënten kennen en wat je ermee kunt doen. Zo walgde ik altijd van gestoomde broccoli maar nu weet ik dat die groente heerlijk wordt als je ze roostert. En het helpt natuurlijk ook om voedsel waar je bang voor bent te combineren met leuke dingen: eet het met vrienden, combineer het met vertrouwd voedsel.’ U weet wat u te doen staat, straks op reis: bestel zeker criadillas, maar dan wel met een portie patatas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content